Bijzondere vraagstukken uit het strafprocesrecht
Les 1: vervangopname uit 2022
Strafprocesrecht kan je opdelen in twee grote groepen, nl. het vooronderzoek en de procedure voor
de vonnisgerechten. In de basiscursus strafprocesrecht is veel aandacht besteed aan het
vooronderzoek, maar over terechtzitting is minder aandacht aan besteed.
Deze cursus gaat dieper in op de correctionele procedure. Waarom keuze voor correctionele
rechtbank? Omdat de correctionele rechtbank echt de rechtbank van gemeen strafrecht is
geworden. Ook HvA waar er bijzonderheden en bestraffingsbevoegdheden zijn, maar de
correctionele procedure toch wel de belangrijkste.
Materie aanpakken op chronologische wijze: gaande van de adiëring tot aan het vonnis en de
rechtsmiddelen. Rechtsmiddelen kan men als onderdeel van de correctionele procedure
beschouwen. Voor procedures bij de beroepsgerechten moet een procedure gevolgd worden die vrij
vergelijkbaar is met de correctionele procedure.
Strafrechtelijk bewijsrecht: basis hebben we al gehad, maar deze cursus gaat er dieper op in.
Sommige zaken moeten niet bestudeerd worden, bv. regeling rond de kosten, cassatieprocedure etc.
Is een procedurecursus: moeilijkheden hebben te maken met het feit dat de cursus wat abstracter is.
Goed begrijpen wat de achtergrond is van een bepaalde procedureregel. Meeste regels houden ook
verband met elkaar!
Mondeling: twee open vragen, leest voorbereiding niet, wetboeken mogen gebruikt worden.
Geen geannoteerde wetboeken! Ook gerechtelijk wetboek nodig!
Correctionele procedure en correctionele rechtbank: historische inleiding (niet te kennen voor
examen)
Correctionele rechtbank is vandaag de dag een onderdeel van de rechtbank van eerste aanleg.
Rechtbank van eerste aanleg bestaat uit secties: burgerlijke rechtbank, correctionele rechtbank,
familierechtbank, jeugdrechtbank, beslagrechter en strafuitvoeringsrechtbank.
Van waar komt de correctionele rechtbank? 18 e eeuw: België gaat op een ogenblik door politieke
gebeurtenissen bezet worden door Frankrijk en dat betekent het einde van het Oostenrijks bewind.
Van belang dat de Franse bezetter niet enkel België gaat bezetten, maar ook gaat overgaan tot het
invoeren van het Franse recht en instellingen in zijn geheel. Heel het middeleeuws recht, aangevuld
met Oostenrijkse wetten, gaat uitgevaagd worden en vervangen worden door het toenmalig Franse
recht. Dit was bizar omdat er toen wetten en decreten zijn uitgevoerd vanuit het ancien régime
(zitten op dit moment voorbij Franse revolutie, in 1796). Op dat ogenblik bestonden wetten vanuit
het ancien régime die nooit in België waren uitgevoerd, maar die dan plots in 1796 worden
ingevoerd. Heel het Franse recht wordt in een keer ingevoerd, voor wat betreft het recht en de
instellingen. Daarna Napoleon met zijn wetboeken, dewelke ook zijn ingevoerd in de gebieden die
onder zijn bewind stonden.
Correctionele rechtbank is eigenlijk een van de vruchten van de revolutionairen. In 1791 creëert men
de correctionele rechtbank (tribunal correctionele). Oorspronkelijk bestond deze rechtbank niet. De
Franse revolutionairen hadden als idee dat het best zou zijn naar Engels model, dus personen laten
,berechten door gelijken (burgers). Deze burgers zouden dan een garantie vormen tegen de willekeur
zoals die bestond in het ancien régime. In ancien régime (van de late middeleeuwen tot de Franse
revolutie) was er niet enkel kritiek op de Koning, maar ook op de RM die men zag als een verlengde
van de Koning. Hierdoor worden ook HvA’en ingevoerd. Oorspronkelijk had men ook een jury van
inbeschuldigingstelling die ging bepalen of er een openbaar proces ging komen.
Van belang is dat men van in het begin, naast de HvA’en, ook tribunaux municipeau had. Dit waren
de gemeentelijke rechtbanken (later politierechtbanken), die zich exclusief gingen bezig houden met
de overtredingen. Dit was het stelsel van 1789: overtredingen gingen naar tribunaux municipeau,
maar al de rest ging naar het HvA. Vrij snel gaat men ontdekken dat het ondoenbaar is om voor alles
een HvA te gaan organiseren. Daarom creëert men in 1791/1792 de tribunaux correctionele: bedoeld
als tussenschakel tussen de politierechtbank en het HvA.
Term “correctionele”: men wil gedrag gaan bijstellen: idee is er dat men het crimineel gedrag gaat
corrigeren/bijstellen. Men heeft hier de kleine crimineel voor ogen die zich misdraagt en die dus
gecorrigeerd moet worden. Eenvoudige zaken werden hier behandeld, bv. slagen en verwondingen,
diefstallen etc. Het publiek is de meer marginale bevolking.
Men gaat een procedure creëren die toelaat om snel in te spelen op bepaalde criminele feiten. Deze
procedure wordt bewust heel eenvoudig gehouden. Wetgever van die tijd en ook de wetgever later,
bv. Sv.: hier ga je weinig artikelen hebben. Doel was om met een eenvoudige procedure snel zaken te
kunnen behandelen (ging over eenvoudige zaken met simpel bewijs etc.).
Wetgever gaat ook werken met schakelbepalingen: bv. tussen politie- en correctionele rechtbank.
Later gaat men de relatief eenvoudige regels aanvullen met de burgerlijke rechtspleging (Ger. W.)
waar dat men ook enkele regels uit Sv. gaat halen. In Ger. W. gaan dus enkele algemene regels
vinden die ook van toepassing zijn op de strafprocedure (zie art. 2 Ger. W.).
Maatschappelijke ontwikkeling: politierechtbank en HvA zwaar gekrompen. Vandaag de dag houden
politierechtbanken zich enkel nog bezig met verkeerszaken, uitz. de COVID-maatregelen
(wanbedrijven). Andere overtredingen worden eigenlijk niet meer vervolgd.
Andere inkrimping is deze van het HvA waar men in is gaan knippen door de jaren heen zodat HvA
steeds een beperktere bevoegdheid heeft gekregen. Dan is men rond 2009 tot het idee gekomen dat
alleen moord (discussie over poging tot moord: HvC bevestigd dat poging tot moord naar
correctionele rechtbank kan gaan). Krijgt dus een systeem dat minstens in de feiten het HvA zich
enkel nog gaat bezig houden met moordzaken en de rest naar de correctionele rechtbank.
Laatste evolutie: strafrecht heeft niet stilgestaan. Naast het Sw., is het domein van de bijzondere
strafwetgeving erbij gekomen. D.w.z. dat de correctionele rechtbank heel allround is geworden en de
strafrechter bij uitstek, bv. stadscriminaliteit, gecorrectionaliseerde misdaden (zware diefstallen,
zedendelicten), bijzondere strafwetgeving. Kunnen dus zeer makkelijke zaken zijn, maar ook zeer
complexe zaken, bv. stedenbouw, fiscaliteit, sociale misdrijven (bijzonder strafwetgeving).
De vraag is dan of de eenvoudige procedure die de wetgever voorzien had voor de correctionele
rechtbank nog altijd geschikt om die zaken te behandelen.
Geens wou bevoegdheden van HvA ontnemen (want afschaffen kan niet (Gw.!)). Dit zou betekenen
dat ook de moordzaken voor de correctionele rechtbank kwamen. Met een wet van 2016 had hij dat
ook gerealiseerd, maar hieruit bleek dat de procedure daar absoluut niet voor geschikt was, wat
aanleiding gaf tot vele problemen.
,GwH heeft er vervolgens op gewezen dat de correctionele procedure niet dezelfde waarborgen biedt
als de procedure van het HvA. Hier duidelijk geworden dat de correctionele procedure in het Sv. niet
meer geschikt is om dat soort zaken te behandelen. Ook in de complexe procedures moet men
vaststellen dat de correctionele procedure niet meer voldoende waarborgen biedt.
Voordeel is wel dat er veel ruimte is gelaten door de wetgever in 1808 en de rechter hebben zich
beholpen met deze ruimte om de zaken zo goed mogelijk te behandelen.
Zijn sinds 1831 vele commissies geweest om de strafprocedure te hervormen, deze hebben bijna
allemaal betrekking op het vooronderzoek. Soms voorstellen geweest tot hervorming van de
terechtzitting, maar is nooit iets geworden. Franchiment: weinig veranderingen aangebracht aan de
regels van de fase van de terechtzitting. Ziet dus dat de wetgever zich vooral focust op de fase van
het vooronderzoek. Ook recent in het nieuwe wetboek strafprocesrecht is er bijzonder weinig
aandacht voor de fase van de terechtzitting.
Splitsing van schuld en straf: voor de correctionele rechtbank is er een eenheid van schuld en straf,
d.w.z. dat de strafrechter in een correctionele procedure zich verplicht moet uitspreken over straf en
schuld in 1 keer, i.t.t. het HvA. Zijn al voorstellen geweest om de strafrechter enkel over de schuld te
laten uitspreken zodanig dat hij niet kijkt naar het strafblad van de betrokkene. Het is dan de
strafrechter die de straf oplegt die deze info dan krijgt en niet beïnvloed zal zijn over het eventueel
gerechtelijk verleden.
Bevoegdheid van de correctionele rechtbank
Alvorens men een zaak kan berechten is er een zekere volgorde en men begint met de bevoegdheid.
Welke zaken komen in aanmerking om naar de correctionele rechtbank te gaan? Hierbij moet een
onderscheid gemaakt worden tussen de materiële, persoonlijke en territoriale bevoegdheid.
Materiële bevoegdheid
Art. 179 Sv.: wanbedrijven behalve dewelke toegepast zijn aan de politierechtbank. Bv. bepalen
slagen en verwondingen in het kader van het verkeer zijn toebedeeld aan de politierechtbank.
Traditioneel aantal wanbedrijven die minder van belang zijn, bv. bosmisdrijven exclusief
toebedeeld aan de politierechtbank; COVID-misdrijven bevoegdheid van de politierechter, maar
coronaspuwers die men kwalificeert als bedreigingen wanbedrijven die tot bevoegdheid van de
correctionele rechtbank behoren. Dus meeste wanbedrijven naar correctionele rechtbank, maar zijn
toch aantal uitzonderingen!
Feit dat die wanbedrijven wel tot de bevoegdheid van de correctionele rechtbank behoren wil niet
zeggen dat ze in normale correctionele rechtbank behandeld zullen worden. Hierop twee
uitzonderingen: sociaalrechtelijke misdrijven (deze voor speciaal samengestelde kamer, eigenlijk wel
corr. rb., maar speciale kamer met speciale samenstelling) + jeugdzaken waar er uithandengeving is,
hiervoor ook een speciale kamer met speciale samenstelling en dus niet voor de jeugdrechtbank.
Belangrijk wanneer er mededader zijn (meerder- en minderjarig) verplichte splitsing. Gaat wel
enkel over uithandengegeven feiten en voor zover ze niet tot de bevoegdheid van het HvA behoren.
Zittingsmisdrijven: corr. rb. bevoegd voor de wanbedrijven en overtredingen gepleegd ter zitting.
Zittingsmisdrijven: misdrijven gepleegd ter terechtzitting, kan door partijen, rechter, derden. Bv.
diefstal plegen in de zittingszaal van de correctionele rechtbank. De misdaden die een zittingsmisdrijf
zouden uitmaken, moeten voor het HvA komen (moord). Zittingsmisdrijven hebben nog andere
aanhangigmaking ook (zie later).
, Overtredingen: zijn in principe voor de politierechtbank, maar enkel uitzonderingen:
1. samenhangende/onsplitsbare zaken: overtredingen die samenhangen met een wanbedrijf dat wel
tot de bevoegdheid van de correctionele rechtbank behoort.
2. Art. 192 Sv.: als men een misdrijf aanbrengt onder de kwalificatie van een wanbedrijf, dan is de
correctionele rechtbank daarvoor bevoegd, maar als men dit gedurende de procedure gaat
kwalificeren naar een overtreding, dan blijft de correctionele rechtbank bevoegd. Normale regel zou
zijn dat de correctionele rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak naar de politierechtbank
stuurt. Om efficiëntieredenen heeft men voorzien dat dat niet gebeurd, de hogere rechtbank
behandelt dan ook de overtreding.
3. drugswet: politiek compromis: cannabismisdrijven zonder bijkomende indicaties beschouwen als
overtredingen. Maar omdat het drugsmisdrijven zijn, hebben ze toch gezegd dat het toch tot de
bevoegdheid van de correctionele rechtbank behoort.
Misdaden komen in principe niet voor de correctionele rechtbank, maar uitzonderingen:
1. correctionaliseren
2. pers- en politieke misdrijven die in principe tot de exclusieve bevoegdheid horen van het HvA,
maar als ze ingegeven zijn door racisme of xenofobie komen ze wel voor de correctionele rechtbank.
Discussie over laster en eerroof gepleegd via het internet: HvC: alles wat op schrift is, ongeacht het
medium, moet voor het HvA. Maar als het een afbeelding of audiovisueel medium is, dan is het HvA
niet bevoegd. Bv. iemand die in een podcast beledigingen uit correctionele rechtbank, maar als hij
het uittypt is het een drukpersmisdrijf en moet het naar het HvA. RS en RL die het hier niet mee eens
is, maar in strijd met cassatierechtspraak.
Bevoegdheidsregels in strafzaken behoren tot de openbare orde en dit geldt voor alle soorten
materiële, persoonlijke en territoriale bevoegdheid. In het Ger. recht is dit anders en betekent dus
dat de rechtbank dit ambtshalve moet nagaan en opwerpen. Of de partijen al dan niet bezwaar
hiertegen hebben is compleet irrelevant. Ook in HB zal men dit moeten nagaan!
Een probleem rond bevoegdheid: noemt een bevoegdheidsgeschil. Dit is een tussengeschil!
Rechtbank moet daar altijd eerst over uitspraak, maar zijn niet verplicht om daar meteen uitspraak
over te doen. Is enkel zo wanneer er een probleem ontstaat in de aanhangigmaking zelf, voor de rest
is dat niet het geval. Dit heeft te maken met een dubbele bevoegdheidscontrole (zie later). Wanneer
je in een geval zit waarbij er volgens de inleidende stukken geen probleem is, dan kan men dat
perfect uitstellen. Men kan beslissen om het debat in zijn geheel te houden en daarna uitspraak
doen. Moet dus niet onmiddellijk uitspraak doen over het geschil.
Wanneer er een probleem is in de gedinginleidende akte, dan kan er een groter probleem rijzen.
Dan, alhoewel het niet strikt verboden is, kan men nog altijd voegen bij de grond van de zaak. Maar
als in de gedinginleidende akte een probleem blijkt te zijn, bv. een niet-correctionaliseerbare zaak
wordt aangebracht, dan heeft het geen zin om de zaak voort te zetten voor de correctionele
rechtbank.
Rechtbank moet correct geadieerd worden. Als dat niet het geval is, moet men opnieuw adiëren en
daarna uitspraak doen over de bevoegdheid (aanhangigmaking en bevoegdheid zijn twee
verschillende zaken!).