Samenvatting histologie deel 2: Algemene histologie – bindweefsels
Functies:
Steunfunctie vb: skelet
Transport vb: bloed, transport cellen en stoffen doorheen lichaam
Bescherming / verdediging
Herstel
Opslagfunctie: reserve aan vocht, ionen, eiwitten, vet -> thermoregulatie
Embryologie: BW afkomstig van mesoderm -> mesenchymcellen migreren door lichaam en vormen
uiteindelijk de verschillende soorten BW
EXTRACELLULAIRE MATRIX
Grondsubstantie: vormt verbinding tussen cellen en eiwitvezels + heeft hoge viscositeit wat
zorgt voor belemmering van verspreiding micro-organismen en vreemde partikels
Proteoglycanen: centrale eiwitketen met glycosaminoglycanen (GAG’s) gebonden
- Ongesulfateerd: hyaluronzuur -> kraakbeen, synoviale vloeistof …
- Gesulfateerd: chondroïtinesulfaat, heparansulfaat, keratansulfaat, dermatansulfaat
Bacteriën die hyaluronidase produceren verminderen de viscositeit vd grondsubstantie
Structurele glycoproteïnen: interacties cellen en hechting cellen aan vezels of
andere componenten
- Fibronectine: rol in adhesie en migratie + hechting BWvezels en BWcellen
- Lamininen: vasthechting epitheelcellen aan basale membraan
- Chondronectine: kraakbeencellen hechten aan type II collageen
- Matrixreceptoren: door koppeling en ontkoppeling kunnen cellen over substraat
bewegen en omgeving verkennen
Bindweefselvezels
Collageen: biedt grootste weerstand tegen trekkrachten, zeer weinig rekbaar, taai &
sterk
- Type I: huid, pees, bot, organen -> zeer trekvast
- Type II: kraakbeen -> biedt weerstand aan intermitterende druk
- Type III: reticuline-vezels
- Type IV: onderdeel basale membraan -> steun, hechting en filtratie
- Type V: verankeringsfibrillen -> hechting eptiheel/BM aan onderliggend bindweefsel
Collageen basismolecule = tropocollageen -> drievoudige helix -> moleculen worden
door cross-linking en polymerisatie gestapeld tot collagene fibrillen -> collageen vezels -
> collageen bundel
Biosynthese: vorming polypeptide-α-ketens thv RER -> na synthese: ketens worden
gevlochten tot drievoudige helix (=procollageen) -> proline en lysine wordt
gehydroxyleerd: vit C nodig! -> transport procollageen naar golgi -> inbouw suikers ->
transport naar celmembraan via vesikels
Elastische vezels: bestaande uit elastine -> zeer uitrekbaar
Vorming: elastine 2 AZ: desmosine & isodesmosine -> elasticiteit & gele kleur; elastine wordt
uitgescheiden als pro-elastine en polymeriseert tot elastine. Vezels niet opgebouwd uit
aparte fibrillen + geen dwarsstreping in EM, vertakt op kruispunten
, Weefselvloeistof: aanvoer voedingsstoffen en afvoer afvalstoffen
- Arteriële zijde: water met opgeloste stoffen treedt uit bloedbaan oiv hydrostatische
druk
- Veneuze zijde: wanneer colloid-osmotische druk groter dan hydrostatisch ->
heropname water en stoffen -> kan bij verstoring oedeem veroorzaken
CLASSIFICATIE BINDWEEFSEL
Bindweefsel strictu sensu
Aanwezige bindweefselvezels:
Losmazig bindweefsel: meest verspreid, verbindt naastliggende cellen en structuren,
reactief + vervormbaar -> veel vrije cellen die reageren op schadelijke micro-
organismen
matrix: zachte, viskeuze gel door hyaluronzuur
kleine hoeveelheid BWvezels -> los geweven netwerk
Dicht bindweefsel: meer BWvezels -> minder vervormbaar
- regelmatig dicht bindweefsel: geordend, parallel georiënteerd -> sterke weerstand
in bepaalde richting vb: pezen
- onregelmatig dicht bindweefsel: ongeordend, in alle richtingen -> weerstand in alle
richtingen vb: dermis
Bindweefselcellen:
Vaste cellen: ontstaan ter plaatse door deling + stabiele en langlevende populatie
o Fibroblasten: meest voorkomend, synthetisch actieve cellen, productie
grondsubstantie en BWvezels, spoelvormig met uitlopers, grote ovale kern,
fijn verdeeld chromatine, grote nucleolus, rijk aan RER + goed ontwikkeld
golgi
o Fibrocyten: volledig omsloten door matrix, meer afgeplat + minder
uitlopers, langwerpige donkere kern, weinig RER + klein golgi
o Mestcellen: ovale tot ronde cel, cytoplasma gevuld met basofiele granula,
centrale ronde kern, matig ontwikkeld RER + vrij omvangrijk golgi, rol bij
allergische reacties
Vrije cellen: populatie wordt vervangen door populatie stamcellen uit beenmerg
o Macrofagen: 10-30µm, ovale tot niervormige kern, uitstulpingen aan opp.,
goed ontwikkeld golgi en RER
Functies: opname deeltjes + vertering door lysosomen, antigen presentatie
aan cellen immuunsysteem, uitscheiden secretieproducten met rol in
afweer en weefselherstel
deel van complexe vitale verdedigingsmechanisme -> fagocyteren deeltjes -
> vertering door lysosomen -> fragmenten binden aan receptormoleculen -
> wordt als antigeen aan opp gepresenteerd
- mononucleair fagocytensysteem: macrofagen differentiëren uit
monocyten en hebben levensduur van ong 2 maanden
- reticulo-endotheliale systeem: residente of weefselmacrofagen, kunnen
zeer lang leven