KWALITEIT VAN LEVEN BIJ MENSEN MET EEN BEPERKING
VERSTANDELIJKE BEPERKING
Vroeger en nu
Paradigma’s
= gemeenschappelijk referentiekader OF gedachtegoed dat ons denken en handelen in de
richting geeft. Elk model zorgt voor concepten die evolutie in het denken weergeven.
Kijk op personen met een verstandelijke beperking geëvolueerd van defectmodel naar
burgerschapsparadigma = paradigma verschuiving/shift.
Nieuw paradigma weerspiegelt zich in terminologie, visie en bejeging (omgang) in
ondersteuning bij een persoon met een verstandelijke beperking.
3 belangrijkste paradigma’s:
1. Defectparadigma
Focus op verschillen tussen mensen met en zonder verstandelijke beperking vnl. op de
tekorten/defecten bij personen met verstandelijke beperking. Vroeger sprak men vnl.
over debielen, imbecielen en idioten.
vnl. omwille van tekorten op het vlak van intellectueel functioneren (IQ).
Beperking werd opgevat als een ziekte/stoornis waarbij de persoon als patiënt wordt
behandeld. Voorziening werd georganiseerd volgens het zkh-model. Bewoners
leefden in groep met strak dagpatroon + uniforme regels. Naaste familie kwam amper
op bezoek en werden inhoudelijk niet betrokken bij pat. en behandeling. Ondersteuning
focuste zich meer op medische en paramedische aspecten en weinig op orthopedische
aspecten. Vnl. dokters en verpleegkundigen.
2. Ontwikkelingsparadigma
Focus op overeenkomsten tussen mensen met en zonder een verstandelijke beperking
en belang van gelijkwaardige (minimale) levensstandaard. Men spreekt over mentaal
gehandicapten, minder-validen, andersvaliden.
Ontwikkelings- denken staat centraal mensen hebben niet enkel defecten kunnen
zich ook verder ontwikkelen.
Visie: mensen met een beperking kunnen leren en ontwikkelen. Als ze zich verder
ontwikkelen kunnen ze deelnemen aan het maatschappelijk gebeuren.
Integratie normalisatie:
Integratie; mensen met een beperking worden beschouwd als personen met
competenties mits het aanleren van “gepaste gedragingen en vaardigheden”
aanvaard en geïntegreerd worden.
Normalisatie; zo normaal mogelijk leven leiden
Dagelijks bestaan van persoon met beperking zo dicht mogelijk in het “normale” leven
te brengen + zo gewoon mogelijke omgeving. Gendergemengde voorzieningen,
werken en wonen fysiek gescheiden is, week en weekend van elkaar verschillen,
cliënten net zoals anderen op reis kunnen gaan, pensioen kunnen gaan, in voorziening
blijven tot aan hun dood.
Men sprak over integratie en nog niet over inclusie: inspanning vnl. Vanuit de
persoon zelf.
Voorzieningen, dagcentra, scholen voor buitengewoononderwijs, ... – werden
gedecentraliseerd. -> echte deelname aan het maatschappelijk gebeuren was er nog
geen sprake.
3. Burgerschapsparadigma
Men spreekt over mensen/personen met een verstandelijke beperking. Erkend als
volwaardige burgers die op diverse levensdomeinen = rechten en plichten hebben als
elke andere burger in de samenleving. (Bv; wonen, werken, school, vrije tijd, ...)
!!! Zelfbeschikkingsrecht en inclusie zijn belangrijke begrippen.
1
, Beperking= mensen die een belemmering ondervinden om op = manier te participeren
in de samenleving. Doel dat personen op alle domeinen van het maatschappelijk
leven volwaardig kunnen participeren.
Belangrijke artikels uit het verdrag:
Mensen met beperking zelf invullen kunnen geven aan hun leven, persoonlijke
keuzes, wensen en doelen. Recht om in maatschappij te leven met =
keuzemogelijkheden als anderen. Moeten een kwaliteitsvol leven kunnen leiden.
Volwaardig deelnemen aan de samenleving in betekenisvolle activiteiten en relaties.
Recht op onderwijs en wonen en werking in de samenleving.
Recht op participatie in politieke en openbare leven en deelname aan culturele
leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport.
Langzaam veranderen van visie ten opzichte van mensen met verstandelijke
beperking.
Moeilijk om mindset van begeleiders op werkvloer te veranderen.
Mensen met verstandelijke beperking hebben een beperkt inkomen en leven vaak
onder armoedegrens. In BE; inkomen vervangende tegemoetkoming voor leef en
woonkosten
“Gap” overbruggen
- Beeldvorming, mentaliteit en attitudes moeten veranderen.
- Maatschappelijke organisaties aanpassen niemand drempels ondervindt om op een
= manier te participeren in de samenleving:
Toegankelijkheid gebouwen en diensten vergroten
Technologische hulpmiddelen
Zorgen voor adequate ondersteuning
Samenvattend;
Defectparadigma Ontwikkelingsgerichte Burgerschapsparadigma
paradigma
Defect Leren, mogelijkheden, Rechten en plichten
ontwikkelen
Patiënt Mens in ontwikkeling Cliënt, burger met
empowerment
Debiel, idioot, imbeciel, ... Mentaal gehandicapt, Persoon met een
mindervalide, verstandelijke beperking.
andersvalide, ...
Arts + verpleging Orthopedagogische Interdisciplinair team,
begeleiding, leefgroep individuele begeleider, ...
begeleiders
Dagelijks goede verzorging Ontwikkeling en Ondersteuning op maat, QOL
en verpleging trainingsprogramma’s bevorderen.
opzetten
Grote instituten met alle Kleinere organisaties dichter 4 domeinen; onderwijs,
voorzieningen bij maatschappij wonen werken en vrije tijd in
samenleving
Context wordt niet betrokken Context beperkt betrokken, Context
all- in formule professional is deskundig ervaringsdeskundige,
gedeeld verhaal & gedeelde
2
, verantwoordelijkheid
Segregatie Integratie en normalisatie Inclusie
Self advocay
= wereldwijd verspreide groepen van mensen met verstandelijke beperking, ze willen niet
langer gezien worden als zorgafhankelijke mensen maar vnl. als mensen die competent zijn,
zelf beslissingen nemen en hun rechten en plichten als burger opnemen.
Nu: niet meer mensen die voor hen opkomen wal over mensen die zelf contesteren tegen
labeling, discriminatie en ongelijke behandeling.
Middel om voor individuele personen om hun mening en keuze te geven,
beslissingen te kunnen nemen over hun eigen leven.
Collectieve beweging die strijdt door collectieve belangen en rechten van groep.
Definitie “verstandelijke beperking”
2 belangrijkste organisaties;
1. APA= American Psychiatric Association geclusterde beschrijving van stoornissen op
basis van symptomen DSM.
2. AAIDD = American Association on Intellectueal and Developmental Disabilities
oudste en grootste interdisciplinaire vereniging ter wereld die definite en diagnose van
verstandelijke beperking bijstuurt.
Quotiënt -> oorspronkelijke berekeningswijze van het IQ waarbij verstandelijke leeftijd gedeeld
wordt door chronologische leeftijd. Mensen met verstandelijke beperkings is de
ontwikkelingsleeftijd lager dan kalender-leeftijd.
Vroeger verstandelijke beperking = beperking in intellectueel functioneren
Meten intelligentie vnl. psychodiagnostische testen – niet gemakkelijk:
Intelligentie kent meerdere facetten – niet eenvoudig te definiëren. Verschillende oorzaken;
slechte gezondheid, vermoeidheid, stress en concentratieproblemen door gewenning aan
materiaal en situatie.
Intelligentie indeling;
Licht IQ 50 – 70 7 – 12 jaar
Matig IQ 35 – 50 4 – 7 jaar
Ernstig IQ 20 – 35 2 – 4 jaar
Zeer IQ < 20 Lager dan 2 jaar
ernstig
Bij vermoeden – intelligentie test afnemen en basis van het schema de ernst bepalen.
Schema:
- WEL voor diagnose te stellen
- NIET voor beeldvorming en bepalen van ondersteuning.
Spreken niet meer over een persoon met lichte/matige of ernstige verstandelijke beperking:
- Indeling enkel gebasseerd op IQ + cognitief functioneren van de persoon -> persoon
gereduceerd tot label. Kwaliteiten en talenten komen niet in beeld (iemand met laag
IQ kan veel sociale vaardigheden hebben.)
- Oorzaak ligt bij de persoon zelf – defect intellectueel functioneren. Omgeving wordt
niet in rekening gebracht.
Omgeving hoge verwachtingen heeft zal beperking sterker doorwegen
ALS omgeving zich afstemt op de persoon – zal beperking minder
ernstig ervaren worden.
Spreken over; mensen met een verstandelijke beperking die ondersteuning nodig hebben op
verschillende levensdomeinen, met intensiteit en frequentie.
3
, Sociaal ecologische visie op verstandelijke beperking
Kijken niet naar IQ, maar ook naar adaptief gedrag en functioneren van persoon binnen zijn
context ieder mens leert en leeft in sociale culturele context met onderlinge
afhankelijkheid.
Verwachtingen van omgeving bepalen in sterke mate mee in welke mate de persoon een
beperking heeft – mensen met een beperking vaak niet voldoen aan verwachtingen van
productiviteit en resultaten behalen:
Afhankelijk van anderen
Nodige ondersteuning en aanpassing horen ze erbij en kunnen ze zichzelf zijn.
o Betrokkenheid verhogen en drempels verkleinen of weggewerken.
Sociaal ecologische benadering = anti-essentialistische benadering, mensen niet tot 1 aspect
van identiteit worden gereduceerd. – relationele benadering, de omgeving kan verschillen
waardoor de beperking in aard en intensiteit anders kan zijn.
Belangrijk;
1. Beperking in individueel functioneren binnen een context met verwachtingen.
2. Persoon functioneert beneden het gemiddeld op intellectueel/ verstandelijk vlak (IQ <
70)
3. Persoon functioneerd beneden het gemiddeld op adaptief gedrag
4. Ontwikkelingsproblematiek (= niet verworven) vertraagde/ geblokkeerde ontwikkeling
tot 22 jaar – na 22 jaar verworven = NAH (=niet aangeboren hersenletsel.)
Intellectueel/ verstandelijk functioneren =
Redeneervermogen
Snelheid van leren
Abstract denken
Planvaardigheden
Complexe zaken begrijpen
Probleemoplossende vaardigheden
Ruimtelijk inzicht
Leren uit ervaringen
Adaptief functioneren/gedrag = vaardigheden die dagelijk door een persoon geleerd en
uitgevoerd worden. 3 vormen;
Conceptuele vaardigheden:
o Lezen, schrijven, rekenen, tijdsbegrip, kloklezen, omgaan met geld, ...
Sociale vaardigheden:
o Communicatie, verantwoordelijkheidsgevoel, omgaan met eigen en
andermans emoties, regels volgen, sociaal probleemoplossend
vermogen
Praktische vaardigheden:
o Wassen, kleden, tandenpoetsen, toiletbezoek, huishoudelijke
vaardigheden, medicatie inname, verkeer en transportgebruik, telefoon
en computergebruik, ...
Etiologie verstandelijke beperking
Verstandelijke beperking is vaak multifactorieel bepaald= meerdere factoren verantwoordelijk
voor verstandelijke beperking. 4 categoriën;
1. Genetische afwijkingen
Afwijking op bepaalde plaats van chromosoom of op het hele/ delen van het
chromosoom.
4