Visie op begeleiden
Hfdst 3: Ter Horst - Ontologisch-antropologische visie
DEEL 1 - Ontologisch-antropologische visie
Deel 1
Ontologisch-antropologische visie
1/ De werkelijkheid in meerdere lagen (Ontologisch)
2/ De persoon deel van de werkelijkheid (Antropologisch)
3/ De persoon tegenover de werkelijkheid: de dialoog (Antropologisch)
4/ De persoon onderscheiden van de werkelijkheid (Antropologisch)
1/ Ontologie
= hoe kijk je naar de wereld
= wereldbeeld
Ontologie
o Ook wel wereldbeeld genoemd (zijnsleer).
o Wijze waarop werkelijkheid, het zijn in elkaar steekt.
o Vragen binnen de ontologie:
• Hoe moeten we alles opvatten?
• Wat is de werkelijkheid?
• Wat betekent het woord bestaan?
• Is het niets ook iets?
2/ Antropologie
= Studie van de mens
= mensbeeld
Antropologie
o Ook wel mensbeeld genoemd.
o Over de mens, het verhaal over de mens.
o Nooit af, steeds gekleurd door de bril van de verteller.
o Vragen binnen de antropologie:
• Wie of wat is de mens?
• Wat maakt een mens tot mens?
• …
Pagina 1 van 12
, Visie op begeleiden
Hfdst 3: Ter Horst - Ontologisch-antropologische visie
3/ Ontologische kijk Ter Horst
1/ De werkelijkheid in meerdere lagen
! Ontologisch-concept
= wereldbeeld van Ter Horst = werkelijkheid in 5 lagen
o Een doorsnede van de werkelijkheid toont vijf (of vier)
verschillende bestaanswijzen.
o Te ordenen van minder naar meer complex.
o Geen onafhankelijke ‘lagen van de werkelijkheid’ maar
onderling verbonden.
“Een steen is geen plant, een plant is geen dier, een dier is geen mens.”
5 bestaanswijzen
1. Fysisch-chemisch
2. Biotisch
3. Animaal ‘emoties, driften, bewustzijn’
4. Humaan ‘zelfbewustzijn’
5. Transcendentaal ‘religieuze’
1/ Fysisch-chemisch
Eigenschappen
o “Het rijk der dingen”
o Mineraal of anorganisch
o Hoeveelheid, uitgebreidheid, beweging, kracht, gewicht, stoffen …
Fysische en chemische eigenschappen (vorm, geur, kleur; belangrijke gegevens zoals relatieve dichtheid; viscositeit;
kookpunt; smeltpunt; vlampunt; ontvlambaarheid; zelfontbrandingstemperatuur; explosiegrenzen; relatieve
dampdichtheid; dampspanning; oplosbaarheid in water …).
2/ Biotisch
Eigenschappen
o “Het rijk der planten.”
o Hier is sprake van leven.
o Deze bestaanswijze staat niet los van het fysisch-chemische, maar wordt erdoor gefundeerd.
o Wel eigen kenmerken: Leven, bloei, groei, vruchtdragend, voortplanting, organen, dood …
Pagina 2 van 12
, Visie op begeleiden
Hfdst 3: Ter Horst - Ontologisch-antropologische visie
3/ Animaal
Eigenschappen
o “Het rijk der dieren”
o Gefundeerd door het fysisch-chemische en het biotische.
o Wel eigen kenmerken: gedrag, bewustzijn, leren, modificatie, driften, reflexen, lusten,
gevoelens, ...
o Minder afhankelijk van omgeving dan plant.
4/ Humaan
Eigenschappen
o “Rijk der mensen”
o Gefundeerd door het fysisch-chemische, biotische en animale maar kan er niet uit verklaard of
begrepen worden.
o Moeilijk te onderscheiden overgang met het animale maar wil niet zeggen dat er geen verschil
is.
o Wel eigen kenmerken: vrijheid, betekenissen, zelfbewustzijn, verantwoordelijkheid, geweten,
handelen, perspectief, eigenheid …
5/ Transcendentaal
Eigenschappen
o Laag van de werkelijkheid?
o Kenmerken: geloof, overtuiging, God, sacrament, Schepping, bidden, openbaring, …
Verklaren van een verschijnsel
Theorieën kunnen
1. Metaforisch
2. Reducerend en
3. Accuraat gebruikt worden.
1/ Reducerende verklaring:
o Een verschijnsel verklaren uit een hogere bestaanswijze a.d.h.v. theorieën uit een lagere
bestaanswijze.
2/ Metaforische verklaring:
o Een verschijnsel verklaren uit een lagere bestaanswijze a.d.h.v. theorieën uit een hogere
bestaanswijze. = omgekeerd, van laag naar hoog
Bv. verklaring is mirakel = Transcendentaal
Bv. plant ziet zielig uit = animaal of humaan > je geeft een emotie aan een verwelkte plant.
3/ Accurate verklaring:
o Een verschijnsel verklaren uit een bestaanswijze a.d.h.v. theorieën binnen deze bestaanswijze.
= in dezelfde laag
Bv. appel valt uit de boom > Newton = Fysisch-Chemisch
Pagina 3 van 12