Het document omvat een volledige en duidelijke (geen doorlopende tekst) samenvatting van de hoofdstukken 8,9, 10, 11, 12, 13 en 17 uit het boek "Leidraad economie" mét integratie van de informatie uit de slides op Toledo van de docent B. Vandenbogaerde zelf.
[Meer zien]
Laatste update van het document: 9 maanden geleden
HOOFDSTUK 8 ECONOMISCHE GROEI EN ONTWIKKELING OP
LANGE TERMIJN
Onder economische groei van een land verstaan we de toename van de globale hoeveelheid
voortgebrachte goederen en diensten en daardoor ook van het globale inkomen.
De economische groei wordt uitgedrukt als de s jging van het reële bbp op jaarbasis.
(In de context van de economische groeitrend) is economische groei een langetermijnbegrip : de uitbreiding
van het produc epoten eel en over de schommelingen heen, een s jging van de geproduceerde
hoeveelheid goederen en diensten. Economische groei wordt dan gemeten als de gemiddelde toename van
het reële bbp of bni over een lange termijn.
Pas als de economische groei sterker is dan de bevolkingstoename ===> groei van het reële bbp of bni/
capita of hoofd van de bevolking.
Indicatoren voor de welvaart & ontwikkeling van een land :
- levenstandaard
- verdeling van de welvaart
- het armoedepercentage
- voedingssitua e
- de huisves ging
- de arbeidsduur en arbeidsomstandigheden
- het scholingsniveau
- de kinderster e
- de gemiddelde levensverwach ng
ECONOMISCHE GROEI IS EEN MODERN VERSCHIJNSEL
Tot het begin van de 18de eeuw was de economie malthusiaans
= de groei van de produc e door technologische verbeteringen/investeringen werd al jd ingehaald
door de bevolkingsgroei
Sinds het begin van de 19de eeuw is het ene land na het andere begonnen aan een periode van
aanhoudende economische groei - in volgende volgorde:
- Engeland
- België
- De rest van Europa
- Noord Amerika en Australië
- Rusland en Oost-Europa (20st eeuw)
- Japan
- grote delen van Azië en La jns-Amerika (sinds 1960)
De laatste 10 jaar vooral een groeistoot in de BRICS-landen :
- Brazilië
- Rusland
- India
- China
- Zuid-Afrika (South Africa)
En recenst in de MINT-landen:
1
ti fttiti ti ti titi ti ti ti
, - Mexico
- Indonesië
- Nigeria
- Turkije
==> de emerging economies of recente groeilanden
Weetje :
In het jaar nul waren er weinig verschillen (inkomen) tussen Europa en de rest van de wereld.
Het inkomen was vroeger in China zelfs hoger dan in Europa.
In de twee eeuwen tussen 1820 en nu is het produc evermogen van de westerse landen fenomenaal
toegenomen. Verhoogde produc e = levensstandaard van de groeiende bevolking in stand houden +
s jging van het gemiddeld inkomen per inwoner (capita).
West-Europa groeide (voorbije 2 eeuwen) de bbp met 2,2% en de bevolking met 0,7%, dus gemiddelde
jaarlijkse groei per inwoner 1,5%.
Afrika kende een gelijkaardige groei (1,9%0 maar de bevolkingsgroei steeg meer (1,3%) , bijgevolg maar een
groei per inwoner van 0,6%.
==> het belang van (kleine) jaarlijkse groeiverschillen en van de bevolkingsgroei!!
VERKLARING VOOR ECONOMISCHE GROEI
1/ de hoeveelheid beschikbare produc efactoren
2. de produc viteit (kwaliteit van de produc efactoren)
3./ omgevingsfactoren
De poten ële macro-economische produc e (output) van een land is a ankelijk :
1/ van de beschikbare kwan teit en kwaliteit van de produc efactoren
2/ van de e ciën e waarmee deze produc efactoren worden ingezet en gecombineerd of de input
Toename van produc e kan gerealiseerd worden door:
1/ bijkomende eenheden arbeid, kapitaal en natuurlijke hulpbronnen
2/ de kwaliteit & produc viteit van de arbeid
+ dat kapitaal te verhogen door scholing, techno. Vooruitgang en e ciënte organisa e van de produc e
2
ti ti ffiti ti ti ti ti ti ti ti ti ti ti ffi fh ti ti
, 3/ sterk bepaald door de omgevingsfactoren of ins tu oneel karakter van een samenleving
MEER ARBEID INZETTEN
Een simpele s jging van de werkende bevolking is op zich niet genoeg voor een s jging te creëren van de
levensstandaard.
Het aantal mensen dat in aanmerking komt om te werken is a ankelijk van de totale bevolkingsomvang.
Tegenstrijdige meningen over rela e bevolkingsgroei en economische groei.
1ste demogra sche transi e
=
De situa e waarin het ster ecijfer heel langzaam begint te dalen door verbeteringen in de publieke hygiëne
terwijl het geboortecijfer hoog blij . De bevolking s jgt omdat het geboortecijfer het ster ecijfer overtre .
Opgelet : bij een constante kapitaalvoorraad zal een toename van de arbeidsinzet leiden tot een lagere
produc viteit per arbeidskracht
Bijgevolg (bepaalde economen): als lage-inkomenslanden hun bevolkingsgroei onder controle houden =
snellere groei bv China (geboortebeperking).
Bij tekorten wat arbeidskrachten betre = ac ef immigra ebeleid = ‘gastarbeiders'
Opnieuw nodig in de toekomst omwille van de vergrijzing?
MEER KAPITAAL INZETTEN
Arbeidskrachten zijn produc ever wanneer ze meer kapitaalgoederen ter beschikking hebben.
De fysieke kapitaalvoorraad van een land omvat o.a. werktuigen, machines, verkeersinfrastructuur en
informa e- en communica efaciliteiten.
Feit =
De kapitaalgoederen die vandaag gebruikt worden en die toelaten om meer consump egoederen te
produceren, werden jdens de voorgaande jaren eerst zelf geproduceerd. En als er vandaag meer
kapitaalgoederen worden geproduceerd, willen er morgen meer mogelijkheden zijn om meer
consump egoederen voor te brengen.
==> he oome ect van de omwegproduc e
Gevolg =
Een maatschappij die meer inputs gebruikt voor de produc e van kapitaalgoederen, zal deze inputs vandaag
niet kunnen gebruiken voor de produc e van kapitaalgoederen. Er moet vandaag geïnvesteerd worden om
morgen meer te kunnen consumeren. Sparen om de investeringen te nancieren.
De ervaring leert ons dat landen sneller groeien als een groter deel van het bni wordt besteed aan
investeringen.
Investeringen hebben ook een mul plicatore ect = een geïnvesteerd bedrag leidt tot een veelvoud van dat
bedrag aan economische groei. Het uiteindelijke e ect is een aantal keren groter dan de oorspronkelijke
investering van de overheid.
3
titititi tifi ti tift
ti ti tiftti tift tiff fb tiffti tiff ti ti fh fi titi ti ft ft
, Een land dat niet over voldoende kapitaal beschikt, kan buitenlands kapitaal importeren. Bv Marshallplan
voor de wederopbouw van West-Europa na 1945. West-Vlaanderen tussen 1960-1975. Of China.
Inzet van kapitaal is onderhevig aan de wet van de variabele fysieke meeropbrengsten.
In 1st fase zal het inze en van bijkomende eenheden kapitaal de arbeidsproduc viteit sterk doen s jgen
maar na zekere jd zal dit e ect kleiner worden. Bijgevolg is in het in een arm land gemakkelijker om door
bijkomende investeringen een hogere economische groei te realiseren dan in rijke landen.
In West-Europa ligt de poten ële gemiddelde groei op lange termijn rond de 1 a 2,5%.
Een kleine produc viteits- of inkomenss jging zal in hoge inkomenslanden in geld uitgedrukt nog al jd
groter zijn dan een veel hogere produc viteits- of inkomenss jging in een arm land.
BESCHIKKEN OVER NATUURLIJKE HULPBRONNEN
De aanwezigheid van natuurlijke rijkdommen is a ankelijk van de geogra sche ligging en verschilt van land
tot land.
Maar het bezit van natuurlijke hulpbronnen is op zich geen garan e om economische groei te verklaren.
Bv Nigeria
Bv De Democra sche Republiek Congo (voormalig Zaïre)
Anderzijds kan een tekort aan natuurlijke hulpbronnen, net als aan arbeid en kapitaal, omzeild worden door
invoer uit het buitenland bv Japan (dankzij interna onale handel : voert energie en grondsto en in en
exporteert de gefabriceerde goederen naar de landen die de natuurlijke hulpbronnen leveren).
België zit in dezelfde situa e als Japan = a ankelijk van de interna onale handel.
HET BELANG VAN MENSELIJKE KAPITAAL
= de term voor de kennis en vaardigheden die mensen verwerven door scholing en ervaring.
De inzet van geschoolde arbeidskrachten doet de arbeidsproduc viteit en het gemiddeld inkomen s jgen.
Naar analogie met fysiek kapitaal, is menselijk kapitaal ook een afgeleide produc efactor.
In ontwikkelingslanden is het analfabe sme en het tekort aan geschoolde arbeidskrachten en ondernemers
een rem op de economische ontwikkeling. Bovendien hebben ze maken met een uitstroom van menselijk
kapitaal = braindrain. Of hoogopgeleide arbeidskrachten die emigreren.
TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG
Technologische vooruitgang leidt tot vernieuwing/innova e in de producten als in het produc eproces.
Produc nnova e = (ver)nieuw(de) producten bv auto, vliegtuig, telefoon, computer en internet
Produc eprocesinnova e = de produc ewijze van een bepaald goed en het inze en van vernieuwde
kapitaalgoederen die produc ever zijn bv autoassemblage bij Ford
Investeren in ‘research & development”.
De aanwezigheid van crea eve en progressieve ondernemingen is een troef voor de economische groei.
4
ti tititi ti tt ti ti ffti tititi fhti fhti ti titi tititi fi titi tt ffti tititi
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sandydonck. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.