Krachtig leren creëren:
Krachtige leeromgeving 1
Deel 1: Model krachtige leeromgeving, met focus op de
inhoud van het (leer-)proces
Krachtige leeromgeving
Een leeromgeving is krachtig als:
- Ze de lerende kan motiveren en uitdagen
- De lerende aangezet wordt tot zelfstandig en zelfgestuurd leren
- De lerende aangezet wordt tot samenwerkend participatief leren
- Leeractiviteiten plaatsvinden in een positief en geordend klas- en school klimaat
- Leeractiviteiten werkelijkheidsnabij zijn en met gepaste ICT-ondersteuning
- De leeractiviteiten aangepast en gedifferentieerd aangewend en opgevolgd worden
zodat iedereen gelijke kansen krijgt
- De leerkracht en leerlingen werken vanuit een muzische houding
- Ze plaatsvindt in een wereld die zin heeft en waarin zin wordt gegeven
Hoe leren kinderen?
Leren is een proces dat leidt tot relatief duurzame gedragsverandering in wisselwerking met
de omgeving. (Deleu, Dossche en Wante)
Als een leerling een duurzame gedragsverandering laat zien, die het gevolg is van
leeractiviteiten, dan heeft het kind geleerd. Het doel van een leerproces is een bepaald
leerresultaat bereiken.
Vier verschillende soorten van leren:
- Cognitief
- (Dynamisch)-affectief
- (Psycho) motorisch leren
- Leren van metakennis en metavaardigheden
Binnen deze vier soorten van leren kan men nog diverse leerprocessen onderscheiden.
Cognitief leren
,Verwerven van feitenkennis/ memoriseren
- Feitenkennis:
De samenhang tussen de op te nemen kenniselementen, waardoor er een
referentiekader wordt aangebracht. Dit helpt bij het zoeken van een oplossing in een
probleemsituatie
- Memoriseren:
Kennis in een geïsoleerde vorm, die letterlijk geproduceerd wordt.
Voor deze leerprocessen is het geheugen zeer belangrijk.
Leren van begrippen en regels/ relaties en structuren
- Begrippen:
Zij vormen de basis van alle inzicht en denken. Een begrip kan men omschrijven als
een aanduiding voor een verzameling van voorwerpen, gebeurtenissen of situaties
die gemeenschappelijke kenmerken hebben.
Kleine kinderen leren heel wat begrippen door zelfontdekking, zoals boom, hard,
zacht, …enz. Er zijn ook abstracte begrippen dat wel een uitleg nodig hebben, zoals
onderwerp, eenheid, vrede, …enz.
- Relatie:
Uitspraken die slaan op het enkelvoudig en vast verband tussen twee inhouden. Het
gaat meestal om concretiseringen van algemene verbanden zoals oorzaak en gevolg,
…enz.
- Structuren:
Meervoudige relaties die geordend zijn, in hun geheel benoemd en die meestal in
een schema voorgesteld kunnen worden. Het gaat dus om systemen, theorieën,
genres, …enz.
Leren van oplossingsmethode of procedures
Een reeks van handelingen die achtereenvolgens moeten uitgevoerd worden. Sommige
procedures die de leerlingen routinematig moeten kunnen, worden aangebracht als
algoritmen.
- Algoritmen:
Een voorschrift, een strategie voor oplossen van een welbepaald soort opgaven of
problemen. Zo’n voorschrift bepaalt nauwkeurig welke bewerkingen, welke
handelingen men achtereenvolgens moet uitvoeren.
- Heuristieken:
Niet elk probleem is een standaardprobleem waarvoor we een oplossingsmethode
hebben. Daarvoor hebben we technieken die helpen bij het zoeken naar een
oplossing. Zij zorgen voor ene meer systematische aanpak van het probleem.
Leren van leerstrategieën
, - Herhaling strategieën:
Wanneer geleerd wordt, verbinden kinderen nieuwe kennis aan al bestaande kennis,
de voorkennis. De leerstof herhalen en herhalen wordt hier gebruikt om nieuwe
informatie aan voorkennis te verbinden.
- Organisatiestrategieën:
Helpen het kind bij het betekenisvol malen van nieuwe materialen.
-> Mindmap, ezelsbruggetje, …enz.
- Elaboratiestrategieën:
Elaboratie is het proces van het toevoegen van details, zodat nieuwe informatie
betekenisvoller wordt. Bij elaboratie wordt de info van het KTG naar het LTG
gebracht, door associaties en verbindingen tussen nieuwe informatie en wat men al
weet.
Psychomotorisch leren
Het doelgericht inzetten van je lichaam en je bewegingen om een specifiek, vooraf bepaald
doel te bereiken. Dit vraagt niet alleen samenwerking in de motorische aspecten, maar ook
in de samenwerking tussen je cognitie en de sociaal-affectief (met wie, naar wie, hoe voel je
erbij, …enz.) component.
Leren van attitudes, sociaal of dynamisch-affectief leren
Een attitude is een manier waarop een persoon denkt en voelt over zichzelf en de
buitenwereld, en geneigd is zich ten aanzien daarvan te gedragen.
Attitudes ontstaan via een leerproces. Heel vaak is dit een niet-schools leerproces en veel
wordt onbewust geleerd.
- De situatie en opgedane ervaringen:
Wie bijvoorbeeld van nabij meemaakt, hoe zijn omgeving verloedert en wat er aan
natuurschoon stukgaat, of wie gezondheidsproblemen ondervindt door
luchtvervuiling zal wellicht gevoeliger zijn voor milieuproblematiek en zal sterker
reageren dan andere.
- De identificatie:
Men neemt houdingen over van mensen met wie men zich identificeert, soms zonder
zelfs direct contact te hebben gehad.
- De informatie:
Men wordt ook beïnvloed door wat men over iets leest of hoort.
Componenten in attitudes (hiervan zijn er drie):