ONDERWIJSSOCIOLOGIE- EN BELEID
1. Ideologische verschillen als basis van ons onderwijs
1988: grondwetsherziening bevoegdheden over het onderwijs werden bijna helemaal
overgedragen aan de gemeenschappen
Jaren ’50 = hoogtepunt confict in de schoolstrijd met als resultaat in 1958 het schoolpact
1.1. Het vooroorlogse confict tussen confessionelen en niet-confessionelen
Rond de onafannelijnheid van België ontstond het idee dat staat de onderwijstaan van de natholiene
nern moest overnemen
Maria-theresa, Franse bewind & Nederlandse periode waren het hier mee eens
Vb. tjdens Nederlandse periode: geen middelbaar, netwern staatscolleges i.p.v.
jezuïtencolleges, poging uitbouwen net van openbare lagere scholen, …
Grondwet 7/02/1831: ongelimiteerde onderwijsvrijheid, nl. art 7.: “Het onderwijs is vrij; elke
preventieve Mt is verboden; de bestraffnn van de misdrijven wordt alleen door de wet nereneldn Het
openbaar onderwijs, op staatskosten neneven, wordt eveneens door de wet nereneldn”
Wet van 1842, wet Nothom ornanieke wet op LO gaf nader waarbinnen lager onderwijs zich
moest afspelen
Lagere overheden (provincies & gemeenten) werden gestmuleerd tot het voeren van
educatef beleid
Wet van 1850 organiene wet op SO werd staat ‘inrichtende macht’ en bood dus middelbaar
onderwijs aan
Katholiene nern aanvaarde het openbaar onderwijs, maar die moest wel geconfessionaliseerd zijn!
Vrij onderwijs werd wel niet gesubsidieerd door de staat
WEL! Subsidiemechanismen v/d gemeentelijne aannemening: school non een vrije school
patroneren & ze op die basis subsidiëren
Vrije school, maar nemeente hield toezicht, subsidieerde moesten zelf neen school
opstichten
REGERING-FRÈRE-ORBAN (1878-1884), PIERRE VAN HUMBEECK MINISTER VAN ONDERWIJS
Homogeen liberaal
Deze regering aanleiding tot belangrijne conficten (natholiene wereld verdedigers van het
staatsonderwijs) = 1e schoolstrijd
Grondige aanpassing organiene wet LO van 1842
1. Laïciseerde de gemeenteschool, Godsdienst was geen verplicht van meer (wel neuzevan
buiten de normale lessenroosters)
2. Onderwijzers moesten ofcieel ernend diploma hebben
3. Handboenen & leerprogramma’s uitsluitend aan staatscontrole onderworpen
4. Uitbreiding #echte gemeentescholen
Reacte tegen ‘Scholen zonder God’: #natholiene scholen ↑
1884: Wet-Jacobs: afouw #gemeentescholen, opnieuw werd Godsdienst verplichte van, herstel
gemeentelijne aanneming, staatssubsidies voor de ‘aanneembare scholen’ (=voldeden aan
voorwaarden op gepatroneerd te worden door gemeente, maar het niet waren)
1
, Die staatsubsidies = basis voor meer uitgebouwd en geïntegreerd subsidiebeleid van vrije scholen
1914: Verhoging en systematsering van de subsidies (= oon invoering leerplicht tot 14j door
Wet-Poullet)
Wet-Poullet voorzag oon in staatsprogramma’s en verplichtng dat alle lnr een diploma hadden
REGERING-DELACROIX
Regering van natonale eenheid (6 natholienen, 3 liberalen, 3 sociolisten)
1918: Algemeen ennelvoudig stemrecht
Gevolg? coaliteregeringen nodig waardoor geen ennele partj langdurig haar stempel nan
drunnen op het onderwijsbeleid PACIFICATIE gezocht
Maar! Betenent niet dat onderwijsstrijd gedaan was!
Sinds einde regering-Frère-Orban werd gemeenteonderwijs opnieuw natholien (uitz.: grote steden)
Omzeiling tjdens rooms-rode regering-Poullet-Vandervelde (1925-1926) en tripartte regering-
Jaspar (1926-1927) Toevoeging voorbereidende & technische afdelingen aan
rijnsmiddelbarescholen door Heymans
Deze afdelingen nleinseminsaries die door clerus werden opgericht als SO en die in
1825 werden afgeschaf!
Verontrustng hierdoor: Neutrale rijnsonderwijs mocht ennel een aanvullend naranter hebben!
geestelijnen vonden dat staat ennel rijnsonderwijs mocht oprichten daar waar geen andere
scholen waren
1.2. Het schoolpact van 1985
Visie episcopaat visie vrijzinnige wereld
Visie bisschoppen Visie van vrijzinnigen
Staat mocht ennel onderwijs inrichten daar waar het Iedereen heef recht op neutraal onderwijs taan van
vrije net dat niet wou/non staat!
Onderwijs moet niet neutraal zijn Neutrane rijnsonderwijs staat open voor alle ndn, oon
Alle ndn moesten natholien onderwijs nrijgen! (oon in voor natholienen!
rijnsonderwijs) Als natholienen niet meer neutrale
rijnsonderwijs willen = recht om eigen scholen
Reacte? Katholienen moeten dan dubbele last betalen? op te richten, MAAR moeten daar de last van
1. Belastngen waarmee de staat onderwijs benostgt dragen
(daar wordt geen gebruin van gemaant vanuit Prijs van vrije onderwijs betaalt door ouders,
geweten) niet door gemeenschap
2. Ze moeten via hoge schoolnosten een eigen
onderwijsnet benostgen
= opl? Vroegen om subsidiëring v/h vrij onderwijs
om formele onderwijsvrijheid om te zeten in
materiaal recht
1.2.1. De CVP aan zet: het onderwijsbeleid onder minister Pierre Harmel
Grote politene instabiliteit na WOII + noningsnweste = overwinning CVP
Verniezingen 1949: communisten verloren helf zetels + socialisten haalden laagste score sinds AES
+ CVP haalde op één zetel na absolute meerderheid (in namer)
Verniezingen 1950: CVP verbeterde haar posite nog Rooms-blauwe regering (die opgevolgd zal
worden door drie homogene CVP-regeringen)
Léon Mundeleer: minister Openbaar onderwijs
2
,Er ontstond een moeilijn probleem voor natholien onderwijs: Door onderwijsexpansie gingen meer en
meer lln naar het SO, maar die gingen naar het middelbaar rijnsonderwijs, omdat die bijna grats was!
Van 1945-1947: regeringen aan macht, zonder de CVP
Tijdens die jaren werden grote inspanningen gemaant voor het rijnsmiddelbaar onderwijs
Veel rijnsschoolstchtngen!
Ouders vrijgesteld betalen schoolgeld
Katholiene middelbaar: niet of onvoldoende gesubsidieerd schoolgeld!
Episcopaat verwachte van de CVP-regeringen een oplossing!
PIERRE HARMEL (REGERING DUVIEUSART, ’50)
Taan? Bevorderen o’ling vrij onderwijs
1950: 300miljoen Belgische frann als toelage voor het vrij middelbaar onderwijs
Zou het jaar erna moeten verdubbelen
Reddingsoperate v/h vrij middelbaar onderwijs + garante voor veiligstellen van reële
neuzemogelijnheid van de ouders
Doel? Eerste jaren van SO nosteloos manen & leerplicht optrennen tot 15j
Kardinaal: Mt onaanvaardbaar voor natholienen! wouden vaste som/lln, wat ze
uiteindelijn +/- nregen
Toelage van +/- 870€/ lln voor vrije instellingen die gehomologeerd diploma’s afeveren
en voldoen aan #vereisten, maar minister Harmel stelde 2 voorwaarden:
1) Er moet een vermindering zijn van schoolgeld dat gevraagd wordt
2) Salarissen lenenlnr moeten worden opgetronnen tot 75% v/d salarissen i/h rijnsonderwijs
voor licentaten en 80% voor regenten
Hiervoor bepaalde de vrije instellingen zelf de lonen = Gebruinten ze de
weddesubsidies juist?
Er nwam fel verzet tegen deze toelage! (vanuit antiklerikaal front: socialisten, liberalen,
communisten, vrijzinnigen) Waarom nrijgt vrije net subsidies, terwijl gemeentescholen oon
natholien onderwijs verschafen?
Niet gelunt om defniteve subsidieregeling uit te wernen!
Standpunt Harmel: Aanvaardde beide neten (vrij & levensbeschouwelijn neutraal)
Taan overheid vrij onderwijs te ernennen aan dezelfde criteria dan openbaar onderwijs
Implicate? ratonalisate, pedagogische en sociale vereisten
Negateve reacte v/d bisschoppen: Openbaar onderwijs hoef niet neutraal te zijn!
Organieke wet op middelbaar onderwijs (’52)…
Verleende fnanciële steun aan vrij onderwijs o.b.v. #lln
Lenenpersoneel = vereiste diploma hebben
Lenenpersoneel betaalt op dezelfde basis als rijnsschoolpersoneel
Lonen werden in buln uitbetaald a/d instellingen
Klemtoon op suppleteve naranter van rijnsonderwijs
Ontstaan ‘gemengde commisies’ met als doel minister te adviseren over leerprogramma’s en de
aanvragen tot oprichtng van rijnsscholen en ernenning (en subsidiëring) van vrije scholen
Paritair (zowel rijnsvertegenwoordigers als vertegenwoordigers vrij onderwijs)
3
, Verzet?
o Waarom oordelen mensen uit vrij onderwijs mee over opportuniteit om rijnscholen op
te richten?
o Vanuit opposite: Subsidies aan vrij onderwijs wel erg ruim! + neutrale naranter v/d
rijnsonderwijs in gevaar door ↑ ¿benoemingen van afgestudeerden uit vrij onderwijs in
openbaar onderwijs
Organiene wet op het technische en beroepsonderwijs (’53)
In nadeel van rijnstechnisch onderwijs vanwege suppletviteitsprincipe: staat non pas een
rijnstechnische school oprichten als er geen andere was
Vrij onderwijs nreeg tjd om natholiene instellingen op te richten rijnstechnische scholen
overbodig!
1.2.2. De periode van onderwijsminister Leo Collard
11/04/54: natholienen verliezen absolute meerderheid, socialisten winnen veel veld
22/04/54: regering legde eed af
Verhouding tussen coalitepartner was erg onevenwichtg
Nieuw minister van openbaar Onderwijs Léo Collard
Collard schroefde een #gecontesteerde Mt van Harmel terug Wet-collard in ‘55
o Afschafng ‘gemengde commissies o Er werden ennel lonen aan leernracht uitbetaald
o Staat nreeg ongelimiteerde recht scholen op te (rechtstreens via postcheque) = moesten hiervoor
richten waar hij dat nodig vond (BO, SO & diploma beziten
normaalonderwijs) Instellingen nonden lnr hebben zonder
o Subsidiëring van het vrij middelbaar onderwijs diploma, alleen werden die dan niet door
werd grondig vereenvoudigd én verminderd staat betaalt
o Toelagen waren niet langer afdwingbaar o Beperning voor lagere overheden (= zodat de
o Toelagen werning & uitrustng afgeschaf verminderde subsidies voor vrij middelbaar niet
o Lonen lnr in vrij onderwijs = lonen lnr in nonden gecompenseerd worden)
rijnsonderwijs (geestelijnen nregen 50% van die
lonen!)
OVER HET TECHNISCH ONDERWIJS…
Suppletviteitsprincipe vervat in organiene wet van Harmel werd opgeheven
Onder Collard werd het rijnstechnisch onderwijs heel stern opgebouwd:
o 10tal scholen werd gestcht (+ 12,2% van ‘54-’58) Aandeel vrij onderwijs daalde
o Overname provinciale en gemeentelijne technische scholen (Wogen zwaar op
begrotngen v/d lagere besturen)
o Maar oon inhoudelijne vernieuwingen:
Experimenten om middelbaar & technisch onderwijs dichter bij elnaar te brengen.
Vb.: in algemeen vormende richtngen gestart met vannen als technologie &
handenarbeid, maar oon neuzevannen
Dit was een voorloper v/h vernieuw SO!
1.2.3. De verkiezingen van 1958
Verniezingen 1/06/58 = in tenen van onderwijspoliten
Genoodzaant op zoen te gaan naar compromis (geen ennel partj had meerderheid)
4