BREID JE WOORDENSCHAT UIT
HOOFDSTUK 1: ACADEMISCH NEDERLANDS
WOORD BETEKENIS
Academisch Eigen aan een universiteit of hogeschool
Ad valvas Op de mededelingenborden
Aula Auditorium, gehoorzaal
Numerus clausus Beperking van het aantal studieplaatsen voor een
opleiding
Curriculum Leerplan
Ex cathedra Doceren
Emeritus Met ambtsrust
Practicum Praktijkles
Proclamatie Officiële bekendmaking door het hoofd van een
faculteit
Decaan Hoofd van een faculteit
Erudiet Een brede kennis hebben
Rector Directeur van een hogeschool of universiteit
Pedagoog Opvoedkundige
Casus Praktijksituatie
Syllabus Cursusmateriaal
Scriptie Verhandeling
Alternatief Keuze
Arbitrair Willekeurig
Efficiënt Doeltreffend
Flexibel Meegaand
Interactie Wisselwerking
Objectief Onbevooroordeeld
Subjectief Partijdig
Plausibel Passend
Naar analogie met Net zoals bij
Constructief Opbouwend
Evidentie Vanzelfsprekendheid
Essentie Belangrijkste punten
Hypothese Veronderstelling
Sjabloon Opmaakdocument
Progressie Vooruitgang
Attitude Houding
Secundair Indirect
Primair Direct
Consequent Eenduidig
Rationeel Verstandelijk
Notuleren Aantekeningen maken, notities nemen
Expliciteren Verduidelijken
Parafraseren Samenvatten in eigen woorden
Screenen Iemands geschiktheid voor een bepaalde functie
onderzoeken
Specificeren Uitleggen, verklaren, toelichten
Recapituleren Kort herhalen, resumeren
Excelleren Onderscheiden, uitblinken
Doceren Lesgeven
Analyseren Ontleden, ontrafelen
Remediëren Verhelpen, genezen, beter maken
, Nuanceren Verduidelijken door meer details te geven
Refereren aan Verwijzen naar
Poneren Stellen
Inventariseren Oplijsten
Differentiëren Onderscheiden
UITBREIDENDE WOORDENSCHAT
Accuraat Nauwkeurig
Intrinsiek Inwendig
Pejoratief Ongunstig
Proactief Waarbij je vooruitdenkt
Consistent Logisch samenhangend
Basaal Essentieel, fundamenteel
Cognitief Mentaal proces dat het denken, het leren, het
memoriseren en het gezond verstand betreft
Narratief Verhalend, vertellend
Plausibel Aanvaardbaar
Pragmatisch Nuttig, inspelend op de praktijk
Legio Ontelbaar, talrijk
Triviaal Alledaags, onbeduidend
Deductie Een gevolgtrekking maken uit het algemene naar het
bijzondere
Exposé Uiteenzetting, betoog
Consensus Eensgezindheid
Repercussie Gevolg, reactie
Perceptie Waarneming
HOOFDSTUK 2: NEDERLANDS EN ALGEMENE TAALKUNDE
WOORD BETEKENIS
Ironie Bedekte, milde spot (door het tegenovergestelde te
zeggen van wat men bedoelt)
Sarcasme Bijtende spot
Cynisme Schaamteloze spot, een illustratie van de negatieve
kijk op het leven
Understatement Verzwakte mededeling (bv. President Obama had de
indruk dat hij bij bepaalde republikeinen wat minder
geliefd was)
Jargon Vaktaal, voor niet-ingewijden moeilijk verstaanbare
taal
Slang Zeer informele taal, taal van een bepaalde sociale
klasse/beroep
Turbotaal Flitsend, modieus taalgebruik (kenmerk: afkortingen)
Verkavelingsvlaams Tussentaal
Monoloog Één persoon is aan het woord
Dialoog Gesprek tussen twee personen
Barbarisme Woord/uitdrukking uit vreemde taal vertaald in niet-
correct Nederlands
Anglicisme Barbarisme uit het Engels
Gallicisme Barbarisme uit het Frans
Germanisme Barbarisme uit het Duits
Purisme (verkeerd) vertaald woord in een poging om te
, streven naar zuiver Nederlandse woorden
Formeel Vormelijk, stijf taalgebruik
(dikwijls schrijftaal)
Informeel Los taalgebruik
(dikwijls spreektaal)
Eufemisme Verzachtende, verbloemende of verhullende
uitdrukking
Dysfemisme Taalgebruik dat opzettelijk grof/beledigend is
Contaminatie Verhaspeling van 2 woorden/uitdrukkingen met een
verwante betekenis, waardoor een verkeerd nieuw
woord/een verkeerd nieuwe uitdrukking ontstaat
Pleonasme Deel van de betekenis van een woord of woordgroep
wordt nog eens, ‘dubbelop’, door een ander woord
uitgedrukt
Tautologie Woordencombinatie waarin een begrip tweemaal of
meerdere malen wordt genoemd
Homoniem Woorden met gelijke uitspraak en spelling, maar met
een verschillende betekenis
Homofoon Woorden met een gelijke uitspraak, maar een
verschillende spelling
Geoniemen Woorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige
namen
Toponiem Plaatsnaam
Eponiemen Woorden die afgeleid zijn van persoonsnamen
Synoniemen Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen
Antoniemen Woorden met een tegengestelde betekenis
Citaten Stukje tekst dat letterlijk gekopieerd is uit een bron
Gender Geslacht, sekse
Etymologisch Herkomst van een woord
Anekdote Kort, grappig verhaal
Inversie Omkering van de woorden in een zin
Paradox Schijnbare tegenstelling
Hyperbool Stijlfiguur van overdrijving
Allegorie Verpersoonlijking van een begrip
(bv. Magere Hein -> stelt de dood voor)
Palindroom Woord dat van links naar rechts gelezen precies
hetzelfde is als andersom
Assimilatie Gehele/gedeeltelijke gelijkwording van medeklinkers
Metafoor Woord/beeld gebruiken voor iets anders, waarmee
het een overeenkomst vertoont
Cryptogrammen Bijzondere vorm van een kruiswoordpuzzel
Antecedent Woord/zin waarnaar een voornaamwoord verwijst
Archaïsch Ouderwets
Discongruentie Het niet met elkaar in overeenstemming zijn
, HOOFDSTUK 3: JOURNALISTIEK EN MEDIA
WOORD BETEKENIS
Nieuwsanker Nieuwslezer
Buitenlandcorrespondent - Journalist die in het buitenland woont om
van daaruit te berichten als er nieuws is
- Oorlogsjournalist die voor korte tijd naar
oorlogsgebied trekt om van daaruit te
berichten
Freelancer Medewerker die betaald wordt per opdracht (niet
vast)
Hoofdredacteur Staat aan het hoofd vd nieuwdienst, bepaalt wat er
in het journaal/krant/tijdschrift komt en hoe taken
onder journalisten verdeeld worden
Eindredacteur Verantwoordelijk voor het eindproduct (op gebied
van taal, stijl, structuur, …)
Persbericht Bericht dat groepen, bedrijven, … naar de
verschillende mediakanalen sturen om hen op de
hoogte te brengen van een nieuwsfeit
Persconferentie Vergadering om de pers op de hoogte te brengen
van een bepaalde gebeurtenis (met vragen op het
einde)
Persagentschap Bedrijf dat (zowel nationaal als internationaal)
nieuws verzamelt en tegen betaling doorstuurt naar
alle geabonneerde nieuwskanalen
Belga Belgisch persagentschap
Reuters Brits persagentschap
AP Associated Press (V.S.)
On the record Officieel verklaard of vastgelegd
Off the record Vertrouwelijk, buiten de verslaggeving
Push media Informatie die aan de consument wordt
opgedrongen
Pull media Informatie waar de consument zelf voor kiest en
naar binnentrekt
Informeren Inlichtingen verstrekken
Opiniëren Een mening geven
Headlines Hoofdpunten, krantenkop
Intro’s Inleidingen
Autocue Scherm waarop een te presenteren tekst wordt
weergegeven
Scoop Primeur
Faits divers Diverse feiten, evenementen die niet gebruikelijk
zijn in de nieuwsmedia, korte nieuwsberichten met
sensationele thema’s
Komkommertijd Periode waarin er weinig politiek nieuws te melden
valt
Uitsmijter Een ietwat luchtig bericht dat het nieuws afsluit