Ethische en deonthologische vraagstukken
Voorbeeld van ethische dilemma: Casus pagina 8
Argumenten om Guido niet vervangen
De kwaliteit van Guido als begeleider
Ouders waren op de hoogte van de regels
Racisme:
Het stellen van een voorbeeld om niet toe te geven aan de ouders van
Marijke
Aan de collega’s kant staan
Argumenten om Guido wel te vervangen
Afwijzing is niet leuk voor Guido zelf
In belang van het kind is goede samenwerking noodzakelijk
Vertrouwensgevoel van de ouders op pijl houden
Het doorzetten van de begeleider kan heel veel energie opslopen
Perspectivistische lenigheid:
Om toe een degelijk kritisch denkonderzoek te komen moet je jouw eigen
perspectief kunnen loslaten om het perspectief van de ander te kunnen
verkennen
De leerinhouden van het vak:
1) Basis begrippen: filosofie, ethiek, moraal, de fenomeen, kritiek en
dialectiek; postmodernisme, juridisme, moraliseren en macht als valkuilen
2) Filosofie van geluk, waarden en normen
3) Mensenrechten
4) Omgaan met vertrouwelijke informatie
5) Ethisch delibereren
6) Ethiek en levenseinde
Principes:
Principes, waarden en normen zijn niet voor iedereen hetzelfde. En ze liggen ook
voor jezelf niet vast. Ze staan ter discussie
, Hoofdstuk 1: inleidende begrippen
Leerdoelen hoofdstuk 1:
De student begrijpt waarom filosofie nuttig is in de hulpverlening, meer
concreet bij de oplossing van ethische dilemma’s
De student kent het onderscheid tussen filosofie, ethiek, moraal en
deontologie
De student heeft inzichten in de valkuilen van het ethisch en deontologisch
handelen: juridisering, moraliseren en ethiek in de postmodernistische
sfeer.
Nog één keer een beetje filosofie
Het benadrukt het belang van filosofie in het sociaal werk door middel van een
rekest vragen en casussen. Het stelt dat filosofie draait om kritisch denken, het
stellen van vragen en het in twijfel trekken van vanzelfsprekendheden. Het
onderstreept de noodzaak voor hulpverleners om filosofische vragen te
overwegen, zoals de verantwoordelijkheid voor verslaving, integratie van mensen
met beperkingen, en ethische dilemma’s. Filosofie wordt beschouwd als een
voortduren proces van nadenken, waarbij het vermogen om rationeel te denken
ons onderscheidt van andere dieren. Het benadrukt ook dat filosofie niet beperkt
moet worden tot een geschiedenis, maar actueel en praktisch relevant blijft.
Een aantal begrippen uit de filosofie: kritiek, fenomeen en dialectiek
Kritiek, kritisch denken
Kritisch denken is gaat niet simpelweg om argumenteren voor of tegen, maar om
het vermogen om onderscheid te maken en te beoordelen. Het benadrukt dat
kritisch denken essentieel is bij het analyseren van conflictsituaties en ethische
dilemma’s, waarbij het doel is om een gefundeerd oordeel te vellen. Door kritisch
na te denken over de dagelijkse praktijk van hulpverlening kunnen we beter
inzicht krijgen in de problemen van mensen die afhankelijk zijn van
hulpverlening.
Fenomeen
Het belang van een nuancerende benadering bij het bespreken van fenomenen,
zoals gebeurtenissen, gevoelens, begrippen of daden. Het stelt dat fenomeen
een neutrale aanwijzing is van het object van het denken, en een nuancerende
benadering helpt om de vele aspecten ervan te zien, inclusief voor – en
tegenstandpunten. Het bespreekt ook debatten in de filosofie over de aard van
de werkelijkheid, waarbij empirisch – positivisten objectieve observatie
benadrukken. Het suggereert dat beide perspectieven relevant zijn in de sociale
hulpverlening, waarbij vragen worden gestelde onder de objectiviteit van
beperkingen van cliënten en de effectiviteit van geboden hulp