Politiek en beleid:
Inleiding
Sociaal werk: realiseren van mensenrechten, sociale rechtvaardigheid, diversiteit en
collectieve verantwoordelijkheid
Agogische opdracht: versterken van het individuele en collectieve welzijn in de
samenleving door allerlei initiatieven van hulp-en dienstverlening, gemeenschapsvorming,
educatie …
Politieke opdracht:
Klassiek politiek sociaal werk: werken binnen de grenzen en regels van het bestaand
systeem het beleid beïnvloeden en opkomen voor de belangen van de mensen
waarmee zij werken (belangenbehartigers)
Politiserend sociaal werk: de grenzen en regels van dit systeem zelf in vraag stellen en
proberen te veranderen denken en handelen buiten de bestaande kaders
Politiserend werken: het beleid op verschillende niveaus beïnvloeden
Sociaal werker: tekortkomingen signaleren in het beleid gericht naar de overheid,
organisaties en politici, tussenkomen in beleidsdiscussies, standpunten verspreiden via
diverse kanalen en sociale actie organiseren
De politiek: veelvuldige praktijken van het conventionele politieke systeem regeringen,
parlementen, regelgeving, besluitvorming …
Gericht op de kunst van het mogelijke: het tot stand brengen van het best haalbare
compromis.
Het politieke: kunst van het onmogelijke: het in vraag stellen van het systeem waarbinnen
het bestaande beleid en de beslissingen vorm krijgen
Hoofdstuk 1: Wat is politiek?
Politiek; containerbegrip en een contested concept (omstreden begrip).
Politiek heeft veel verschillende definiëringen en indelingen
Verwijzen naar macht, het beheer van een territorium, de strijd om belangen, het
nemen van collectieve beslissingen …
1./ De oorsprong van het begrip politiek
Er zijn drie oorsprongsredenen/ ontstaan geschiedeniselementen van de politiek:
1. politiek als moreel streven
Politiek; afgeleid van het Griekse politika.
Politika: zaken die met de polis te maken hebben
De polis: stadsstaten, een geordende samenlevingsvorm die gericht is op autonomie en
zelfbestuur
Aristoteles: het goede leven is enkel mogelijk binnen een politieke gemeenschap
De mens is als sociaal wezen lid van een polis en kan alleen tot volle ontplooiing komen
door deelname aan de publieke zaak.
Politiek: de zoektocht naar de goede samenleving, het nastreven van het goede leven
2. politiek als techniek om macht te verwerven
Machiavelli: boek II Principe (1532)
Politieke daadkracht: een sterke vorst of overheid nodig om de samenleving te ordenen
Middelen die nodig zijn om de staat te beschermen tegen binnen- en buitenlandse
vijanden.
Politiek verwijst naar het begrip staat.
Staat: de toestand van de vorst
1
,Concurrentie tussen de betekenissen van politiek:
Aristoteles: een bedachtzame, deugdelijke, weloverwogen vorm van bestuur op basis van
wijsheid en inzicht
Machiavelli: een sluwe techniek om met macht om te gaan
Later: de ideeën over hoe de samenleving georganiseerd moet worden
3. politiek als ideeën om de samenleving te organiseren
Einde 18e eeuw: ontstaan van verschillende nieuwe politieke stromingen en een nieuw
begrip van politiek:
- Manier waarop het gedachtengoed van nieuwe stromingen gerealiseerd moet worden.
- Tegenstellingen tussen verschillende ideeën over hoe de samenleving moet
georganiseerd worden (conservatisme, socialisme, liberalisme).
- Betrokkenheid van brede lagen van de bevolking.
1.2/ De aspect- en domeinbenadering
Marsh en Stoker: er zijn twee globale benaderingen om politiek te definiëren een aspect-
en domeinbenadering
Aspectbenadering: omschrijft politiek als een proces
Domeinbenadering: omschrijft politiek als een arena
1.2.1/ Aspectbenadering van politiek
Aspectbenadering: politiek is een aspect van het menselijk handelen en de menselijke
verhoudingen in allerlei levenssferen
Politiek is overal waar we mensen samen aantreffen vb. buurten, verenigingen,
organisaties, scholen …
We kunnen het politieke aspect onderscheiden van anderen aspecten in de menselijke
verhoudingen vb. het economische, het sociale, het affectieve …
Politiek: sociaal proces dat te maken heeft met macht en besluitvorming in het oplossen
van belangenconflicten en het verdelen van schaarse goederen
vb. marxisme en feminisme
Aspectbenadering: brede benadering van politiek, gaat veel ruimer dan de politieke
instellingen zoals het parlement of de regering ook politiek in onderwijs, sport,
ondernemingen, verenigingen …
Voordeel: we kunnen naar menselijke interacties en het functioneren van organisaties kijken
vanuit een politieke benadering
Levert ons inzichten op.
Nadeel: focust te veel op de processen en te weinig op de inhoud
Guido Dierickx: politiek is een interactieproces zesfasenmodel
1) Een probleem: politiek vindt zijn oorsprong in een probleem = onwenselijk beschouwde
toestand
2) Het probleem aanpakken, doel van politiek: via het voeren van beleid of het inzetten
van middelen dat probleem aanpakken
3) Conflict: aanpakken brengt conflicten met zich mee
4) Macht: macht inzetten om tot een besluit te komen
5) Gemeenschappelijke besluiten.
6) Een gemeenschappelijk beleid.
1.2.2/ Domeinbenadering van politiek
2
,Domeinbenadering: beperkt politiek tot een afgebakende sfeer van menselijke organisaties,
instellingen en actoren die gespecialiseerd zijn in het besturen van de samenleving
Alleen datgene dat behoort tot de afgebakende sfeer, het afzonderlijke politiek terrein, kan
politiek zijn.
Afgebakend deel van de samenleving: de overheid (staat, regering, publieke sfeer)
De politieke instellingen nemen de besluiten die bindend zijn voor de samenleving
Afzonderlijk politiek domein.
Voordeel: lijkt meer afgebakend
Nadeel: overheid en samenleving zijn toch met elkaar vervlochten = moeilijk om een strikt
onderscheid te maken
Afbakening van het territorium roept veel vragen op
Hoogerwerf: wie de politieke arena bestudeert, maakt een studie van de inhoud, de
processen en de effecten van het overheidsbeleid denkt na over wezenlijke aspecten van
politiek zoals machtsuitoefening, verdelingsvraagstukken, politieke cultuur …
1.2.3/ Aspect- versus domeinbenadering
Aspectbenadering Domeinbenadering
Aspectbenadering: ruimer dan politieke Domeinbenadering: het zijn de
instellingen politieke instellingen die besluiten
nemen die bindend zijn voor de
samenleving
Naar menselijke interacties en het De afbakening van het territorium
functioneren van organisaties kunnen roept veel vragen op.
kijken vanuit een politieke benadering.
Vb. foto hongerstaking België om in Vb. foto hongerstaking België om in
België te mogen blijven: België te mogen blijven:
A: hoe de mensen doen, wat hun acties D: de manier waarop de politieke
zijn = politiek instellingen omgaan met deze
staking = politiek
1.3/ Het politiek systeem van Easton
David Easton: ziet politiek als een maatschappij-omvattend systeem van het gezaghebbend
toedelen van materiële (inkomen, woning …) en immateriële waarden (rechtvaardigheid,
solidariteit, geluk …) in de samenleving
*Materiële en immateriële waarden = zaken die een gemeenschap waardevol vindt.
Schaarste = ontstaan van conflict
Iets of iemand moet hierover beslissingen nemen iemand die als gezaghebbend
wordt beschouwd door de gemeenschap. (Vaak de overheid = het politieke systeem =
realisatie van de bindende allocatie)
Politiek, Easton: de bindende besluitvorming en acties door de overheid, waardoor
verdeling door de meeste mensen in die samenleving de meeste tijd aanvaard worden
Kritiek op Easton:
Denkt te veel in termen van homogene staten of gemeenschappen.
Zijn focus op verdeling van schaarse middelen, zorgt ervoor dat de grens dun is tussen het
politieke en het economisch aspect.
Politiek gaat vaak over geld en goederen, maar ook over immateriële zaken.
1.3.1/ Analyse van het politiek systeem
Doel politiek systeem Easton: realisatie van de bindende allocatie
3
, Link tussen input en output, output moet overeenstemmen met input; wensen van de
mensen moeten gerealiseerd worden.
Systeemtheoretisch denken: politiek begrijpen in relatie tot de context
Politiek staat niet vast, maar wordt meebepaald door wat er in de context gebeurt.
Voortdurende en wederzijdse beïnvloeding tussen mensen, organisaties, groepen …
Systeemmodel: helpt om naar politieke processen te kijken, fungeert als raamwerk om
actoren en verschijnselen een plaats te geven
Schetst ruw de processen die erbinnen plaatsvinden, geeft geen verklaringen voor de
inhoud en oorzaken van de verhoudingen.
Kringloopgedachte: het politiek systeem staat in relatie tot de omgeving.
Het krijgt input uit de omgeving en verwerkt die tot output (=conversie)
1.3.2/ Input (invoer)
Input wordt niet alleen geformuleerd door burgers, ondernemers of groepen, maar ook door
mensen die in het systeem zitten vb. parlementslid kan een eis duidelijk maken
Input:
Signal input: eisen, wensen of behoeften
Vragen van burgers of groepen om een politieke oplossing.
Maintenance input: steun
Een instemming met heersende regels.
Politiek systeem reageert op de omgeving, maar heeft een beperkte capaciteit dus niet alle
input kan verwerkt worden input onderling te verschillend = onmogelijk.
1.3.3/ Poortwachters
Gatekeepers: het systeem heeft filters nodig, selectiemechanismen vb. media, politieke
partijen, belangenorganisaties …
Structurele regulatoren: openen of sluiten de toegang tot het politiek systeem
Culturele regulatoren: geldende normen of conventies
Regelen de input, zetten de deur open of houden de deur dicht.
1.3.4/ Omzetting
Omzetting: er wordt beleid gemaakt
Black box: wat gebeurt daar? Waar moeten we keuzes maken?
Ook ambtenaren, adviesraden, burgers … zijn verantwoordelijk voor de omzetting van
input naar output.
1.3.5/ Uitvoer
4