Sociaal emotionele ontwikkelingsmodel – Fase 1
Overzicht
Fase 1: adaptatiefase
0/ Kernbergrippen
1/ Basale emotionele behoeften en ontwikkelingstaken
Ritme en structuur
Prikkels
Psycho-fysiologische adaptatie
2/ Adaptief / maladaptie / pathologisch
Dynamiek verstoring homeostase
3/ ander kijken naar
Stereotiep gedrag en rigiditeit
Vaste plek
Sluizen
Herhaalgedrag
Zelfverwondend gedrag
4/ De draad trekken
Spoor / poort / actie-reactie / samen doen
Ondersteuningsbehoeften gerelateerd aan de domeinen van QOL
5/ Van inzicht naar ondersteuning – Vino
Reguleren
6/ Intermezo: over de zuigkracht van probleemgedrag
Spiraal / draaikolk
1/ Adaptatiefase
Kernbegrippen
o Adaptatiefase
o Baby
o 0 maanden tot 6 maanden
o Zich aanpassen aan de omgeving
o Prikkelevenwicht, Prikkelregulatie
1/ Basale emotionele behoeften en ontwikkelingstaken
Ritme en structuur
Een pasgeboren baby Komt in de buitenwereld terecht (buiten baarmoeder) en moet ritme leren om te
kunnen overleven: ritme in voeding, slaap- en waakritme, …
Een kwestie van structuur.
Pagina 1 van 21
,Prikkels
De pasgeborene ervaart allerlei nieuwe prikkels
o Prikkels van binnenuit : spijsvertering, …
o Prikkels van buitenuit : visueel, auditief, tactiel, …
Al die prikkels integreren is een complexe opdracht
Een kwestie van actie en reactie met de omgeving
Emoties
Sommige prikkels zijn aangenaam en sommige prikkels zijn niet aangenaam (honger, dorst, pijn, natte luier,
vermoeidheid, overprikkeling, gespannen sfeer, …)
Een kwestie van die emoties een 1ste vorm te geven en er niet in te verdrinken
Voor een baby is dit een immens moeilijke taak
Hechting
Wanneer bovenstaande in orde is, gaat het op verkenning van de wereld, in nauwe relatie tot en
samenvallend met de zorgfiguur.
Er is een vanzelfsprekende twee-eenheid
Psycho-Fysiologische adaptatie
Is de ontwikkelingstaak en bevat de 4 bovenstaande deeltaken
1. Structuur
2. Actie en reactie
3. Emoties
4. Twee-eenheid
De 1ste fase wordt daarom de ‘eerste adaptatiefase’ genoemd en wordt gekenmerkt door de polariteit
van homeostase vs. disregulatie én basisveiligheid vs. angst.
Aanvullende nota’s
‘Geboortetrauma’: in buik > uit buik. Pasgeborene moet prikkelevenwicht vinden, moet zich fysiologisch aanpassen:
temperatuurregeling, ademhaling, vertering van darmen, huid = tactiel contact (ouders, lakens, kleren), ruimte en
tijd: dag & nacht … allemaal nieuwe dingen, nieuwe sensaties … , veel aanpassingen = Integratie van de prikkels.
Innerlijke spanningsniveau: pijn, honger, bloeddruk stijgt … bv. Een cliënt met deze ontwikkelingsniveau kan
ademhaling niet goed reguleren.
Te onthouden PPT
Homeostase vs. Disregulatie
Fysiologische aanpassing en regulatie
Sensorische integratie: zintuiglijk de wereld proberen te ordenen
Regulatie van de arousal, het innerlijk spanningsniveau
Integratie van ruimte en tijd
Pagina 2 van 21
, 1. Actie-reactie : met de omgeving en eigen lichaam
2. Emoties : een 1ste vorm geven
3. Structuur : vinden in ruimte en tijd
2/ Adaptief – maladaptief – pathologisch
Adaptief
Het is normaal en adaptief dat
o Primaire fysiologische functies: slaap- en waakritme, voedsel opnemen, prikkelregulatie … zich nog aan
het organiseren is
o Dat een baby in heel zijn lichaam spanning laat zien
o Het helemaal opgewonden geraakt als het zich niet prettig voelt
o Het lijkt samen te vallen met zijn zorgfiguur
o Niet huilt als die verdwijnt en
o Geen enkel aandacht heeft voor leeftijdsgenoten.
Aanvullende nota’s
Arousal: Baby 2 niveaus van activiteit: totale excitatie vs. totale relaxatie (slapen / eten)
Hechting: sociale lach na 8 weken – spiegelingen
Adaptief = gedrag dat vooruit helpt. (weetje: adaptief gedrag van een fase, wordt maladaptief gedrag in
een hogere fase, want niet meer leeftijdsadequaat.)
Maladaptief
Verstoorde prikkelregulatie: maladaptatie kan zich uiten in
o Totale ontreddering (signaal problemen met de regulatie van de primaire fysiologische functies)
Bv. permanente agitatie door het niet kunnen verwerken van prikkels
o In Zelfverwondend gedrag
Is in deze fase niet pathologisch, maar kan deel uitmaken van de ontwikkeling. Indien het gedrag aanhoudt
en intenser wordt kan het een pathologisch karakter krijgen
o In het afweren van lichamelijke nabijheid
Aanvullende nota’s
Problemen: bv. spijsvertering werkt niet goed, temperatuur abnormaal, volledig ontregelt …
Zelfverwondend, in deze fase niet persé pathologisch. Hoeft niet persé de ontwikkeling te verstoren. Bv.
sommige kinderen rollen zichzelf in slaap of zingen zichzelf in slaap, of wiegen heen en weer (trance effect,
helpt om tot rust te komen) = niet problematisch. > Stel het werkt niet > zelfde gedrag extremer stellen,
sterker heen en weer wiegen, tot hoofd tegen tralies van het bed bonken … lijken op zelfverwondend gedrag,
zonder dat het psychiatrisch is.
Bio-feedbacktraining: het brein beïnvloedt de ademhaling en de hartslag, maar ook omgekeerd. Zo helpen
ademhalingsoefeningen bij onrust om het brein te doen geloven dat alles oké is. Dit kan helpen bij cliënt.
Het samen doen = spiegeleffect, samen rustig ademen…
Pagina 3 van 21