MODULE 3: BRONNEN VAN HET RECHT
ALGEMEEN
Rechtsbron
= verwijst naar zowel de inhoud als naar de vorm van het recht
Materiele rechtsbronnen
= verklaren de inhoud van de rechtsregel, leggen de bedoeling uit (ratio legis)
• Vb. verwijzen naar
o de sociaaleconomische verhoudingen die aan de basis liggen van het recht
o de historische bronnen waaruit ons huidig rechtstelsel is gegroeid.
o feiten of omstandigheden: biologische of natuurlijke verschijnselen, demografie, klimaat,
economisch, geografisch, technologisch …
o rechtsfilosofische en ideologische bronnen
o rechtsleer, rechtsgeschiedenis, rechtsvergelijking
• Ratio legis
= niet de rechtsregel zelf maar de “wil van de wetgever”.
o Het verklaren van de inhoud van de wet, dit is nodig voor de interpretatie ervan & om de juiste
draagwijdte te achterhalen van een bepaalde rechtsregel
• Vindplaats? Er zijn verschillende bronnen
o Parlementaire voorbereiding in de Kamer, verslag aan de Koning, …
o Veel begrippen uit burgerlijk recht zijn toe te schrijven aan het Romeins recht
o Het Engelse parlementaire stelsel vormt de basis van principes die in de Grondwet
Formele rechtsbronnen
= hebben betrekking op de uiterlijke verschijningsvormen van het geldende recht en dienen vooral om te
benadrukken dat de verschillende bronnen van het recht een eigen specifieke waarde en functie hebben, ze zijn
zowel geschreven als ongeschreven
• “hoe verschijnt een wet in ons leven”
• Tussen de formele rechtsbronnen bestaat er een “Hierarchie der Normen”
• Formele rechtsbronnen zijn:
o de wet
o de algemene rechtsbeginselen
o de rechtspraak, de gewoonte
o de pseudo-wetgeving
o de paralegale normen
o de rechtsleer
o de bilijkheid
• Vindplaats? Online, wetboeken
• Vb. ongeschreven wetten
o Stukken van de grondwet, gewoontes, recht van verdediging
DE WET
MATERIELE WETTEN EN FORMELE WETTEN – NORMENHIËRARCHIE
!Er is een verschil tussen het formeel recht, formele bronnen en formele wetten!
!Er is een verschil tussen het materieel recht, materiele bronnen en materiele wetten!
Formele wetten
,= zijn akten/handelingen van de wetgevende macht die formeel de naam “Wet” dragen. Bij uitbreiding: decreet of
ordonnantie
• De meeste formele wetten zijn ook materiele wetten
o Uitzonderingen, “zuiver formele wetten”
= wetten die niet algemeen of duurzaam zijn of door haar algemene draagwijdte: het
toepassingsgebied is niet beperkt tot 1 geval, een wet die voor iedereen geldt onder een
bepaald omstandigheid.
§ Wet naturalisatie
- Verlenen van een nationaliteit
§ Jaarlijkse begrotingswet
§ Legercontingent
- Wet die aantal militairen per jaar bepaalt
§ Wet die de dotatie aan de koning vastlegt
• Voor formele wetten gelden specifieke regels zoals het feit dat ze niet voor advies moeten worden
voorgelegd aan de afdeling Wetgeving van de raad van state
• De schending van een formele wet kan leiden tot een verbreking van een rechterlijke uitspraak door het
Hof van Cassatie.
Materiele wet
= elke rechtsregel uitgevaardigd door een daartoe bevoegde overheid en die wordt gekenmerkt door haar
duurzaamheid en haar algemene draagwijdte
• De wet is in zijn materiële betekenis de belangrijkste bron van het recht
• Het bevat algemeen bindende voorschriften: geschreven regels (“wet” in de volksmond)
• Het tegenovergestelde: beschikking
= beslissing die een regel op een concreet geval toepast beslissing met individuele strekking
o Zelfde type formele rechtsbron, Vb. KB (koninklijk besluit) kan soms wetgeving in de materiële
zin zijn, soms een beschikking
• Duurzaamheid: van toepassing op alle gevallen, op elk moment
• Algemene draagwijdte: voor iedereen geldig
DE GRONDWET
= Een fundamentele wet die de inrichting, bevoegdheid, werking en onderlinge verhouding van de staatsmachten
regelt en de essentiële grondrechten en vrijheden van de burgers vastlegt.
Historiek
• De hoogste norm in de Belgische rechtsorde, staat hoger dan de wet, het decreet of de ordonnantie wat
maakt dat ze in overstemming moeten zijn met de grondwet.
o Normen met een directe werking
= normen die boven de grondwet staan
• Kan nooit worden opgeschortst, zelfs niet gedeeltelijk
o Een noodtoestand aankondigen in België is onmogelijk
• We vinden daar enkele verbindende symbolen terug die België kenmerken
o Vb. de kleuren van de Belgische vlag
Grondwetswijziging: Star karakter met strakke procedure regels, 3 fasen
1. Fase 1: Verklaring tot grondswetswijziging
o Er moet eerst een verklaring tot herziening van de grondwet worden gestemd en gepubliceerd,
dat is een document waarbij de wetgevende macht (preconstituante): kamer, senaat en koning
verklaren dat er redenen zijn tot herziening van welomschreven grondwettelijke bepalingen.
§ Elke tak bepaalt welke artikels voor wijzigingen in aanmerking komen
, o De preconstituante bepalen elke artikels voor wijziging in aanmerking komen, enkel die artikels
kunnen nadien worden gewijzigd
o Sommige bepalingen in het grondwet zijn niet wijzigbaar
§ Vb. de burgelijke dood
o Gewone meerderheid in kamer en senaat volstaat om een artikel te wijzigen
§ De meerderheid moet aanwezig (quorum) zijn (min.76/150)
§ De meerderheid van de aanwezigen moet akkoord zijn (min. 39/150)
2. Fase 2: Ontbinding van kamers en verkiezingen
o De publicatie van de Verklaring tot herziening van de grondwet in het Belgisch staatsblad
brengt de ontbinding mee van Kamer en Senaat
o Het is verplicht om binnen 40 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de
verklaringen
§ Idee = democratisch draagvlak garanderen
o 2 maanden na de verkiezingen worden de kamers bijeengeroepen
3. Fase 3: Constituante die de GW kan wijzigen
o Constituante
= de wetgevende macht na de verkiezingen
o Kan enkel de artikels wijzigen die in de 3 verklaringen werden goedgekeurd
§ Kan de grondwet wijzigen maar moet niet
o Voor de wijziging is er een grondwettelijke meerderheid nodig
§ een quorum van 2/3de (min. 100)
§ 2/3de van de aanwezigen moet akkoord zijn (min. 66)
o Dit gebeurd allemaal binnen de bicamerale procedure
= procedure dat zowel de kamer als senaat omvat
o De grondwet heeft ook omstandigheidsvoorwaarden
§ Vb. het kan nooit gewijzigd worden tijdens een oorlog
INTERNATIONALE NORMEN
Internationale gemeenschap
• Is niet souverein en heeft geen eigen wetgeving
• Bindende regels op het niveau van internationale gemeenschap kunnen enkel ontstaan door:
o Internationale verdragen
= Internationale akkoorden die schriftelijk worden gesloten tussen staten of tussen staten en
internationale organisaties en die beheerst worden door het volkenrecht
o Supranationale normen
= normen aangenomen op basis van bevoegdheden die door nationale staten zijn
overgedragen aan een autoriteit (=supranationale instelling) die boven de nationale staat
• Er bestaat geen instantie die internationale rechtsregels handhaaft, de staten bepalen zelf de wijze van
de handhaving
Begrippen
• Multilateraal verdrag
= verdrag met meerdere verdragspartijen
• Bilateraal verdrag
= verdrag tussen 2 partijen
• Protocol
= verdrag dat een reeds bestaand verdrag aanvult