Inleiding:
Wat is linguïstiek?
- Linguïstiek is taalwetenschappen
o Studie van taal als algemeen menselijk verschijnsel.
• Wat is ‘taal‘ ?
o Blootleggen van
• Universele grammatica
→ Principes, eigenschappen van alle talen
▪ Sommige aspecten zijn algemeen voor alle talen, zoals het gebruik van klanken
• Taalspecifieke grammatica
→ Parameters, eigenschappen die per taal kunnen verschillen
▪ Er zijn taalspecifieke verschillen, zoals de zinsbouw in het Frans en Nederlands
o Expliciteren van grammaticale regels van taal
Het verwoorden van de grammaricale regels van taal
1
,2
,Hoofdstuk 2: De menselijke, natuurlijke taal
2.1 Algemene kenmerken van menselijke, natuurlijke taal
De menselijke, natuurlijke taal heeft verschillende kenmerken:
- Interactief:
o Taal is een communicatiemiddel bij uitstek om bewust samen te handelen.
o Doormiddel van taal (wat een sociaal materiaal is) kunnen we de cultuur vorm geven en een
maatschappij organiseren
o Taal is een sociaal gebeuren; je stemt uw taalgebruuik af op uw gesprekspartner.
Er is een continue wisselwerking (actie-reactie) waarbij de spreker luisteraar wordt en
omgekeerd.
o Taal is belangrijk voor de evolutie van de menselijke soort
- Creatief of productief:
o De mens kan hun woordenschat aanpassen en vernieuwen, er komen nieuwe woorden bij,
andere verdwijnen. De mens is in staat om nieuwe woorden te bedenken.
De mens kan ook steeds nieuwe zinnen maken, die nooit eerder uitgesproken zijn.
Dus we kunnen altijd aanpassen en variëren in boodschap uiten
o Er is veel variatie mogelijk in zinslengte, dit is theoretisch oneindig, maar je geheugen kan dit
niet aan in theorie (zo zal je niet het eerste woord van de zin onthouden).
Woordgebruik kan ook variëren afhankelijk van onderwerp/situatie, ander jargon.
- Gestructureerd:
o Rule-governed creativity:
Taal is creatief, dit wil niet zeggen dat je de volledige vrijheid hebt in taal, het wordt namelijk
begrensd door regels. (op vlak van klank- en zinsniveau)
o Taal is gestructurerd en heeft grammatica:
• Beperkte set van regels
• Beperkt aantal elementen
Je hebt maar 26 letters, en bepaald aantal klanken
• Oneindig aantal combinatiemogelijkheden
Met 26 letters kan je oneidig veel woorden maken, de hoeveelheid klanken kan je op
oneidig veel manieren combineren
- Referentieel:
Taal heeft een referentiële functie, het verwijst naar iets in de realiteit.
Dit maakt het mogelijk om iets in de afwezige werkelijkheid te verwijzen of op te roepen, hierdoor
kan je praten over iets op elk moment.
- Spontaan:
o Taal is spontaan tot stand gekomen zonder dat er een aanleiding of stimilus nodig is, we
kunnen op elk moment over van alles en nog wat praten, onafhankelijk van het ‘hier en nu’.
o Het ontstaan van taal is niet gemaakt door iemand, het is ontstaan en evolueert voortdurend.
We weten pas dat taal bestaat doordat de mens is beginnen met schrijven
3
, - Arbitrair en conventioneel:
o Arbitrair:
• Is dat er een willekeurige relatie is tussen vorm en betekenis.
-> er is geen logische verband tussen de vorm en naar wat dat het verwijst.
Het verband hierin wordt aangeleerd dus waarom noemen we een stoel een stoel? Er
is geen verband tussen het woord stoel en hoe het er uitziet
• Niet iedereen geeft aan dezelfde klankcombinatie, dezelfde betekenis
-> Waarom vis en waarom in het frans poisson en engels fish
o Conventioneel:
• Impliciete afspraak tussen sprekers van dezelfde taal
Het is u niet geleerd, je hebt het gewoon gaande weg opgepikt
-> Een impliciete afspraak dat een stoel een stoel is of Noord het noorden is
Het is objectief waarneembaar
Er zijn ook een aantal uitzonderingen:
- Uitzonderingen over het feit dat woorden compleet arbitrair zijn:
o Onomatopeeën of klanknabootsende woorden:
Woef is een hond, omdat het dat geluid maakt
Toch noemen ze een koekoek in andere landen anders; klinkt niet helemaal hetzelfde in het
nederlands, maar maakt wel het zelfde geluid
- Uitzonderingen: gebarentaal
o Gebarentaal:
De vorm van een relatief groot aantal woorden is niet arbitrair, ongeveer 1/3 van de gebaren
is iconisch (niet sluitend) (en 2/3 willekeurig).
Bij gebarentaal is er meer een relatie tussen het gebaar en daar waar het gebaar naar
verwijst. Er zijn ook verschillende soorten gebarentaal;
4