WOORD VOORAF
Menselijk brein bevat de kernaspecten van het mens-zijn :
- de verwerking van prikkels van buitenaf tot kwalitatieve, bewuste gewaarwordingen
- het vermogen tot denken, redeneren, mijmeren, dagdromen
- de ervaring van emoties zoals angst, schaamte of trots
- het besef van een eigen identiteit en het erkennen van andere identiteiten, gekoppeld aan
andere breinen
- et naar zichzelf verwijzende vermogen tot nadenken over de vraag hoe het brein tot dit alles
in staat is.
Hoe is dit brein zo geëvolueerd ?
= hierover wordt fel gedebatteerd
- Het lijkt redelijk te veronderstellen dat ons brein in de eerste plaats eigenschappen heeft die
nuttig waren om, in de loop van miljoenen jaren evolutie, de talrijke problemen aan te pakken
die verband houden met overleven en voortplanten.
Gelijkenis met andere organismen die een brein hebben
- Maar het onze verschilt ook sterk van dieren : de vermogens, de complexiteit en de structuur
ervan stellen ons op een of andere manier in staat na te denken over dit alles, inclusief over
onszelf en zelfs over de vraag waarom wij dit doen.
Via natuurlijke taal geeft het ons een onvergelijkbaar vermogen tot ontwikkelen van cultuur
- Door de evolutie is ons brein goed in : informatie doorgeven, talent voor artistieke expressie,
technologie, wiskunde, wetenschap en literatuur, met inbegrip van het vermogen tot nadenken
over de oorsprong, de betekenis en het waarom van al die vermogens.
- Maar het brein is minder goed (kwetsbaar) in : het oplossen van problemen waarmee het in
het verleden zelden of nooit mee te kampen had, bijvoorbeeld louter theoretische problemen
over de aard van tijd en ruimte, over de organisatie van miljoenensteden, over de structuur
van subatomaire deeltjes, etc.
Brein is daardoor kwetsbaar voor ‘inzichten’ die fout zijn , bv de aarde is plat, etc.
- Dankzij moderne methodes en inzichten zien we in dat dingen in realiteit soms anders zijn dan
we zo natuurlijk aanvoelen (bv de aarde is plat). Deze methodes en inzichten zijn ontwikkeld
door de wetenschap en de wijsbegeerte.
DE WIJZE WAAROP DEZE METHODEN EN INZICHTEN ONTSTONDEN EN EVOLUEERDEN
VORMT HET ONDERWERP VAN DIT BOEK
Naar alle waarschijnlijkheid is het pas vanaf de zesde eeuw voor christus dat men ten
gronde de vraag naar de betrouwbaarheid van opvattingen en meningen, van intuïties en
van overgeleverde kennis, is gaan stellen.
o Vooral in het Griekenland van die periode ontstond het inzicht dat de kwaliteit van
argumenten ertoe doet en niet het louter verwijzen naar dogma, traditie en
autoriteit
o Dit kritisch denken leidde tot het ontstaan van wiskunde en wijsbegeerte.
o Dit proces gaat vandaag door met betrekking tot nieuw opgedoken problemen,
waarbij men zich de vraag stelt welke de beste methode is om ze op te lossen.
IN DIT BOEK WORDT ONZE VISIE OP DE GESCHIEDENIS VAN DE POGINGEN OM
BETROUWARE KENNIS TE VERWERVEN
1
, WE NOEMEN DEZE VISIE ‘EIGENZINNIG’, OMDAT OP MEERDERE PLAATSEN DE AUTEURS
OOK HUN APPRECIATIE EN EVALUATIE GEVEN VAN DE OPVATTINGEN DIE BESPROKEN
WORDEN.
ER BESTAAT ONDER FILOSOFEN GEEN CONSENSUS OVER DE SPECIFICITEIT VAN DE
WIJSBEGEERTE EX 1, VRAAG 1, stelling d)
DE AUTEURS MENEN DAT HUN VISIE OP DE WIJSBEGEERTE – HET STREVEN NAAR
RATIONELE KENNIS, DAAR WAAR NOG GEEN WETENSCHAPPELIJJKE METHODE BESTAAT OF
KAN WORDEN TOEGEPAST - ZEER PLAUSIBEL IS
- De wijsbegeerte was steeds verbonden met wiskunde en wetenschap, om goed te begrijpen
wat precies de problemen zijn die filosofen bezighielden is het noodzakelijk om die bredere
context te begrijpen.
- Uiteraard kan niet alles in dit boek behandeld worden : voorbeeld weinig aandacht voor
kunstfilosofie.
Keuze om vooral kennistheoretische kwesties als rode draad te volgen doorheen de
geschiedenis van de wijsbegeerte.
Houding van Spinoza tegenover menselijke handelingen : ‘ Onophoudelijk proberen om ze
niet te ridiculiseren, noch te betreuren of verachten, maar om ze te begrijpen’.
VERKLARING VAN DE TITEL VAN HET BOEK :
Volgens Herakleitos kunnen we geen tweemaal dezelfde rivier instappen en toch kunnen we tweemaal
dezelfde rivier instappen : het water is nooit hetzelfde, de bedding wel.
De rivier van de westerse wijsbegeerte heeft in de loop van de eeuwen een groot aantal denkbeelden
en denksystemen voorbij laten stromen, maar de bedding, de verwondering om wat men niet begreep
en de hunker naar oplossingen is dezelfde gebleven. Wie in dit boek een hoofdstuk openslaat, zal
telkens weer met andere antwoorden worden geconfronteerd, maar de vragen zullen, zeker in de
diepte, dezelfde zijn.
2
,HOOFDSTUK 1 : KENNIS, WETENSCHAP EN WIJSBEGEERTE
1. Wijsbegeerte als wetenschappelijke discipline
Wijsbegeerte, of filosofie, is de studie van die problemen waarvoor we nog geen wetenschappelijke
oplossingsmethode hebben.
In de meeste andere wetenschappen vindt men inzichten en uitspraken, vaak geformuleerd in
theorieën en wetten, waarover de specialisten het eens zijn.
Vooral in de natuurwetenschappen
Iets geringer in mens- en cultuurwetenschappen EX1, VRAAG 6, stelling b)
In de wijsbegeerte is er evenwel bijna geen enkel probleem dat alle filosofen op dezelfde manier
zouden beantwoorden. Zelfs over de vraag wat filosofie is en hoe we die moeten beoefenen, zijn de
filosofen het oneens. PROEFVRAAG 8, stelling E
Elk filosofisch werk is dus tendentieus.
Geen objectief verhaal, wel opvattingen van een bepaald individu of wijsgerige stroming.
Daarom de lezer confronteren met de wijsgerige problemen van het verleden en heden en
met de pogingen tot oplossing die filosofen hebben uitgedacht. Zo kan de lezer komen tot
een persoonlijke, kritische opvatting : d.w.z. een opvatting die tot stand komt nadat men
zich bewust geworden is van het problematische karakter van naïeve denkbeelden.
o Afstand nemen van dogmatische houding
o Opgelet voor verregaand relativisme, waarin alle houvast zoek is. Jij denkt dit, ik
denk dat, dus we hebben allebei evenveel gelijk …..
Dogmatisme en relativisme hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze afstand doen van het
redelijk denken, van de rationele argumentatie. In het ene geval (dogmatisme) vindt men argumentatie
overbodig, in het andere geval (relativisme) vindt men argumentatie onmogelijk.
Beide houdingen leiden tot intellectuele verstarring of tot een vlucht in kunstmatige
zekerheden van pseudowetenschap, bijgeloof of sektarisme.
Dit boek kan dus niet neutraal zijn. De lezers mogen kritisch zijn
Het boek van de Apostel indachtig : “Onderzoek alles, behoud het goede”
2. Kennis, wetenschap en de indeling van de wetenschappen.
2.1
We hebben enkel problemen op het vlak van de kennis op het oog.
Wijsbegeerte is immers een activiteit die gericht is op kennisverwerving, een soort wetenschap in de
ruime zin van het woord.
Wat is kennis ?
Elke voorstelling, elk denkbeeld of elke overtuiging waarvan we aannemen dat die met een zekere
‘werkelijkheid’ overeenkomt.
3
, Stelt ons in staat goede voorspelling te maken over wat zal gebeuren en laat ons dan toe
om met succes onze handelingen te plannen.
Wat is wetenschap ?
Een menselijke activiteit die erop gericht is tot gesystematiseerde en betrouwbare kennis te komen (=
resultaat van die activiteit in een bepaald gebied).
Dus een geheel van uitspraken, wetten, theorieën betreffende een enigszins samenhangend
probleemgebied, die aan de volgende eisen beantwoorden :
- Men kan ze mededelen (communiceren) aan andere mensen
- Ze vertonen een systematisch (geordend) karakter
- Er bestaat een controle op de betrouwbaarheid ervan.
Kennis versus wetenschap ?
Kennis die niet vatbaar is voor communicatie en controle, of die niet gesystematiseerd is, kan geen
aanspraak maken op het statuut van ‘wetenschap'
2.2 Definitie van een wetenschappelijke discipline
=> overzicht geven van de behandelde problemen door het voorwerp, of het object van die
wetenschap te omschrijven.
=> gekenmerkt door eigen methode
Voor de definitie van de filosofie is dit onderscheid object-methode van belang.
Traditioneel worden de wetenschappen op basis van de methode in twee grote groepen ingedeeld :
a. De formele of deductieve wetenschappen
Logica en wiskunde
Uitspraken zijn niet ontleend aan ervaring
Men vertrekt van basisformules, die men axioma’s noemt en door logische afleiding
(deductie) volgens vooraf vastgestelde regels, komt men tot stellingen
EIGEN TOEVOEGING n.a.v. EX 2, VRAAG 26, 5)
De deductieve wetenschappen, zoals logica en wiskunde, zijn inderdaad formele
wetenschappen. Ze richten zich op het bestuderen van abstracte structuren, regels en
relaties. Deze disciplines zijn a priori, wat betekent dat hun waarheden voortkomen uit
redenering en niet afhankelijk zijn van empirische waarnemingen. Anders gezegd, hun
waarheden zijn geldig ongeacht de specifieke ervaringen of waarnemingen in de
fysieke wereld
b. De ervaringswetenschappen of empirische of inductieve wetenschappen
Men onderzoekt hier hoe de werkelijkheid, dat wil zeggen, de totaliteit van alle dingen, in
elkaar zit EX 2, VRAAG 15, 1) a contrario
Men doet hierbij beroep op ervaring, in het bijzonder ervaringsgegevens of ‘empirische
data’, die we via de zintuigen verkrijgen (eventueel via waarnemingsapparatuur).
3 deelgroepen :
4