Bio-ethiek
1 Inleiding
Definitie bio-ethiek
= een relatief jonge tak van de moraalwetenschappen, die zich bezighoudt met de ethische
aspecten van menselijke ingrepen in het menselijk leven en het leven van dieren en planten.
(Etymologisch: Grieks; bios= leven, ethos= gedrag, karakter, zeden)
Verwante begrippen
Toepassingsgebieden
*Wetenschappelijk Onderzoek: Hoogtechnologische aspecten van
geneeskunde
∼ Techniek-ethiek, onderzoeksethiek
*Klinische setting: zorgverlener – patiënt relatie, grens leven & dood
∼ Professionele ethiek, beroepsethiek
*Gezondheidszorg beleid: verdeling van middelen, recht op gezondheidszorg
∼ Ethiek van de commons
Geschiedenis van de term bio-ethiek
*Fritz Jahr (1927) Bio-Ethik. Eine Umschau über die ethischen Beziehungen des Menschen zu Tier und
Pflanze.
*Van Renselaer-Potter (1970) Bioethics, the Science of Survival
*Daniël Callahan (1973) Bioethics as a Discipline
-> Academische institutionalisering: The Hastings center, The Kennedy Institute
Geschiedenis van de bio-ethische praktijk
*Oudheid:
- Code van Hammurabi (1750 B.C.)
- Eed van Hippocrates (5de E BC): het goede doen, primum non nocere
*Asclepius: “ Dokter behandelt de rijke en de slaaf gelijk”
*19de E: ontstaan hedendaagse medische ethiek en verpleeg ethiek
Verstrengeling tussen medische filosofie en medische ethiek, interne moraal (Pellegrino, 1998; Ten
Have, 1998)
Deugden-ethiek, opgesteld door zorgverleners zelf.
*Na WO II: meer en meer een aparte discipline.
- 1947: Code van Nurenberg: onderzoeksprincipes over
experimenten op mensen
- 1964: Verklaring van Helsinki (= verklaring waarin ethische
principes voor medisch onderzoek met menselijke
proefpersonen worden uiteengezet)
- 1979: Belmont report. Ethical Principles and Guidelines for
the Protection of Human Subjects of
Research.
-> Lag aan de basis van The Principles of Biomedical Ethics
,Medische context van het ontstaan van bio-ethiek als aparte discipline
*Therapeutische vernieuwingen: beademingstoestellen (1952) nierdialyse (1962), harttransplantatie
(1967)
*Toenemende maakbaarheid van het leven: stamcel-onderzoek, genetische manipulatie, IVF, klonen
*Stijgende levensverwachting: therapeutische hardnekkigheid, euthanasie
Geschiedenis van bio-ethiek in België
*In 1649 werd door de artsen van Brussel het Collegium Medicum Bruxellense opgericht in de strijd
tegen kwakzalverij
*In 1967 (Of was het 1938… ? ) werd de Orde der Artsen opgericht. Later ook Orde der apothekers,
Erkenningsraad voor kinesitherapeuten, Psychologencommissie...
*In 1974 werd een «Staats-commissie voor ethische problemen» opgericht
*In 1993 werd het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek opgericht
- Onder bevoegdheid van de FOD Volksgezondheid.
- verstrekt adviezen in ethische kwesties.
*Juridische normering van belangrijke bio-ethische vraagstukken:
Organen-/Transplantatiewet (1986), Abortuswet (1990), Euthanasiewet (2002), Wet op de
patiëntenrechten (2002), Wet op het draagmoederschap (?)
*In alle Belgische ziekenhuizen zijn ethische comités gevormd op basis van de “Wet op de
ziekenhuizen” (2008)
- Houden toezicht op de ethische aspecten van de geneeskunde
- Houden toezicht op medische experimenten met mensen
Enkele kenmerken van bio-ethiek
*Toegepaste ethiek (≠ top-down implementatie): specifieke vragen en onderwerpen.
*Praktische ethiek
- Doel: 1. Rechtvaardiging van handelen. 2. Richting geven aan handelen
- Meerdere soorten argumenten: Moral ought, ethico-political ought, prudential ought, realistic
argument (“ought implies can”) => Complexiteit!
*Multidisciplinaire discipline
Methodieken in de bio-ethiek
- Principisme
- Gespecifieerd principisme
- Reflectief Equilibrium
- Empirische bio-ethiek
- Feministische bio-ethiek
- Casuïstiek
Enkele sleutelbegrippen
Taal van de bio-ethiek
*Weerspiegelt de multidisciplinariteit
- Medische termen:
Bv. Termen in verband met levenseinde (hersendood, vegetatieve toestand) en voortplanting
(genetica, gameten), en medische interventies (Pre-implantatie diagnostiek)
- Juridische termen:
Bv. Meerderjarigheid, toerekeningsvatbaarheid, dwang, informed consent (contract)
,- Morele begrippen:
Bv. Autonomie, rechtvaardigheid, waarheid
- Levensbeschouwelijke begrippen:
Bv. Humanistisch, seculier
Enkele centrale concepten
1) Gezondheid, zorg & gezondheidszorg
= Een specifieke vorm van zorg die tot doel heeft gezondheid te bevorderen, herstellen of in stand te
houden.
*Gezondheid: theorieën over gezondheid zijn zeer heterogeen en gezondheid is op zeer
uiteenlopende manieren gedefinieerd
*Zorg: lange tijd ondergeconceptualiseerd
Gezondheid
*Meest gebruikte definitie is de WHO-definitie: “ a complete state of physical, mental and social
wellbeing, and not merely the absence of disease or infirmity.”
- Ook fel bekritiseerd: dualisme, utopisch, geen aandacht voor ecologie/spiritualiteit
- Onvolmaakte dichotomie met ziekte
*Fenomenologische definities: “ a tacit, background state that allows normal functioning (Merleau-
Ponty, 2006 ; Talia, 2010), or a being-at-home in one’s body (Svennaus, 2010)”
- Een naturalistisch (objectief, waarden-vrij) of een normatief concept? (Ananth, 2008)
Zorg
*Zorg is tegelijk een praktijk en een waarde
*Zorg verlenen is een meerlagige activiteit: een spirituele activiteit, een product, een gift, een
professionele activiteit, een ethische activiteit
*Zorgnoden vandaag vereisen een vorm van samenwerking, organisatie en taakverdeling
*Zorg of kuur? Care or cure? Ondersteunen of genezen?
- “sociale sector”, ondergewaardeerd, “privaat”, gegenderd, geracialiseerd.
- Sterke impliciete hiërarchie in zorgwerk
Gezondheidszorg
*Complex systeem, omvat zowel preventieve, diagnostische, therapeutische en palliatieve activiteiten
*Verschillende organisatieniveaus (eerste lijn, tweede lijn, derde lijn) en multidisciplinair
*Verdeling van gezondheidszorg kan gebeuren door overheidsinstanties of berusten op
marktwerking.
*Overal ter wereld is de organisatie van de (basis- of universele) gezondheidszorg een kwestie van
nationaal (en internationaal) bestuur geworden.
Enkele tendensen in de Belgische gezondheidszorg
*Medicalisering
*Primaat van het curatieve denken, technologisering, naturalistische benadering
*Subspecialisatie, fragmentatie
*Juridisering
*Vermarkting, commercialisering, dualisering
2) De zorgrelatie
*Meerlagig:
- Technisch element + persoonlijk element
- Wederkerigheid + onbaatzuchtigheid/generositeit
, *Zorgrelatie gekenmerkt door asymmetrie en inherent machtsonevenwicht
*Dominante positie
- gekenmerkt door professionele kennis en competentie
- Gaat samen met specifieke verantwoordelijkheden en plichten
- Vereist ook het handhaven van bepaalde grenzen, terughoudendheid
*De patiënt:
- kwetsbare en afhankelijke positie
- Gaat (in mindere mate) ook samen met bepaalde verantwoordelijkheden
*Cave: asymmetrie is niet absoluut: omkeerbaarheid, responsiviteit
*Centrale rol van communicatie:
- Luisteren en afstemming
- Relationele waarden: betrokkenheid, respect, eerlijkheid, vertrouwen, continuïteit.
- Onderhandelen van verantwoordelijkheden
De zorgrelatie – belangenconflict
*De zorgrelatie is niet louter dyadisch.
*Situeert zich binnen een web van relaties, verantwoordelijkheden en tegenstrijdige belangen, zowel
voor de zorgverlener als voor de patiënt.
Bv: Hulpverlener Patiënt voor mij Andere patiënten Overheid ZH
*Bauman (1997): cf. Levinas: centrale dilemma: oneindigheid van nood derde persoon
*Bio-ethiek denkt na over wat een goede zorgrelatie is en hoe die te bereiken. Relaties zijn
fundamenteel voor de beschrijving van bio-ethische problemen.
3) Vertrouwelijkheid
* Verschillende verwante termen: beroepsgeheim, privacy, confidentialiteit, geheimhouding.
*Zwijgplicht en verschoningsrecht van de hulpverlener ten aanzien van elke patiënt
*Niet absoluut, uitzonderingen:
- Gedeeld beroepsgeheim
- Vertegenwoordigers van patiënt
- (Veronderstelde) toestemming van de patiënt
- Meldingsplicht en meldingsrecht
- Belangenconflict, zwaarwegend belang, therapeutische exceptie
*Legitimatie:
- Een van de oudste waarden in ethische codes
- Een praktische voorwaarde voor hulpverlening: Zonder confidentialiteit, geen vertrouwen (geloof
dat iemand het goede voor heeft). Zonder vertrouwen, geen openheid en/of geen opstart van
hulpverleningsrelatie.
- Waarde vertrekkend vanuit de patiënt: -> Privacy
-> Zelfbeschikking
*Persoonlijke relatie arts-patiënt en vertrouwelijkheid zijn vertrekpunt van Pellegrino’s filosofie van
de geneeskunde. Medische ethiek vanuit de “natuur” van de medische praktijk als specifieke
menselijke activiteit gericht op helen.
*Pellegrino (2001):The Internal Morality of Clinical Medicine: A Paradigm for the Ethics of the Helping
and Healing Professions.
*Kritiek op Pellegrino: klemtoon op de individuele patiënt, verwaarlozing andere belangen (derde
persoon + public health), medisch-therapeutisch model, onvoldoende kritisch potentieel.
*Steeds moeilijker om concreet in te vullen vandaag!