Bijvragen cel en weefselleer
Les 3 Brouns
- Tonofilamenten: Samengebundelde keratinefilamenten in desmosomen
- Hemidesmosoom: Verbindingsstructuur waarmee een epitheelcel aan de lamina basalis verankert is
- Desmosomen: Verbindingsstructuur waarmee verschillende epitheelcellen aan elkaar hechten = macula adhaerens
- Keratinocyten: Epitheelcellen, bevatten keratinefilamenten
- Corneocyten: Verhoornde epitheelcellen (dode cellen)
- Filaggrine: Eiwit in kerato-hyaline korrels, komt tussen bij aggregatie van keratinefilamenten → houdt H2O vast
Les 4 Brouns
- Merocriene klier: Granula uitscheiden aan apicale celmembraan via proces vergelijkbaar met exocytose → cellen worden niet
beschadigd (vb. speekselklier)
- Holocriene klier: Secreetproduct wordt in gehele cel verzamelt → inhoud komt onder druk te staan m.a.g. dat cellen openbarsten en
afsterven (vb. talgklier)
- Apocriene klier: Secreetproduct verzamelt nabij celapex waar het wordt afgesnoerd en uitgescheiden → beschadigd deel cel maar
snel herstel (vb. melkklier)
- Proteoglycanen: Centrale eiwitketens met hierop GAG’s gebonden = core protein, deel van grondsubstantie (extracellulaire matrix)
ongesulfateerd (hyaluronzuur) en gesulfateerd (uronzuur en hexosamine)
- GAG’s: Glycosaminoglycanen → familie van niet vertakte polysacchariden opgebouwd uit lange ketens, hydrofiel → trekt
water aan
- Hyaluronidase: Enzym geproduceerd door bacteriën, breekt hyaluronzuur af waardoor viscositeit BW verminderd
- Glycoproteïnen: Complexen van eiwitten en weinig koolhydraten, rol bij interactie tussen cellen
- Fibronectine: Rol in adhesie en migratie → hechting BW vezels aan BW cellen, synthetisatie door epitheelcellen en BW cellen
- Laminine: Hecht epitheelcellen aan BM
- Chondronectine: Hecht kraakbeencellen aan collageen type II, synthetisatie door kraakbeencellen
Les 5 Brouns
- Welke cellen stellen
histamine vrij: Mestcellen → zijn verantwoordelijk voor een allergische reactie, zorgen voor verhoging permeabiliteit bloedvaten
- Soort vetcellen: Univacuolaire adipocyten (wit vetweefsel) en multivacuolaire adipocyten (bruin vetweefsel)
- Tropocollageen: Vormt de basis voor collageen → 3 voudige helix (2 alfa 1 en 1 alfa 2 keten)
- Desmosine: Aminozuur in elastine (zorgt samen met isodesmosine voor gele kleur en elasticiteit)
- Isodesmosine: Aminozuur in elastine (zorgt samen met desmosine voor gele kleur en elasticiteit)
, - Oxytalanvezels: Samenbundeling van microfibrillen, dun en weinig elastisch
- Elauninevezels: Elastine wordt afgezet tussen oxytalanvezels, bij verdere ophoping elastine vorming echte elastische vezels
- Fibroblasten: Vaste cel BW ss, synthetiseren actief matrix materiaal (BW vezels en grondsubstantie), spoelvormig met uitlopers
- Fibrocyt: Vaste cel BW ss, volledig ingesloten door matrix geproduceerd door fibroblast, kleiner langwerpiger (rusttoestand)
- Mestcellen: Vaste cel BW ss, bevatten heparine en histamine, rol bij allergische reacties door vrijstellen stoffen tijdens activatie
- Macrofagen: Vaste cel BW ss, differentieert vanuit monocyten in het bloed → behoort tot mononucleair fagocytensysteem (leeft
2 maanden), weefselmacrofaag → behoort tot reticulo-endotheliaal systeem (langlevend), deel van vitale
verdedigingsmechanisme, fagocyteren lichaamsvreemde deeltjes herkenbaar door talrijke uitstulpingen
- Plasmacellen: Vrije cel BW ss, ontstaan uit geactiveerde B-lymfocyten, produceren antilichamen die vrijgesteld worden en vrije
antigenen neutraliseren, spaakmotief in ronde kern
- Leukocyten: Vrije cel BW ss, witte bloedcellen waarvan verschillende types zijn terug te vinden in BW ss, diapedese
- Losmazig BW: Meest verspreid in het lichaam (buikvlies en onderhuid), veel weefselvloeistof cellen en bloedvaten
- Dicht regelmatig BW: Weerstaat aan sterke trekkrachten, collageenvezels allemaal in dezelfde richting parallel (pees)
- Dicht onregelmatig BW: Weerstaat aan sterke trekkrachten, collageenvezels in verschillende richtingen (kapsel)
- Vetweefsel: Opgebouwd uit vetcellen = adipocyten, omringd door fijn netwerk collagene vezels, veel bloedvaten, weinig
fibroblasten, schokbrekende eigenschap voor bescherming, thermoregulatie, opslagplaats
- Univacuolaire adipocyt: Overal in lichaam, 1 grote vacuole opgebouwd uit kleine vetdruppels, wandstandig cytoplasma, wit vetweefsel
- Pluri/multi Vormen bruin vetweefsel (schouderbladen) wat afneemt naarmate de leeftijd toeneemt, bevatten veel kleine
vacuolaire adipocyt: vetdruppels die verspreid in cytoplasma liggen, bevatten veel mitochondriën, warmteproductie
- Elastisch BW: Plaatsen waar zeer grote elasticiteit vereist is, vooral elastische vezels en dicht regelmatig BW, collageenvezels
voorkomen te sterke uitrekking
- Mucoïd BW: Embryonaal type, grondsubstantie overheerst (geleiachtig), beperkt aantal BW vezels
- Reticulair BW: In milt, lymfeknopen en beenmerg, reticulair netwerk met fagocyten filtert bloed en fagocyteert schadelijke stoffen
- Reticulumcellen: Gespecialiseerde fibroblasten die reticulaire vezels secreteren
Les 6 Brouns
- Aggrecanen: Eiwitketens proteoglycanen via verbindingseiwittenniet covalent gebonden aan lineaire hyaluronzuurmoleculen
- Chondroïtine 4/6 sulfaat: GAG’s in kraakbeen net als keratansulfaat, onderdeel van proteoglycanen
- Chondroblast: Onvolwassen kraakbeencel aan periferie kraakbeenstuk, maken grondsubstantie en eiwitvezels, rol in diktegroei
- Chondrocyt: Volwassen kraakbeencel in matrix ingesloten, kan nog delen
- Lacune: Kleine holte in matrix waarin chrondrocyten terug te vinden zijn
- Isogeen groepje: Dochtercellen chondrocyten vormen celgroepje in lacune
- Territoriale matrix: Ook celhof → rondom chrondrocyten, rijk aan GAG, arm aan collageen
- Interterritoriale matrix: Tussen de territoriale matrix, rijk aan eiwitvezels