In dit document is alle stof van het boekje wereldeconomie samengevat voor economie. Ook voor het eindexamen is het van toepassing!! Succes met leren:)
[Meer zien]
Laatste update van het document: 7 maanden geleden
Oorzaken internationale handel
1) Comparatieve kostenverschillen zorgen ervoor dat landen zich specialiseren in goederen
en diensten die ze verhoudingsgewijs het goedkoopst kunnen produceren (worden vaak
uitgedrukt in arbeidsuren). In de realiteit trekt nooit een land de gehele productie naar zich
toe vanwege productdifferentiatie. De opofferingskosten beschrijven een aantal van goed 2,
die niet geproduceerd kunnen worden als 1 aantal van goed 1 wordt geproduceerd.
Hoeveel extra goederen een land ter zijn beschikking heeft, is afhankelijk van de afgesproken
ruilverhouding, de verdeelde onderhandelingsmacht en handelsverdragen. Kostenverschillen
komen door verschillen in beschikbaarheid van productiefactoren en de kwaliteit daarvan:
1. Arbeid: landen met een grote bevolking hebben deze productiefactor ruimschoots
voorhanden. Prijzen voor loonkosten zullen dan lager liggen (goed voor de
internationale concurrentiepositie). De kwaliteit van arbeid wordt bepaald door het
menselijk kapitaal.
2. Kapitaal met oa natuurlijke hulpbronnen en de aanwezige
kapitaalgoederenvoorraad. Het klimaat speelt hierbij ook een rol bij internationale
handel. Denk aan: machines, gebouwen en infrastructuur. Bij kapitaalintensieve
productie spelen schaalvoordelen een rol, en dus ook verzonken kosten.
3. De totale factorproductiviteit geeft weer hoe productief arbeid en kapitaal in het
productieproces kunnen worden ingezet, oa bepaald door stabiliteit overheid
Arbeidskosten Opofferingskosten per
(aantallen uren arbeid) eenheid
Wol Melk Wol Melk
Spanje 30 15 2 MELK 1/2 WOL
Nederland 15 5 3 MELK 1/3 WOL
2) Multinationals zijn per definitie in meerdere landen economisch actief. Ze produceren
waar de productiekosten het laagst zijn
- Positief: consumenten profiteren van lage prijzen, veel geld over voor innovaties
- Negatief: mno’s kunnen overheden van verschillende landen tegen elkaar uitspelen,
om de lage kosten te kunnen waarborgen
Gevolgen
- Positief: hogere productiviteit en beschikbaarheid over verschillende goederen,
diensten tegen een betaalbare prijs, ontstaan nieuwe beroepen (ICT)
- Negatief: de internationale handel verschuift de werkgelegenheid naar
lageloonlanden met veel werkloosheid tot gevolg in het Westen
(outsourcing/offshoring). Protectionistische maatregelen vanuit de overheid:
- Non-tarifair: importbelemmeringen, bevorderen exporterende bedrijven,
administratieve belemmeringen (strenge kwaliteitseisen)
- Tarifair: importheffingen, exportsubsidies
Een handelsoorlog ontstaat wanneer verschillende overheden binnenlandse ondernemingen
beschermen, evenals dat vermeden concurrentie leidt tot té weinig prikkels voor innovatie.
Maar protectionisme kan ook goed zijn:
1. Als zwaarwegend nationaal belang meespeelt (voedselvoorziening)
2. Bescherming infant industry waarvoor grote investeringen nodig zijn
3. Voorkomen van toelevingsproblemen en dus een land afhankelijker maken
4. Het afdwingen van bepaalde productiewijze ter bescherming van mens en milieu
Arbeidsproductiviteitsindex = (index loonkosten per uur/index loonkosten per eenheid
product) x 100
Internationale samenwerking gradaties
, G7 (groep van 7): internationaal samenwerking op het gebied van coronabestrijding
G20: ander internationaal overlegorgaan
Level 1 Vrijhandelszone (WTO) houdt zich begin met internationale handel (afschaffen
handelsbarrières, bescherming buitenlandse investeringen en intellectuele
eigendommen (patenten)) → non-discriminatieprincipe: lidstaten mogen onderling
geen onderscheid maken
Level 2 Douane-unies: hier vervallen importtarieven en importquota. Meeste bekende is
USMCA (US, Mexico, Canada)
Level 3 Gemeenschappelijke markt (EU): vrij verkeer van productiefactoren → verdwijning
non-tarifaire handelsbelemmeringen en harmonisering van producteisen
Level 4 Muntunie: met afspraken over sociaaleconomische samenwerking en oplossingen
voor gemeenschappelijke problemen (corona, vluchtelingen, opwarming aarde).
Hier hebben lidstaten ook dezelfde munt met één centrale bank: EMU
(Economische en Monetaire Unie) oftewel de eurozone.
Vrijhandelszone Douane- Gemeenschappelijke Muntunie
unie markt
Afschaffen onderlinge X X X X
handelsbelemmeringen
Gemeenschappelijk X X X
buitentarief
Vrij verkeer van X X
productiefactoren
Samenwerking op X
sociaaleconomisch
gebied
Gemeenschappelijke X
munt/monetair beleid
Wereldeconomie H2 De betalingsbalans
Functie betalingsbalans: overzicht inkomende en uitgaande geldstromen (winst/dividend,
loon, rente, uitkeringen, beleggingen, investeringen, leningen). Twee deelrekeningen:
1. Lopende rekening: directe invloed op nationaal inkomen → ontvangsten en uitgaven
als gevolg van export en import
- Ontvangsten>uitgaven → overschot op de lopende rekening → hoog nationaal
inkomen. Ontvangsten<uitgaven → tekort op de lopende rekening (handelstekort)
- De internationale concurrentiepositie (icp) bepaalt of een land veel/weinig
exporteert, gevormd door de verhouding prijzen binnenland/buitenland
- Inflatie en wisselkoersen kunnen de internationale concurrentiepositie veranderen
→ Wisselkoersen: als iets in de dollar goedkoper wordt, is de wisselkoers van de euro
verbetert. De euro is goedkoper geworden en dus is de icp verbetert. Een hogere
dollarkoers kan leiden tot een hogere importwaarde in euro’s.
Op lange termijn zijn import en export prijselastischer dan op korte termijn, omdat koper hun
koopgedrag kunnen aanpassen op basis van de prijsveranderingen.
2. De financiële rekening geeft de invloed op de internationale vermogenspositie van
een land weer → verhouding vermogensrendement in eigen land tov het buitenland.
Officiële reserves en drie soorten internationale kapitaalstromen worden geregistreerd:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauratol. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,66. Je zit daarna nergens aan vast.