Samenvatting: Politieke Sociologie
Prof. Marc Hooghe
Mededelingen
Wat drijft politieke participatie en wrm is dat belangrijk?
Democratie in een veranderende SL? SL verandert heel snel, snel veranderde generaties etc. & Wat
is de invloed hiervan op democratie?
Leerstof: Reader + Notities
Examen
1. Alexis de Tocqueville: De la Démocratie en Amérique, tome I et II (1835)
Achtergrond (les)
Hoe stabiel is democratie?
Opvallende en langdurige verschillen tss landen
o Afh vd cultuur
o ‘How much do you trust your national parliament?’
Score: Gemiddelde rond 7-8
Heeft deze vraag gevolgen, is dat belangrijk? < Ja, we kunnen veel weten
over de manier waarop mensen nr politiek kijken
Levenskwaliteit beter in het Noorden
Is het mogelijk om te evolueren naar een meer vredevolle, kwaliteitsvolle,
betrouwbare SL? (< Politicologische vraag)
Interpretatie: Samenlevingen zijn ‘anders’
Verschillen tss Finland, Engeland, Spanje…
Wrm zijn er verschillen in Scandinavië, het Britse Rijk etc
Belang vn democratische, politieke cultuur als voorwaarde vn stabiliteit
o Wij hbb nooit politieke ‘oorlog’ gekend DUS nu op onze lauweren rusten?
Huidig klimaat: Stabiliteit of juist kwetsbaarheid vd democratische verworvenheden?
o Democratie w veel moeilijker door de ‘wantrouwen-houding’, miss zo ver dat
democratie nt meer mogelijk zal zijn?
Giorgia Meloni (ITA): Regels rond non-discriminatie komen in het gedrang onder haar beleid
Gaan andere landen haar volgen? (Polen, Hongarije…)
Italië = 1 vd eerste landen met rechts-populistische premier
Deze regering creëert wel aantal problemen vr de rechtsstaat en hoe gaan we die oplossen?
Meloni w verkozen met slechts 43%, velen gaan simpelweg nt stemmen (63% opkomst)
o Toscane: Links
o Zuiden: Anders
o DUS: Meloni regeert ook over redelijk verdeeld land
Wat gaat er volgend jaar in Vlaanderen gebeuren? (Hypotheses…)
Gemeenteraadsverkiezingen oktober
o Geen opkomstplicht in VL, wel in WL en Brussel
o Opkomst dalen? (Hypothese)
Parlementsverkiezingen juni
Waarom opkomstplicht?
o Stemming op zondag, omdat niemand dan moet gaan werken < Manier om arbeiders
te laten stemmen
o Opkomst = cruciaal (voor politicologen)
1
,Wat is sociale cohesie/vertrouwen?
Betekent sociale cohesie ook altijd uitsluiting?
Gaat sociale cohesie gepaard met ongelijkheid?
Fundamentele onderzoeksvraag binnen politieke wetenschappen: ‘Onder welke voorwaarden kan
democratie ontstaan, en blijven bestaan?’
Tekst
Hoofdstuk IV: ‘Over de Politieke Verenigingen in de Verenigde Staten’
Tocqueville onderzoekt sociale structuur vd Amerikaanse SL, met name in de vroege periode vd VS.
Hij merkt op dat Amerika itt Europa relatief egalitaire samenleving heeft, waarin sociale klassen
minder duidelijk gedefinieerd zijn. Tocqueville beschrijft hoe dit gebrek aan aristocratie en nadruk op
individuele vrijheid hbb bijgedragen aan ontwikkeling v/e unieke Amerikaanse geest vn gelijkheid en
democratie.
Benadrukt ook belang vh fenomeen 'verenigingen' in Amerika, waarin individuen zich vrijwillig
organiseren om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Deze verenigingen spelen cruciale rol in
Amerikaanse mts en helpen bij het bevorderen vn zowel politieke als sociale participatie.
Klassieke onderzoeksvraag: Alexis de Tocqueville < Hoe kan democratie in Amerika functioneren?
Geen sturende kracht van monarchie of aristocratie
o Amerika zegt: Britse koning weg ermee!
o Rest vd wereld: ‘Zijn gewone burgers wel in staat om te regeren?’
Associaties verhinderen individualisering en machteloosheid, zowel politieke als mts functie
o Associaties zijn belangrijk omdat we in massaSL leven, dus vereniging is cruciaal
Basisgedachte van Tocqueville: ‘Om een democratie te laten functioneren moeten mensen actief
zijn (stemmen) en ze moeten dit samen doen (alleen heb je weinig invloed…)’
Vrijheid om zich te verenigen is een noodzakelijke voorwaarde geworden tegen de tirannie van
de meerderheid < Gevaar vn tirannie vd meerderheid vr stabiele democratie
o Tocqueville is VOOR vrijheid vn vereniging vr alle groepen!
o Het zich verenigen is cruciaal vr elke groep
Het despotisme van partijen of de willekeur vd prins voorkomen
o Despotisme: Regeringsvorm waarbij 1 persoon of kleine groep personen absolute macht heeft
Na vrijheid om alleen te handelen, is het vr de mens meest natuurlijke zaak om zijn inspanningen te
combineren met inspanningen vn zijn medemensen en om gemeenschappelijk te handelen. Het recht
op vereniging lijkt mij drm qua aard bijna net zo onvervreemdbaar als de individuele vrijheid.
Wij offeren nt onze wil en onze rede op; mr we passen onze wil en onze rede toe om
gemeenschappelijke onderneming te laten slagen
Hoofdstuk V: ‘Over het gebruik dat Amerikanen maken van verenigingen in het civiele leven’
Tocqueville onderzoekt hoe Amerikanen verenigingen (associaties) gebruiken in hun civiele leven. Hij
bestudeert rol vn maatschappelijke organisaties en verenigingen in VS en hoe deze bijdragen aan
vorming vd Amerikaanse democratische SL. Hij benadrukt belang vn vrijwillige associaties en
burgerparticipatie als essentiële elementen vh Amerikaanse democratische experiment.
- Decentralisatie en Lokale Betrokkenheid: Amerikaanse verenigingen vaak lokaal
georganiseerd en betrokkenheid op lokaal niveau aanmoedigen. Dit draagt bij aan gevoel vn
gemeenschap en versterkt democratie op lokaal niveau.
2
, - Zelfbestuur en Zelforganisatie: Amerikanen nemen actief deel aan verenigingen en nemen
verantwoordelijkheid vr hun activiteiten. Dit zelfbestuur en zelforganisatie bevordert
burgerschap en democratische deelname.
- Tyrannie van de Meerderheid: Waarschuwt vr mogelijkheid vd ‘tirannie vd meerderheid’ in
democratieën, waarbij meerderheid belangen vn minderheden kan onderdrukken.
Verenigingen kunnen als tegenwicht fungeren en minderheden beschermen tegen
dergelijke tirannie.
- Individualisme en Sociale Cohesie: Paradoxale karakter vh Amerikaanse individualisme,
waarbij individuen tegelijkertijd onafhankelijk en sociaal betrokken zijn. Dit heeft gevolgen
vr samenhang vd SL.
- De Rol van Verenigingen in de Democratie: Verenigingen dragen bij aan het functioneren
vd democratie dmv participatie, politieke educatie en sociale verbondenheid.
‘Ze vervallen drm allemaal in hulpeloosheid als ze nt leren zichzelf vrijelijk te helpen.’
o Belang maatschappelijk middenveld, als garantie tegen te grote machtsaanspraken vd
regering
‘Gevoelens en ideeën w alleen vernieuwd, het hart vergroot en de menselijke geest ontwikkeld
door de wederzijdse actie vn mensen op elkaar.’
o We zijn gn individuen, mr per definitie sociale wezens
o Belang van dialoog, interactie, ontmoeting Scheldtirades op Twitter en dergelijke
o Gemakkelijker om aan de dialoog te ontsnappen
‘In democratische landen is de wetenschap vn associatie/vereniging de moederwetenschap; De
voortgang vn alle anderen hangt af vd voortgang van deze.’
o Democratische en participatieve cultuur onder de bevolking is kernvoorwaarde vr
stabiliteit en democratie
Probleemstelling: Verschuivende verhoudingen burgers-politiek systeem < Werkt de democratische
structuur, zoals Tocqueville die beschreef, werkt die nog?
Dalend ledenaantal politieke partijen Plotse stemverschuivingen en
US: Decline of partisanship bij populisme
bevolking Succes anti-systeempartijen
Relatief laag politiek vertrouwen Achteruitgang vn vakbonden en
Lagere opkomst bij verkiezingen andere middenveldorganisaties
Zijn er nog voldoende linkage-mechanismen tss burgers en het politiek systeem?
Het probleem is dat het aantal leden binnen (politieke) verenigingen afneemt, DUS wat zorgt voor
linkage tss politiek en burger?
1ste verklaring vr afnemen vn vertrouwen in het politiek stelsel en ledenaantallen bij
verenigingen is dat burgers steeds individualistischer w en drm nt langer participeren. Deze
visie vn Putnam w ook wel ‘civic decline’ genoemd
Andere visie door Norris en Inglehart, denkt vooral dat waarden en participatie eerder op
andere manier geuit w. Burgers zijn immers steeds kritischer en mondiger en anderzijds
liggen de verwachtingen tav de politiek elders
Verklaring 1: ‘Civic Decline’ (Burgerlijke achteruitgang)
Individualisering vd SL: Burgers minder bereid zich nog te engageren
Vooral werk vn Robert Putnam, Bowling Alone (2000) – zie tekst 5
We willen nt meer met anderen dialogeren én zkr nt met mensen die het nt met ons eens zijn
3
,Verklaring 2: ‘Critical citizens’
We zijn simpleweg kritischer geworden
Burgers engageren zich op andere manieren: Vooral werk van Pippa Norris, Critical Citizens – zie
tekst 9 (1999) + Ronald Inglehart: Postmodernization – zie tekst 7 + Dalton & Welzel: ‘Assertive
citizens’ – zie tekst 8
Voorbeeld: Burgers tegen Oosterweel (in Antwerpen)
Achtergrond (les)
Waarom is transformatie bijna per definitie problematisch?
Uitgangspunt vn klassieke politieke sociologie = Stabiliteit (= voorspelbaarheid, beheersbaarheid)
o We zagen Amerika en hun onafhankelijkheidsstrijd, wij collaboratie tijdens
wereldoorlogen etc, dus stabiliteit biedt ons zekerheid < Dat wil men ook na 1945
Politieke conflicten ontstaan nt willekeurig, mr langs vaste breuklijnenstructuur, en zijn drm
voorspelbaar/beheersbaar < We willen dat politiek systeem tamelijk voorspelbaar is
o Bijvoorbeeld: Politiek systeem ontwikkelt power sharing-mechanismen om met
stabiele breuklijn om te gaan
Power-sharing = Politiek concept waarbij politieke macht en autoriteit w verdeeld en
toegewezen aan verschillende individuen, groepen of instellingen binnen een SL of politiek sys
om concentratie vn macht te voorkomen en democratie te bevorderen. Dit kan gebeuren dmv
horizontale verdeling tss regeringsbranches, verticale decentralisatie nr regionale overheden,
of consociationele mechanismen zoals coalitieregeringen of groepsvertegenwoordiging op
basis vn etniciteit of religie. Doel is vaak stabiliteit, conflictpreventie en inclusiviteit in de
besluitvorming te bevorderen.
o Hoe voorkomen we een staking (lossen we ‘Delhaize’-probleem op als vb): Paritaire
comités, dialoog…
Als paritaire comités er nt uitgeraakt DAN: Bemiddelaars
o Geen power-sharing mechanisme om met deze breuklijn (arbied kapitaal) om te
gaan OF een ander alternatief…
KLASSIEKE (GROTE) MODEL Stabiele breuklijnen (Lipset & Rokkan 1967)
Nationale revoluties (vorming natie-staat)
o Centrum Periferie
o Kerk Staat
Industriële revolutie
o Arbeid Kapitaal
o (Stad Platteland)
Freezing hypothesis: Stabiliteit doorheen de tijd; Bestaande politieke partijen passen zich aan
= Bevriezing van die breuklijnen, zorgt vr stabiliteit
MAAR: Zijn de breuklijnen nog stabiel?
Tot in de jaren ’80 werd het Lipset-Rokkan model algemeen aanvaard
Contra-indicaties (Hanspeter Kriesi):
o Decline of class voting (Klasse definieert stemgedrag/ ‘Class’ Stemgedrag)
Class voting: Als ik je sociale klasse weet, weet ik op welke partij je stemt
Een stabiel iets, mr gaat nu systematisch eroderen…
Voorbeelden: Arbeiders stemmen op socialisten, fabriekseigenaars op liberalen…
Class voting definitie: Stemmen vanuit de materiële belangen van je
klasse
o Gevolg: Grote electorale volatiliteit
Verschuiving vd ene verkiezing nr de andere
o Verwante term: Decline of party identification
Hierbij verwant: GB
Iemand met grote partij-identificatie verkiest chaos ipv ‘werken met vijand’
4
, Party identification definitie: Nooit twijfelen dat je belang vd eigen partij
vooropstelt, dus dit ALTIJD doen; Heel sterke gehechtheid aan 1 vd grote
blokken
Van kracht bij partijblokken: Democraten of Republikeinen
Minder bij meerdere partijen (zoals in BE)
o Opkomst new (challenger) political parties
Proberen het systeem voor een (groot) stuk te veranderen
Gevolg: Héééél lange regeringsvorming < Destabilisering/Instabiliteit
Maar nt zo’n probleem, want ons land w nog relatief goed bestuurt
met lopende regering (mening prof)
Kortom: Vroegere stabiliteitsmodellen werken miss niet langer?
Extra notes:
Verenigingen = Middel vr minderheid om meerderheid te controleren. Ze leren leden civil
skills aan om mee te doen aan democratisch proces en vormen zo link tss burger en politiek
Belangrijk dat minderheid het tirannie vd meerderheid moeilijk maakt dmv kritiek en vrijheid
vn meningsuiting < Meerderheid kan de staat immers totaal overnemen
Vrijheid in Amerikaanse SL en overheid: Ied heeft eenzelfde doel mr met andere middelen
Belangrijk social skills aan te leren om macht te verwerven binnen de staat
Samenwerking zorgt vr individuele en maatschappelijke vooruitgang
5
, 2. G. Almond & S. Verba (1963): The Civic Culture. Political Attitudes and
Democracy in Five Nations
Achtergrond (les)
Burgers zorgen vr instabileit Krijgen nieuwe ideeën, veranderen van meningen etc
Participatie en politieke cultuur
Almond en Verba: ‘We vinden het positief dat mensen deelnemen aan het politiek debat;
Participatie op alle mogelijke niveaus’
Algemene vraag: ‘Willen we eigenlijk wel dat mensen participeren?’
o Nu wel… Zie Participatiedrceet in het onderwijs
o 19de eeuw: Nee, weerstand tegen het algemeen stemrecht
Somber tegenover massamobilisatie, want dan krijg je extremen
Enkel elite stemrecht geven, want zij stemmen ‘betrouwbaar’
Midden minder aantrekkerlijk
Vb: Gasten bij VRT zijn vaak extremen, want zorgen vr hogere
kijkcijfers
Jaren ’30-’50: Negatieve visie op massa-mobilisatie (nazisme, communisme)
Doorbraak nieuw paradigma: Almond & Verba, The Civic Culture (1963)
o 1 vd eerste comparatieve onderzoeken: Waarde comparatief onderzoek
Aanleiding voor het onderzoek
o Negatieve ervaringen jaren 30 (Nazisme)
o Dekolonisatie in de jaren 50 (Afrika/Azië)
Is het voldoende om democratische structuren en spelregels te hbb? Of hbb we iets meer nodig?
< Actuele toepassing vn deze discussie: Hongarije
Hoe vermijden we fouten vd jaren 30 in een moderne cultuur… Antwoord Almond & Verba
Almond & Verba kanten zich tegen het institutionalisme (< Stelling dat kwaliteit vd instellingen de
slaagkansen vd democratie bepaalt)
Wijzen op belang politieke cultuur (Risico: Politieke cultuur onveranderlijk? Nee, Duitsland
(1949…) – Er was vrees vr Duitsland, mr doet het uiteindelijk dus erg goed)
Definitie politieke cultuur:
Houdingen vd burgers tov het politiek systeem (principes, instellingen, politiek personeel,
beleid)
EN
Hun visie op hun eigen rol daarin: ‘Political efficacy’
(Onderscheid tss ‘internal political efficacy’ en ‘external political efficacy’)
- Internal = Verantwoordelijkheid bij jezelf als burger (‘Ik heb voldoende kennis’)
- External = Verantwoordelijkheid extern aan de burger, bij het politiek system (‘Ze willen niet
luisteren’)
Soorten politieke cultuur bij Almond & Verba
1. Parochiale politieke 2. Subject (onderdaan) 3. Participant politieke
cultuur politieke cultuur cultuur
‘Civic culture’ is een mengvorm: Ook loyaliteit
Ideaalbeeld is gezagsgetrouwe, participerende mr conventionele burger
Conventioneel: In overeenstemming met algemeen aanvaarde normen, gebruiken, tradities of
praktijken
Wijzen op belangrijke nationale verschillen
6