samenvatting van het boek Compendium Burgerlijk Procesrecht
Auteurs: Gras Hendrikse Jongbloed
Update naar de - 23e druk - 2024
Origineel geschreven voor de 22e druk.
Heel bruikbaar als studiehulp of als naslagwerk.
Samenvatting, stappenplannen, tentamenvragen en oefenvragen Burgerlijk Procesrecht
Tentamen Burgerlijk Procesrecht derde kans 21 juni 2024 vragen en officiële antwoorden inzage
samenvatting ALLE tentamenstof Burgerlijk Procesrecht
Alles voor dit studieboek (38)
Geschreven voor
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid
Burgerlijk procesrecht 2 (RGBPR10005)
Alle documenten voor dit vak (8)
Verkoper
Volgen
Loekvklaveren
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Zeer uitgebreide samenvatting van Stein/Rueb Compendium
Burgerlijk procesrecht
Alle hoofdstukken zijn behandeld in deze samenvatting. Aan het eind van elk
hoofdstuk staan oefenvragen. Als je deze goed kunt beantwoorden heb je de
kernbegrippen van het desbetreffende hoofdstuk onder de knie.
• Auteurs: E. Gras, R.G. Hedrikse, A.W. Jongbloed
• Datum van uitgave: Januari 2024
• Druk: 23
• ISBN: 9789013172553
• Aantal pagina’s boek: 648
• Aantal pagina’s samenvatting: 81
,Hoofdstuk 1 - Inleiding
Het burgerlijk procesrecht (hierna: bpr) valt uiteen in twee verschillende delen:
Het vermogensrecht: waar rechten ter vrije beschikking van de rechtssubjecten staan. De
tussenkomst van de rechter wordt ingeroepen voor de beslechting van een geschil over de
inhoud van de rechtsbetrekking en/of voor de verkrijging van een afdwingbare vordering.
Het personen- en familierecht: waar rechten niet ter vrije beschikking staan. De taak van de rechter is
hierbij het behartigen van specifieke belangen.
Dit verschil werkt door in de doelstellingen en de regels van de betreffende rechtspleging.
Het vermogensrecht
Op dit terrein heeft het vermogensrecht tot taak om het mogelijk te maken aanspraken, die
voortvloeien uit het privaatrecht, op een efficiënte, effectieve en eerlijke wijze te verwezenlijken.
Het burgerlijk proces moet de door het materiële recht nagestreefde orde handhaven. Het bpr
heeft een regeling voor (1) de procedure die tot een beslissing omtrent de rechtsverhouding
tussen partijen moet leiden en (2) de tenuitvoerlegging van die beslissing: de executie. Deze twee
onderdelen zijn met elkaar verbonden door het vonnis.
De hoofddoelstelling van het bpr is het mogelijk maken dat de crediteur, die een aanspraak heeft
op een geven, doen of nalaten, een veroordeling van de debiteur krijgt die hij, zo nodig met
overheidshulp, kan executeren (art. 3:296 BW). Het bpr dient eigenrichting tegen te gaan.
Eigenrichting is het afdwingen, zonder overheidshulp met eigen machtsmiddelen, van een
burgerrechtelijke aanspraak. Dit probeert het bpr tegen te gaan door middelen tot handhaving
van de privaatrechtelijke rechtsorde ter beschikking te stellen. Het bpr moet dus voldoende
rechtsbescherming bieden zodat men niet in de verleiding komt ‘het recht in eigen hand te
nemen’.
Een rechtsvordering is de in rechte ingestelde eis. Uitgangspunt is de materiële aanspraak van de
schuldeiser (het subjectieve recht, waaraan een vorderingsrecht is verbonden).De taak van de
rechter om bij vermogensrechtelijke geschillen afdwingbare veroordelingen uit te spreken of te
beslissen, wordt wel contentieuze ofwel eigenlijke rechtspraak genoemd. Contentieuze betekent een
twistgeding betreffende.
Het personen- en familierecht
Op dit terrein treedt de rechter vaak ordenend op, als orgaan van de uitvoerende macht.
Rechtssubjecten moeten eenvoudig toegang hebben tot de rechter en de rechter moet in staat
gesteld worden de hem opgedragen staatszorg actief uit te oefenen. Op het terrein van het
personen- en familierecht heeft de rechter meer vrijheid. Bij personen en familierecht is meer
sprake van vrijwillige rechtspraak. Dit wordt ook wel voluntaire jurisdictie ofwel oneigenlijke
rechtspraak genoemd. Maar het is niet vrijwillig omdat er dikwijls een beschikking van een rechter
vereist is om op dit gebied iets te wijzigen.
,De dagvaardings- en verzoekschriftprocedure
Oorspronkelijk bestonden tussen de dagvaardingsprocedure en de verzoekschriftprocedure grote
verschillen. Ondertussen groeien beide procesvormen steeds meer naar elkaar toe.
Ondanks dat, bestaan er tussen beide procesvormen nog steeds belangrijke verschillen:
De dagvaardingsprocedure vangt aan met dagvaarding, de door een deurwaarder uitgebrachte
(tot de tegenpartij gerichte) oproep om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen met
een omschrijving van de eis en de gronden daarvan. De verzoekschrift- (of rekest)procedure
wordt ingeleid met een schriftelijk verzoek (rekest), ingediend bij de griffie van de bevoegde
rechterlijke instantie.
De opstelling van de rechter in de dagvaardingsprocedure is minder actief dan in de
verzoekschriftprocedure. Dit hangt samen met de gedachte van partijautonomie. De rechter is in
de verzoekschriftprocedure minder afhankelijk van partijen dan in de dagvaardingsprocedure.
De rechtbank is in eerste aanleg bevoegd om van burgerlijke zaken kennis te nemen, dit heet
de absolute competentie. Voor beide procedures gelden wel eigen regels die aangeven of de sector
civiel (verplichte procesvertegenwoordiging) dan wel de sector kanton (waar partijen in persoon
kunnen procederen) de zaak zal behandelen. Daarnaast verschilt de relatieve competentie per
procedurezaak. De plaats van de betreffende absoluut competente rechter wordt geregeld door
de regels inzake relatieve competentie. In dagvaardingszaken is de rechter van de woonplaats van
de gedaagde bevoegd, in verzoekschriftzaken is dat de rechter van de woonplaats van de
verzoeker.
In de dagvaardingsprocedure reageert de gedaagde schriftelijk op de dagvaarding (conclusie van
antwoord) en dan wordt de verschijning van partijen bevolen. Na een comparitie kan verdere
conclusiewisseling worden toegestaan (repliek/dupliek); was geen comparitie bevolen, dan zal
deze conclusiewisseling steeds plaatsvinden. Uiteindelijk wordt bij vonnis uitspraak gedaan. In de
verzoekschriftprocedure wordt na ontvangst van het rekest vastgesteld wanneer het verzoek ter
zitting wordt behandeld, waarvoor de verzoeker en andere belanghebbenden door de griffie
worden opgeroepen. In de tussentijd kunnen belanghebbenden een verweerschrift indienen. Na
behandeling ter zitting volgt een beschikking.
Tot slot is er een verschil in terminologie. De termen vordering en vorderen duiden op een
dagvaardingsprocedure, terwijl de termen verzoeken en verzoek bij de verzoekschriftprocedure
worden gebruikt.
formeel en materieel recht
Tussen het bpr (het formele recht) en het materiële recht bestaat in verschillende opzichten een
wisselwerking. Het gebruik van processuele middelen kan bepalend zijn voor het bestaan van
materiële rechten. Daarnaast geldt dat het enige dat je via het procesrecht kunt verwezenlijken
datgene is, wat je ook rechtens toekomt. In het procesrecht kan men onderscheid maken tussen
materieel procesrecht (bevoegdheden als dagvaarden, verweer voeren, rechtsmiddelen instellen
en executeren) en formeel procesrecht (de daarbij in acht te nemen vorm- en
termijnvoorschriften). Het eigenlijke belang van het formele recht voor het materiële recht is dat
het materiële recht niet kan functioneren zonder bpr. Formeel en materieel recht vullen elkaar
aan. Inzet van de civiele procedure is de vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen partijen.
, De eisen van redelijkheid en billijkheid bepalen deels de rechtsbetrekking tussen partijen en werken
door in het proces (beginselen van goede procesorde). Ook in het procesrecht zal de eiser of de
gedaagde de mogelijkheid tot het verrichten van een processuele handeling kunnen worden
onthouden, als deze als misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW) wordt beschouwd, Een
voorbeeld van misbruik van de procesbevoegdheid is wanneer een procespartij hoger beroep
instelt met het uitsluitende doel de wederpartij te hinderen. Het aantal zaken dat aan de
burgerlijke rechter wordt voorgelegd neemt toe. Wel komt maar een klein deel, zo’n 5% van de
privaatrechtelijke geschillen, voor de rechter.
Het Nederlandse procesrecht is geregeld in het Wetboek van Rechtsvordering (Rv), Wetboek van
Rechterlijke Organisatie (RO), Burgerlijk Wetboek (BW), Wetboek van Strafvordering (Sv)
(schadevergoeding, beslag, etc.).
rechtersregelingen
Doordat het aantal wettelijke regels en procedures is toegenomen is er behoefte aan een
andersoortige verduidelijking en nadere normering van wettelijke regels dan door middel van
wetgeving en rechtspraak. Om dit doel te bereiken, worden door de rechterlijke macht algemene
regelingen opgesteld waarbij de beslissingsruimte die de rechters in bepaalde zaken hebben nader
wordt ingevuld. Sommige van deze regelingen binden de rechter op grond van de algemene
beginselen van behoorlijke rechtspleging (deze regelingen zijn recht in de zin van art. 79 RO),
mits ze rechten en verplichtingen voor procespartijen bevatten en afkomstig zijn van een
onderdeel van de rechterlijke macht).
herzieningen in het burgerlijk procesrecht
Op het moment ligt er bij de Eerste Kamer het voorstel om een internationale handelskamer
(zgn. NCC) op te richten binnen de Rechtbank en het Hof Amsterdam. Deze kan dan in zaken
met een internationaal aspect de behandeling en uitspraak van die zaak doen in het Engels. Ook
zal deze een eigen procesreglement hebben. Er wordt geprocedeerd tegen een kostendekkend
griffierecht (wat in de regel veel hoger is). Hierbij wordt extra aandacht besteed aan de
concurrentiepositie van de overheidsrechtspraak ten opzichte van de (internationale arbitrage).
Eind mei 2018 is er een wetsvoorstel ter internetconsultatie voorgelegd, nadat er advies was
uitgebracht over een gewenste modernisering van het bewijsrecht. Dit wetsvoorstel gaat in op de
taakverdeling van de partijen en de rechter in het kader van het bewijs en betreft hiermee de kern
van het procesrecht.
De invloed van Europa in het procesrecht
Na de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap zijn de mogelijkheden tot
bemoeienis van de EG met het procesrecht steeds verder uitgebreid. De ontwikkeling van een
werkelijke vrije markt bleek echter te worden belemmerd door het ontbreken van een vrij verkeer
van vonnissen. Om deze reden is het EEX-Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de
erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke zaken in het leven geroepen.
Later werd de Raad van de Europese Gemeenschap in art. 65 EG-Verdrag bevoegd verklaard
om, ten behoeve van de goede werking van de interne markt, regelgeving tot stand te brengen op
het terrein van samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen. Door de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Loekvklaveren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.