Passend onderwijs
- Sinds augustus 2014: zorgplicht voor scholen.
- Wet Passend Onderwijs: de Commissie van Onderzoek (CvO) van de instelling bepaalt of de leerling
recht heeft op ondersteuning.
- Passend onderwijs is geen schooltype; kinderen zitten niet 'op' passend onderwijs.
Doelen passend onderwijs:
Ø Alle kinderen krijgen een passende plek in het onderwijs.
Ø Als het kan gaat het kind naar een reguliere school. Als dat niet kan, in het speciaal onderwijs.
Ø Scholen krijgen meer mogelijkheden voor ondersteuning op maat.
Ø De mogelijkheden en de onderwijsbehoefte van kind zijn bepalend, niet de beperkingen.
Ø Kinderen komen niet meer langdurig thuis te zitten.
Bij passend onderwijs wordt er gekeken naar wat het kind wel kan. Passend onderwijs is geen aparte
school maar is extra ondersteuning.
Taken van de logopedist in het SO:
- Observeren, onderzoeken en diagnosticeren
- Directe en indirecte behandeling
- Ouderbegeleiding
- Groepslogopedie / samenwerking leerkracht
- Verwijzende en adviserende rol
- Multi- en interdisciplinaire aanpak
Maar ook: kritisch denken, Evidence-based handelen en beargumenteren!
Diagnostiek en multidisciplinair handelen
Multi- en interdisciplinair werken is een centraal thema binnen het speciaal onderwijs.
Je plaatst de spraaktaalontwikkeling van een kind altijd in het licht van de algemene ontwikkeling
(IQ/ intelligentie), om de aard, mate en ernst van de problematiek (=diagnose) te kunnen bepalen.
Hiervoor heb je nagenoeg altijd de informatie van andere disciplines nodig.
,Spraakstoornissen
• Probleem / vertraging / stoornis
Fonetische articulatiestoornis: Een kind is niet in staat om één of meerdere klanken van zijn
moedertaal correct te vormen. Consistente fouten.
Fonologische stoornis: Onvolledige beheersing van regels van het foneemsysteem. Consistente
atypische of inconsistente fonologische stoornis. Fonologische achterstand.
Spraakontwikkelingsdyspraxie: Een stoornis in het produceren van reeksen van spraakklanken,
lettergrepen en woorden. Moeite met de planning en/of programmering van de spraak.
Dysartrie: Een neuromusculaire spraakstoornis ten gevolge van een aandoening van het centrale
en/of perifere zenuwstelsel of de spieren zelf.
- Richtlijn TOS: hierin staat alles over signaleren, diagnosticeren, behandelen, NVLF.
Definitie TOS
Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis van genetische oorsprong die gekenmerkt wordt door
een taalontwikkeling die beduidend achterblijft bij die van leeftijdgenoten.
Kan voorkomen in zowel het taalbegrip als de taalproductie en in alle aspecten (fonologie,
semantiek, (morfo)syntaxis, pragmatiek) en modaliteiten (gesproken taal, geschreven taal,
gebarentaal).
Definitie TOS kenmerk: gemiddelde intelligentie.
TOS wordt ook wel ESM genoemd: ernstige spraak moeilijkheden.
DSM-V (American Psychiatric Association)
Communicatiestoornissen:
- Taalstoornis (Language disorder)
- Spraakstoornis (Speech sound disorder)
- Stoornis in de spraakvloeiendheid ontstaan in de kindertijd (childhood-onset fluency disorder;
stuttering)
- Sociale (pragmatische) communicatiestoornis (social (pragmatic) communication disorder)
- Ongespecificeerde communicatiestoornis (unspecified communication disorder)
Taalstoornis (Language disorder)
- Persisterende moeite met het verwerven en gebruiken van taal in alle modaliteiten door
deficiënties in het begrijpen of produceren van taal.
Kenmerken:
1) verminderde woordenschat
2) beperkte zinsstructuur
3) beperkingen in het voeren van gesprekken
- Het taalniveau ligt substantieel en kwantificeerbaar onder dat wat gezien de leeftijd verwacht mag
worden.
- Begin ligt in de vroege ontwikkelingsperiode.
- Problemen kunnen niet verklaard worden door overige ontwikkelingsachterstanden (gehoor,
motoriek etc.).
Prevalentie TOS
- Afhankelijk van gebruikte definitie: 1 tot 15%
- Prevalentiestudie: 7,4%
- Gemiddeld: 6-7% van de kinderen heeft een TOS
- Nederlandse situatie: ongeveer 175.000 kinderen tussen 0-15 jaar met TOS
2
, Definiëring
- Uitingsvorm: vertraagd VS gestoord
- Aard: stoornis VS blootstellingsachterstand of combinatie van beide
- Oorzaak: specifiek VS niet-specifiek, primair VS secundair
- Internationaal: DLD (Developmental Language Impairment), SLI (Specific Language Impairment)
Kenmerken TOS
Hardnekkige problemen dus:
- Beperkte zinstructuur, verkeerd opgesteld
- Verkeerde zinsstructuur, kortere zinnen.
Niet alle kinderen met TOS bevinden overal problemen mee. De één heeft meer problemen met
verminderde woordenschat, de andere bv. meer met zinstructuur.
TOS is alleen op het gebied van taal.
Vertraagd VS gestoord
Vertraagde spraaktaalontwikkeling
Er is sprake van een langzamer ontwikkeling; het taalgebruik van een kind vertoont kenmerken van
het taalgebruik van een jonger kind.
Bijvoorbeeld: een kind van 4 jaar met een taalbegrip en taalproductie van 2 jaar.
Meestal een harmonisch profiel (taalbegrip en taalproductie gaan vaak samen en zijn beide
vertraagd).
Gestoorde taalontwikkeling
Andersoortige of gestoorde ontwikkeling; het taalgebruik van een kind vertoont kenmerken die niet
in een bepaalde fase van het normale taalverwervingsproces thuishoren. De taalkenmerken vertonen
geen samenhangend beeld.
Bijvoorbeeld: kind van 5 jaar met een voldoende taalbegrip. Productief: zinsbouw kort (maximaal 3
woorduitingen) met weinig grammaticale structuren.
Vaak disharmonisch profiel (geen samenhangend beeld van begrip en productie)
Blootstellingsachterstand
- Onvoldoende taalaanbod omgeving
- Taalverwerving = robuust proces: meeste kinderen leren praten, zelfs wanneer ze een ‘arm’
taalaanbod krijgen.
Primair VS secundair, specifiek VS niet-specifiek
Secundair / niet-specifiek:
Aan het taalprobleem ligt een ‘ander’ probleem ten grondslag, nl.:
- slechthorendheid/doofheid (gehoor)
- mentale retardatie (cognitie)
- emotionele ontwikkelingsstoornis (soc. emotioneel)
- neurologische stoornis
- afwijking in spraakorganen of spraakmotoriek
- ziekte
Primair / Specifiek:
Opzichzelfstaande taalstoornis; zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak.
Specific Language Impairment (SLI) of specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS)
stoornis in de spraak-taalproductie (soms ook begrip) → uitsluitingshypothese
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nathalienicky. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.