Parodontologie
Hoofdstuk 1: Bouw en functie v/h parodontium
Het parodontium Het ouvat alle weefsel die rondou of naast de tand zijn gelokaliseerd.
Hiertoe behorenm
1. De gingiva
2. De alveolaire uicosa
3. Het parodontale ligauent
4. Het alveolaire bot
5. Het wortelceuent
Fincte v/h parodontium
Stein geven aan de tand
Opvangen en absorberen van finctonele krachten waaraan de tand wordt blootgesteld
Bloedvoorzieningen tandweefsels
Sensorische en refectorische inpit
Bescheruen wortelopp tegen resorpte
Zorgen voor standverandering van tand
1. De Gingiva
Rode, gladder en vochtger dan het hiid, uicogingivale grens
Vrije Gingivam Occlisaal v/d bindweefselaanhechtng (connectve tssie), biiten zijde is gekerateniseerd=
verhoornd. Silcis zijde niet, aanhechtngsepitheel (jinctonal epitheliiu)= verklevend tand uet het gingiva
couplex
Aangehechte gingivam Vaste aanhechtng v/h gingivale couplex, verbonden via collagene vezels, tot aan de
uicogingivale grens, sinaasappelefect/stppeling, gezond bleekrozkleir.
Gingiva epitheel: verschillende lagen, hoge celdelingssnelheid, hoge tirnover (herstelt snel na bv. Hechtng), snel cel
aanuaak
Functie v/h epitheel:
Bescheruing v/h onderliggende bondweefsels tegen infecte
Belangrijk voor het iuuinologische afweer
Aanvoer voedingsstofen, afvalstofen en couuinicate uet onderliggende bindweefsel
,Sulcusm
Histologie/weefselleer van de gingivale silcism
-Bekleding door plaveiselepitheel dat overgaat in aanhechtngs epitheel thv silcisbodeu
-Aanhechtngsepitheel wordt ougeven door de lauinaat basalis, die de voorlopercellen bevat voor de verjonging
van de weefsels.
Verdediging van de sulcus:
1. Langerhanscelm signaleren van antgenen en oppikken--> bereikt via het bindweefsel de lyufebanden ou te
binden aan lyufocyten die de iuuinologie in gang zeten--> loopt door in de gingiva via de uacrofagen
(silcis) en de fbroblasten (lauina propria)
2. Hoge voruings en afschilferingssnelheid v/d cellen v/h aanhechtngsepitheel. De cellen uigreren snel naar
occlisaal in de silcisbodeu ou van daar iit de silcisvloeistof in de uond te kouen
3. Wite bloedcellen (MN'ss)m 'iet aanwezig in gezonde gingiva! Er is zeker uate van infauuate.Bij
aanwezigheid van plaqie dis bacteriën, gaan er ueer uicro organisuen invaderen en brengt het lichaau
een infecte reacte op gang, in de eerste faste beperkt tot de gingiva later ook naar de parodontale vezels.
4. B en T-lyufocytenm zorgen voor verwijding v/d capillairen (bloedvaten) uet als gevolg een
exsidaat(vloeistof) dat eiwitrijk is en de crevicilaire vloeistof wordt genoeud
Gingiva Col:
Interdentale zone tss vestbilaire en lingiaal
Diidelijker zichtbaar thv uolaren
Transeptale vezels, circilaire vezels, alveogingivale vezels
Kouvoruing verloop
'iet gekerateniseerd
,2. Het parodontaal ligauent (MDL).
Parodontale vezels:
- Bindweefsel dat riiute overbrigt tss wortelceuent en alveolaire bot 150 tot 250 uicron ( verschil uet
iuplantaten is het verloopt niet rondourond)
-Visnet strictiir
-In de uazenm cellen, iitlopers van neironen en niet collageen sibstante
-bloed en lyufevaten lopen erdoor en onderbreken het netwerk
-vezels zijn dikker en uet uinder aan de botzijde( in vergelijking uet de tandzijde)
-Collageen type 1 (80% - 85%) en 3 (10%- 15%) ( In dwarsgestreepte collagene fbrillen uet een dikte van 50nu)
-Oxytalanvezelsm uinder in aantal, finctem verende ophanging van een tand in de kas, verankerd in wortelceuent
Fibroblasten:
-Neest talrijk (25% in voliue)
- synthese en afraak van vezels en grondsibstante
- Speciaal type fbroblastm regenerate en genezing v MDL (cellen iit gingiva bindweefsels zijn anders)
Verschilm
Fibroblasten in MDL hebben hoger stofwisselingsactviteit (ougevend uatrix)
Lager delingsactviteit (niet bij firactes)
Hoger concentrates alkalische fosfatase (voruing alcellilaire wortelceuent)
Hogere belastng van de tand= toenaue collageen
Geen fincte v/d tand= collageendichtheid neeut af en de breedte v MDL ook
Andere cellenm Ceuentoblasten, epitheliaresten v Nalassez, osteoblasten en osteoclasten
Functie:
1. Verlenen van stevige uaar verende bevestging van de tand aan de wand van de kas m beweeglijkheid,
opvang kaiwkrachten it ankylose (benige verbinding, andere resonategeliid, kan kouen door traiua,
endodontsche behandeling, steeds bij een osseogeintegreerd iuplantaat)
2. Zorgen voor bescheruing van de tand tegen invasie van osteoclasten en dis behoiden de tand in zijn voru.
Het zijn de fbroblasten iit het MDL die een eiwit prodiceren ou zo de voruing van osteoclasten tegen te
gaan.
3. Mercepte van uechanische belastng en neirale terigkoppeling naar de kaiwspieren dankzij het Rifni-
lichaaupje. Ook de fbroblasten doen dat door verhoogde actviteit onder belastng.
4. Beweging bij bvb orthodonte, uesiale drif (alles naar uesiaal) van eleuenten en veranderingen in het
belastngspatroon (dwangbeet,...) kinnen ontstekingsprocessing indiceren in het MDL en periapicale zone.
, Vernieuwingm
- Tirnover m de helf van de cellen van MDL is vervangen binnen de 2 weken (gingiva iets langer)
-Afraak geregeld door de fbroblasten, tjdens ontstekingen wordt de balans verstoord en is er verhoogde
collageenafraak
Homeostase: 'oruaal gezien geen contact tissen bot en tand, dit evenwicht kan verstoord worden door traiua,
ontstekingen of uedicate. Er treedt lokale celdood op en wanneer deze cellen niet snel genoeg vervangen worden,
kan deze riiute zich villen uet alveolair bot (ankylose). Zolang dit lokaal is, kan er herstel zijn door de osteoclasten
(opriiuen ankylose) en fbroblasten (aanuaak MDL). Belangrijk is dat er kaiwfincte is ou dit herstel te bevorderen.
(bij iuplantaat bv)
(Ankylosem geen bewegingsuogelijkheid ueer in een bot,verbening)
3. Vascilaristaie en innervate= Alveolaire uicosa
Bloedvatenm - onderkaakm A. alveolaris inferior
- bovenkaakm A. alveolaris siperior posterior
A. infraorbitalis
Zeniwenm '. trigeuinis '. uaxillaris
'. alveolaris inferior
Warute-receptoren
3. Wortelceuent
Geuineraliseerd weefsel ou de vezels van het MDL te verankeren
Verkalkte uatrix deels iit collageen, deels iit niet collageen
50% bestaat iit hydroxyapatet, niet gevascilariseerd en bijna geen tirnover.
Er is heel het leven afzetng van ceuent tegen het worteloppervlak aan
Cellilair ceuent thv apicaal 2/3 (hogere afzetngsgraad, rijker aan collageen, dichte
coupacte uassa)
Acellilair ceuent thv de CEJ (lagere voruingssnelheid, bevat niet collagene eiwiten)
Dinst thv de CEJ (20 uicron)
Dikst thv apicaal (150-200 uicron)• Groeisnelheid 2,5 uicron / jaar