100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 15. Metabolisme van koolhydraten, eiwitten en vetten €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoofdstuk 15. Metabolisme van koolhydraten, eiwitten en vetten

 85 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van de lessen van professor Leroy. Compleet gemaakt met belangrijke figuren!

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 11 december 2018
  • 5
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (31)
avatar-seller
kbavel
Hoofdstuk 15. Metabolisme van koolhydraten, eiwitten en vetten

Algemeen
- Omnivoren en carnivoren  eten in beperkt aantal voedingen per dag
o Vertering en resorptie binnen 4 uur na maaltijd  wisselwerking opnamefase –
mobilisatiefase
- Herbivoren (intermediairen)  monogastrische planteneters (fermentatie) eten ook in
maaltijden maar nutriënten worden langzaam en constant opgenomen
- Herbivoren (herkauwers)  polygastrische planteneters eten constant uit pens
Nutriënten als energiebron, als bouwsteen of opgeslagen bij overmaat  lever centrale rol!

Absorptiefase/opnamefase  verbruik + opslag reserve door opname glucose, AZ en vetten
1. Glucose, galactose en fructose
- In lever glycogeen opslag, energiebron en vetsynthese
- In spier energiebron en glycogeenopslag
- In vetweefsel vetsynthese
Spier is glucose aan het verbruiken waardoor conc in cel lager is dan in bloed dus NOOIT
glucose opname via actief proces! Dus opname via diffusie  transporter zal proces
vergemakkelijken (gefaciliteerde diffusie) en maakt hormonale regulatie mogelijk
- Sommige insuline afhankelijk  meer tot expressie als insuline aanwezig is
- GLUT4 = insuline afhankelijk  in spier aanwezig

Op moment dat glucose binnenkomt wordt het gefosforyleerd tot G6P want gefosforyleerde
suikers kunnen niet meer door celmembraan en kan dus niet verloren gaan. Bovendien zorgt
het voor een concentratiegradiënt want het is een andere molecuul (glucose conc blijft laag
in cel zodat glucose cel in kan gaan)
Dus glucose wordt in spier opgenomen via gefaciliteerde diffusie met daarnaast nog
minimaal gewoon diffusie!
Herkauwers krijgen oraal opgenomen glucose niet in lebmaag en wordt dus niet opgenomen
in darmen  90% glucose wordt zelf aangemaakt via gluconeogenese (lever!)

2. Lipiden
- Lipidenfracties
o Triglyceriden  opname in dunne darm en via chylomicronen naar lymfe en bloed OF
aangemaakt in lever en verpakt in VLDL
 VLDL vervoert ook cholesterol naar perifeer weefsel
 Resten opgenomen door receptor gemedieerde endocytose in lever
Glucose wordt zowel in lever als vetweefsel gebruikt voor aanmaak glycerol en VZn.
Vetweefsel kan geen glycerol opnemen door ontbreken enzym glycerokinase
o Fosfolipiden  bouwsteen van membranen
o Cholesterol  opgenomen in darm, aangemaakt in lever uit acetaat
 Ook bouwsteen membranen, grondstof steroïden en gal
o Niet veresterde vrije VZn  uit vetweefsel na lipolyse, korte t1/2 door snelle opname
 Niet wateroplosbaar dus gebonden aan albumine in bloed

- Lipoproteïnen of vettransporters
o Opgebouwd uit fosfolipiden, cholesterol, triglyceriden en apoproteïnen
 Herkenningseiwit zodat gezien kan worden waar kan docken  dockingsstation =
lipo proteïne lipase wat VZn uit lipoproteïnen haalt (glycerol terug naar bloed)
o Densiteit (gewicht) van laag-hoog, grootte van hoog-laag  hoge densiteit betekent
veel eiwitten en weinig vetten
o Chylomicronen: synthese in dunne darm
o VLDL: synthese in lever

, o LDL: synthese in bloedbaan (slecht cholesterol naar cellen)
o HDL: synthese in lever (goed cholesterol naar lever)
3. Aminozuren
- In lever aanmaak functionele eiwitten  levereiwitten, albumine, fibrinogeen, enzymen,
stollingsfactoren en hormoontransportglobulines
- In lever omzetting ketogene en glucogene AZ tot ketozuren na deaminatie  verbranding
in CZC, gluconeogenese, synthese ketonen, VZ synthese en transaminatie
o NH3 komt vrij na deaminatie (toxisch) en wordt in lever omgezet tot ureum
25% gaat rechtstreeks naar cellen voor aanmaak celspecifieke eiwitten. Er is geen eiwit
reserve mogelijk dus bij overmaat gluconeogenese, glycogeen verbrand in CZC en
oxidatieve fosforylatie!

Post-absorptiefase/mobilisatiefase  verbruik + aanboren reserve door mobilisatie
glycogeen, vet en eiwit
- Glucose centrale molecuul: staat onder sterke homeostatische controle!
o Hersenen, erythrocyten, nieren en spieren tijdens anaerobe glycolyse
- Lever opnieuw centraal orgaan vanwege gluconeogenese en glycogenolyse

3 grote bronnen voor maaltijd
Glycogenolyse in lever en spier = afbraak glycogeen
- Heel snel mobiliseerbare voorraad maar slechts voor enkele uren!
- Glycogeen omzetten naar G6P in spier  kan niet afgegeven worden als glucose door
ontbreken enzym glucose-6-fosfatase
o Glucose verbranden in spier of via glycolyse omzetten tot lactaat en pyruvaat wat via
bloed in lever komt waar omgezet wordt tot glucose
o Cori cylcus = recuperatie in lever van lactaat na anaerobe glycolyse in spieren

Gluconeogenese = aanmaak glucosemoleculen
- Enkel in lever en nier bij opraken glycogeenreserves  onttrekt oxalo-acetaat uit CZC
- Substraat is pyruvaat, glycerol, ketozuren en propionaat

Alternatieve bronnen naast glucose
- Vetverbranding
- Eiwitafbraak
o Cel stelt belangrijk deel van eiwit ter beschikking
o Gemobiliseerde AZ
o Spiereiwitten (alanine en glutamine)  aanvoer AZ (energie) en afvoer NH3 (ureum)

Verbranding VZn
- Glucosebesparend! Vooral door hart en skeletspieren
- In vetweefsel continue balans tussen lipolyse en lipogenese  hoe voller, hoe actiever
o Glycerol naar lever voor gluconeogenese
o NEFA = non estified fatty acid gebonden op albumine en verbruikt in spieren en lever
maar geen bron voor gluconeogenese

Overmatige vetmobilisatie
- Gluconeogenese maakt dat oxaalazijnzuur aan CZC wordt onttrokken
- VZn afgebroken via β-oxidatie tot Acetyl-CoA  HSL gestimuleerd door glucagon,
cortisol en adrenaline
Deze combinatie maakt dat er te veel Acetyl-CoA aangevoerd wordt, terwijl er te weinig
oxaalazijnzuur is om weg te reageren waardoor Acetyl-CoA zich opstapelt
- Enzymen gaan β-oxidatie remmen dus levercel kan VZn niet meer afbreken m.a.g. terug
veresteren tot triglyceriden  leververvetting of VLDL in bloed

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kbavel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 80364 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen