100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
samenvatting leerstof kennisexamen paraveterinair; examenmatrix volledig uitgewerkt €25,49
In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting leerstof kennisexamen paraveterinair; examenmatrix volledig uitgewerkt

 4 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

In deze enorm uitgebreide samenvatting (bijna 190 pagina's) is de volledige examenmatrix van het kennisexamen paraveterinair uitgewerkt. Hierbij zijn mijn eigen aantekeningen, samenvattingen en lesmaterialen in verwerkt. De samenvatting bevat veel beeldmateriaal, en duidelijke uitleg. Ook zijn hier...

[Meer zien]

Voorbeeld 7 van de 185  pagina's

  • 24 februari 2024
  • 185
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
Leerstof kennisexamen paraveterinair 2023


Inhoudsopgave
H1 Wet en regelgeving ............................................................................................................................ 5
1.1 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de wet dieren (1 vraag) ................................................ 5
1.2 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in het veterinair tuchtcollege (1 vraag) ........................... 6
1.3 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in maatregelen/regelgeving rondom veiligheid (1 vraag) 7
Stralings- en veiligheidsmaatregelen bij het werken met röntgenstraling (2 vragen) ............................ 7
H2 Voortplanting van dieren ................................................................................................................. 10
2.1 Hormonen van hond, kat en konijn (1 vraag) .................................................................................. 10
2.2 Het beïnvloeden van de voortplantingscycli (2 vragen) .................................................................. 14
H3 Algemene biologie van dieren ......................................................................................................... 17
3.1 Topografische anatomie (1 vraag) ................................................................................................... 17
H4 Anatomie en fysiologie; digestieapparaat ....................................................................................... 18
4.1 Anatomie en fysiologie; digestieapparaat hond en kat (1 vraag) .................................................... 18
4.2 Anatomie en fysiologie; digestieapparaat overige diersoorten (1 vraag) ....................................... 23
H5 Anatomie en fysiologie; het locomotieapparaat ............................................................................. 25
H6 Anatomie en fysiologie; het respiratieapparaat .............................................................................. 29
6.1 Het respiratieapparaat; hond en kat (1 vraag) ................................................................................ 29
6.2 het ademhalingsstelsel bij de vogel (1 vraag).................................................................................. 34
H7 Anatomie en fysiologie; het circulatieapparaat ............................................................................... 35
7.1 Anatomie en fysiologie; het hart (1 vraag) ...................................................................................... 35
7.2 bloedvormende organen (geen vragen) .......................................................................................... 43
H8 Anatomie en fysiologie; de huid ...................................................................................................... 50
8.1 Anatomie en fysiologie; cellen en weefsels (geen vragen).............................................................. 50
8.2 Anatomie en fysiologie; de huid (1 vraag) ....................................................................................... 55
8.3 Anatomie en fysiologie; algemene ziektekunde van de huid (geen vragen) ................................... 59
H9 Anatomie en fysiologie; het zenuwstelsel........................................................................................ 63
9.1 Anatomie en fysiologie; het oog (geen vragen)............................................................................... 63
9.2 Anatomie en fysiologie; het oor (geen vragen) ............................................................................... 66
9.3 Anatomie en fysiologie; het zenuwstelsel (1 vraag) ........................................................................ 67
H10 Anatomie en fysiologie; het urogenitaal stelsel ............................................................................. 72
10.1 urogenitaal stelsel (1 vraag) .......................................................................................................... 72
H11 Anatomie en fysiologie; het hormoonstelsel ................................................................................. 77

,11.1 anatomie en fysiologie; het hormoonstelsel (1 vraag) .................................................................. 77
H12 de kandidaat heeft kennis van diergezondheid ............................................................................. 81
12.1 kennis en inzicht in de volgende melding plichtige ziektes (1 vraag) ............................................ 81
12.2 vaccinatie hond, kat, konijn, fret en paard (2 vragen) ................................................................... 82
12.3 kennis van vrijwillige en verplichte bestrijdingsprogramma’s van rund en varken (1 vraag) ........ 85
12.4 inzicht van zoönose bij gezelschapsdieren (3 vragen) ................................................................... 86
12.5 inzicht van zoönose bij landbouwhuisdieren (1 vraag) ................................................................. 88
H13 geboorteproces en omstandigheden ............................................................................................. 89
13.1 fases van het normale geboorteproces (1 vraag) .......................................................................... 89
13.2 advies benodigde extra verzorging voor eigenaar rondom normale geboorte (1 vraag).............. 90
H14 geboorteproces, afwijkingen en bijhorende acties ........................................................................ 91
14.1 kennis afwijkende geboorteproces (1 vraag)................................................................................. 91
14.2 benodigde acties bij afwijkend geboorteproces (vraag 1)............................................................. 91
H15 kennis van EHBO van dieren; herkent SPAR en CRASH .................................................................. 92
15.1 algemeen klinisch onderzoek (2 vragen) ....................................................................................... 92
15.2 kennis van spoedonderzoek bij hond en kat (2 vragen) ................................................................ 94
H16 kennis van dierziektes en aandoeningen ....................................................................................... 95
16.1 kennis van algemene pathologische termen en hun Latijnse benamingen (1 vraag) ................... 95
16.2 kennis en inzicht in algemene ziektesymptomen (4 vragen)......................................................... 96
H17 kandidaat heeft kennis van de ziektes, symptomen, prognose, behandelmethode (2 vragen
totaal) .................................................................................................................................................. 102
17.1 pathologie bewegingsstelsel ....................................................................................................... 102
17.2 pathologie nieren en urinewegen ............................................................................................... 106
17.3 pathologie voortplanting ............................................................................................................. 110
17.4 pathologie digestiestelsel ............................................................................................................ 113
17.5 pathologie respiratiestelsel en circulatiestelsel........................................................................... 117
17.6 pathologie zintuigen .................................................................................................................... 121
17.7 pathologie van het endocriene stelsel ........................................................................................ 122
17.8 pathologie zenuwstelsel .............................................................................................................. 125
17.9 pathologie infectieuze ziektes van hond, kat, konijn en paard ................................................... 127
H18 kennis van endoparasieten en ectoparasieten ............................................................................ 134
18.1 kennis en inzicht in endoparasieten (2 vragen) ........................................................................... 134
18.2 heeft kennis van en inzicht in ectoparasieten (2 vragen) ............................................................ 140
H19 kennis van microbiologische hygiëne........................................................................................... 142
19.1 kennis en inzicht in reinigen en desinfecteren van ruimtes (1 vraag) ......................................... 142
19.2 heeft inzicht in persoonlijke hygiëne (2 vragen) .......................................................................... 143

2

,19.3 heeft kennis en inzicht in steriliteit in operatie ruimtes (1 vraag) ............................................... 143
H20 kennis van branche specifieke wet- en regelgeving ..................................................................... 144
20.1 kennis specifieke paraveterinairen handelingen volgens regeling diergeneeskundigen (1 vraag)
............................................................................................................................................................. 144
20.2 handelingen die een paraveterinair mag uitvoeren tijdens een gebitsreiniging (1 vraag).......... 146
H21 kennis van anesthesie, werking en toepassing ............................................................................ 147
21.1 kennis van de werking van middelen in de gezelschapsdierenpraktijk (1 vraag) ........................ 147
21.2 heeft kennis en inzicht in de anesthesie (1 vraag)....................................................................... 151
21.3 kennis en inzicht in de werking van het anesthesie apparaat en verschillende systemen (1 vraag)
............................................................................................................................................................. 152
21.4 eenvoudige gasflowberekeningen maken (1 vraag) .................................................................... 154
21.5 kennis van monitoringsapparaat (1 vraag) .................................................................................. 154
21.6 heeft inzicht in te nemen acties bij anesthesie (1 vraag) ............................................................ 155
21.7 heeft kennis en inzicht in pijnbestrijding, pre-operatief, tijdens operatie en post-operatie (1
vraag) ................................................................................................................................................... 156
21.8 heeft kennis van en inzicht in pre- en postoperatieve zorg (1 vraag) .......................................... 156
H22 kennis van dierziektes en aandoeningen ..................................................................................... 157
22.1 herkennen van pijn en gedrag bij hond, kat, paard en konijn (2 vragen) .................................... 157
22.2 kan eigenaar adviseren over veel voorkomende gedragsproblemen bij hond en kat (2vragen) 157
22.3 kennis van de belangrijkste eigenschappen van dieetvoeding en ondersteunende voedingen (2
vragen) ................................................................................................................................................. 159
22.4 kennis van de belangrijkste eigenschappen van specifieke voedingsmiddelen (2 vragen) ......... 164
22.5 kennis van speciale voedingsstoffen in dieetvoer (1 vraag) ........................................................ 165
H23 laboratoriumwerkzaamheden in relatie tot ziekte of aandoening .............................................. 167
23.1 verschillende laboratoriumonderzoeken (2 vragen) ................................................................... 167
23.2 inzicht in het maken en beoordelen van röntgenfoto’s (2 vragen) ............................................. 168
H24 medicijnleer en diergeneesmiddelen (3 vragen) ......................................................................... 175
24.1 antibiotica .................................................................................................................................... 175
24.2 NSAID’S (Non-Steroidal Anti-inflammatory Drugs) ..................................................................... 177
24.3 Opiaten ........................................................................................................................................ 177
24.4 Anti parasitaire middelen ............................................................................................................ 178
24.5 medicatie voor de hormoonpreparaten ...................................................................................... 179
24.6 medicatie voor de huid ................................................................................................................ 180
24.7 medicatie voor de zintuigen ........................................................................................................ 181
24.8 medicatie voor circulatie (hart en nieren) ................................................................................... 181
24.9 medicatie voor het digestiestelsel ............................................................................................... 182
24.10 medicatie voor het respiratieapparaat ...................................................................................... 183

3

,24.11 medicatie voor het zenuwstelsel ............................................................................................... 184
24.12 injectieplaatsen en dosering van medicatie berekenen ............................................................ 185




4

,H1 Wet en regelgeving

1.1 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de wet dieren (1 vraag)

Opiumwet
Het doel van de opiumwet is het regelen van de omgang met bewustzijn beïnvloedende middelen ter
bescherming van de volksgezondheid

De plichten van de dierenarts:

• Alleen gebruik t.b.v. dieren
• Administratie bijhouden betreft de ontvangst en uitgifte -> pakbonnen 6 jaar bewaren
• Afsluitbare opiatenkast

Middelen die in lijst 1 zitten -> opiaten en sterk werkzame en/of verslavende middelen:

• Harddrugs
• Methadon (hele sterke pijnstilling)
• Sufentanil (intens zware pijnstilling, bijwerking hierbij is dat dieren stoppen met ademen)
• Buprenorfine
• Morfine
• Cocaïne

Middelen die in lijst 2 zitten -> barbituraten en benzodiazepinen:

• Softdrugs
• Euthasol
• Pentobarbital
• Midazolam
• Diazepam

Kanalisatiewet

Het principe van de kanalistatiewet is dat alle middelen vrij te verhandelen zijn, behalve degene die
zonder tussenkomst van dierenarts gevaar opleveren voor gezondheid

• UDD: uitsluitend door dierenarts toe te passen
• UDA: op voorschrift van een dierenarts, door dierenartsen, apothekers afgeleverd, dierhouder
mag toedienen
• URA: op voorschrift van een dierenarts, door dierenartsen, apothekers of erkende handelaren
afgeleverd, dierhouden mag toedienen (landbouwhuisdier en paard)
• VRIJ: zonder recept van de dierenarts, door dierenarts, apotheker en houder
afleververgunning afgegeven

Alle antibiotica zijn UDD, maar mag je wel meegeven met een diagnose, uitleg en een controle




5

,Registratiewet

De voorwaarden van de registratiewet:

• Het diergeneesmiddel moet de gestelde werking hebben
• Het diergeneesmiddel mag geen gevaar opleveren voor de gezondheid van de mens
• Het diergeneesmiddel mag niet schadelijk zijn voor het milieu
• Het diergeneesmiddel mag niet schadelijk zijn voor de gezondheid van dieren

Bij veldstudie, worden zieke dieren gebruikt voor een studie. Dit is lastig om het effect hierbij te meten,
omdat elk dier andere ziekteverschijnselen heeft.

Als een middel niet geregistreerd is ga je werken volgens de cascade regeling

Diergeneesmiddelen zijn herkenbaar aan

• REG NL 0000
• Vermelding ‘diergeneesmiddel’
• Vastgesteld bij registratie
- Voor welke ziekte
- Diersoort
- Dosering en toedieningswijze
- Duur en evt wachttermijn
• Kanalisatie

Bestrijdingsmiddelenwet

Bestrijdingsmiddelen staan in de plofkast. De wanden van deze kast en de deur van deze kast moeten
een brandvertragende werking hebben. De ruimte moet geventileerd kunnen worden. De schappen
van de kast hebben openstaande randen.



1.2 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in het veterinair tuchtcollege (1 vraag)

Klachten

De klachten die het tuchtcollege behandeld:

• Klacht van eigenaar over diergeneeskundig handelen -> bijvoorbeeld verkeerde diagnose,
onvoldoende onderzoek, geen hulp verlenen etc
• De Wet Dieren regelt diergeneeskundige zaken
• Klacht tegen paraveterinair bij Veterinair onzorgvuldig handelen -> handelingen uitvoeren die
jij wettelijk gezien niet mag doen




6

, 1.3 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in maatregelen/regelgeving rondom
veiligheid (1 vraag)

Omgaan met agressieve dieren

Let goed op je eigen veiligheid en gebruik hulpmiddelen als dit nodig is. Zorg ervoor dat je weet/ziet
dat er een dier binnenkomt die agressief is, of zou kunnen zijn. Wees zoveel mogelijk preventief en
voorkom incidenten

Omgaan met giftige stoffen

• Bij anesthesiegas is het belangrijk dat het dier dat dit binnenkrijgt goed uitgewassen wordt. Dit
houdt in dat het dier nog een aantal keer extra zuurstof krijgt voordat hij in de opname gaat
• Euthasol, formaline en formaldehyde (sterk water) en bestrijdingsmiddelen moeten altijd in de
gifkast staan.

Omgaan met Arbowetgeving

Er mag 12 uur per dag gewerkt worden, per week is dit maximaal 60 uur. Dit mag niet elke week
gewerkt worden. Wanneer er langer dan 5,5 uur gewerkt wordt, heeft de werknemer recht op
minimaal 30 min aaneengesloten pauze. Als er langer dan 8 uur gewerkt wordt is dit minimaal 45 min
pauze, waarvan 30 min aaneengesloten

• Er mag maximaal 12kg getild worden
• Paraveterinair A: voert werkzaamheden uit als praktijkondersteuner en valt terug op
paraveterinair B en/of C. Paraveterinair A geeft geen leiding aan anderen dan stagiaires
• Paraveterinair B: heeft tenopzichte van A aanvullende werkzaamheden. Zorgt voor het soepel
verlopen van de gang van zaken. Ontvang leiding van C/dierenarts, geeft leiding aan A en
begleid stagiaires
• Paraveterinair C: ontvangt leiding van de praktijkleidinggevende en geeft leiding aan
A/B/stagiaires

Tijdens de zwangerschap, probeer dan zo min mogelijk röntgenfoto’s te maken. Zorg voor een goede
persoonlijke hygiëne, blijf uit de buurt van gevaarlijke stoffen, belast je lichaam fysiek zo min mogelijk.



Stralings- en veiligheidsmaatregelen bij het werken met röntgenstraling (2 vragen)

De eigenschappen van röntgenstralen

• Elektromagnetische golven, met een golflengte kleiner dan dat van licht -> gaat door weefsel
heen
• Doordringend vermogen -> kan beeld maken
• Divergerende stralenbundel
• Schadelijke effecten -> tast cellen aan, maakt veel warmte
- Groei belemmerend
- Epitheelverwoestend
- Ontstekingsopwekkend
- Genen beschadigend


7

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eleanorevx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €25,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen

Laatst bekeken door jou


€25,49  4x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd