100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Materieel Strafrecht leereenheid 1 De objectieve zijde van het strafbare feit €15,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Materieel Strafrecht leereenheid 1 De objectieve zijde van het strafbare feit

1 beoordeling
 31 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Samenvatting Materieel Strafrecht leereenheid 1 De objectieve zijde van het strafbare feit Open Universiteit

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • 31 maart 2024
  • 34
  • 2023/2024
  • Samenvatting

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: mlmdevilee • 6 maanden geleden

avatar-seller
Materieel strafrecht
LEH 1 De objectieve zijde van het strafbare feit

Introductie (cursussite)
Deze leereenheid gaat over: De objectieve zijde van een strafbaar feit.

Een delictsomschrijving bevat:
 Objectieve bestanddelen
 Subjectieve bestanddelen

De bestanddelen zijn de onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat.
*Objectieve bestanddelen zijn bestanddelen van een delictsomschrijving waarvan niet hoeft te worden
bewezen dat de verdachte er opzet op had.

*Een subjectief bestanddeel is een bestanddeel dat altijd is toegespitst op de geestesgesteldheid van de dader.
Met andere woorden, de opzet of schuld.

De verplichte jurisprudentie uit deze leereenheid gaat over:
 De strafrechtelijke causaliteit
= Een causaal verband tussen de delictsgedraging (hierna: gedraging) en het delictsgevolg.

Het leerstuk over de strafrechtelijke causaliteit is ontwikkeld in de jurisprudentie.

De vraag is: Wanneer is een (voor bewezenverklaring van een bepaald delict vereist) gevolg door een
(door de verdachte gestelde) gedraging veroorzaakt?
De omstandigheden van het geval zijn hierbij bepalend.

 Wederrechtelijkheid
= Een gedraging die in strijd is met de wet.
Anders gezegd: In strijd met het objectieve recht. Er is dus een bepaalde norm overschreden.

De voorwaarde wederrechtelijkheid kan zijn een geschreven of ongeschreven voorwaarde voor
strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Dit betekent dat voor sommige delicten de voorwaarde van wederrechtelijkheid niet expliciet is
opgenomen in de delictsomschrijving (niet verplicht arrest Veearts). M.a.w. de wederrechtelijkheid is
dan niet als bestanddeel opgenomen in de delictsomschrijving.

Een geslaagd beroep op een rechtvaardigingsgrond tast de wederrechtelijkheid aan.

Voorbeeld:
Arrest Veearts (niet verplicht arrest):
Een arrest waarbij er sprake was van het ontbreken van materiele wederrechtelijkheid.

Tijdens een epidemie van mond-en-klauwzeer bracht een veearts opzettelijk 7 gezonde koeien in
contact met zieke koeien die in een stal stonden. Dit was een strafbaar feit in de Veewet. Op de
rechtszitting heeft de veearts uitgelegd, dat hij dit deed om de koeien een lichte graad van besmetting
te laten oplopen, zodat zij antistoffen zouden ontwikkelen, om daarmee hetzelfde effect te verkrijgen
als vaccinatie. De veearts deed een beroep op een ongeschreven rechtvaardigingsgrond: het
ontbreken van materiële wederrechtelijkheid.

Het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid houdt in dat de degene die het strafbare feit heeft
begaan niet strafbaar is, indien door het overtreden van het strafbare feit de doelstelling van dat feit
juist beter nageleefd wordt. Ook als de daad in strijd is met de wet.




Pagina 1 van 34

, De leer van de facetwederrechtelijkheid
Facetwederrechtelijkheid houdt in dat de betekenis van het begrip 'wederrechtelijk' varieert per
delictsomschrijving en komt een eigen specifieke betekenis toe in overeenstemming met het doel en
de strekking van de desbetreffende bepaling.
Echter, deze leer wordt niet zomaar en t.a.v. alle delicten gevolgd (verplicht arrest Dreigbrief).

Na de bestudering van deze leereenheid kun je:
 De geldende causaliteitscriteria toepassen in een casus.
 Toepassing geven aan het leerstuk van de wederrechtelijkheid.
 Toepassing geven aan het leerstuk van de locus delicti.


Verplichte jurisprudentie m.b.t. causaliteit:
 Aortaperforatie (r.o. 5)
 Haarlemse doodslag (r.o. 5.2.2 en 5.2.3)
 Niet-behandelde longinfectie (r.o. 5.3 t/m 5.4.2)
 Hevige emoties II (r.o. 3.5)
 Bloedvergiftiging (r.o. 3.4)
 Groninger HIV (r.o. 2.4.1 t/m 2.4.4)

Verplichte jurisprudentie m.b.t. wederrechtelijkheid:
 Dreigbrief (De overwegingen van de HR over cassatiemiddel V en VI + hetgeen in de kennisclip
Dreigbrief is opgenomen)

Niet verplichte arrest:
 Veearts




Pagina 2 van 34

,Samenvatting (studieboek)

Daderschap
In Nederland kennen wij het daadstrafrecht.
Het daadstrafrecht houdt in: Het strafrecht richt zich op de daad en niet op de (bijzondere) omstandigheden
van de dader.
De nadruk ligt dus op: De (gedraging in de) delictsomschrijving, dus niet op de andere bestanddelen van het
strafbare feit.

*De delictsomschrijving wijst het gedrag aan dat strafbaar wordt gesteld.

De delictsgedraging
In de meeste delictsomschrijvingen wordt een bepaalde delictsgedraging (hierna: gedraging) als bestanddeel
nader en specifiek beschreven.

De meeste gedragingen kunnen verschillen in nadere bepaaldheid. Het is daardoor vaak niet op voorhand
precies duidelijk welk concreet gedrag daaronder valt.
Zo zijn de volgende gedragingen niet gespecifieerd en wordt de gedraging bepaald door het gevolg:
 De gedraging van algemene verplichting tot zorgvuldig gedrag in de zorgplichtbepalingen.
 De gedraging van brand stichten, ontploffing teweegbrengen en overstroming veroorzaken (art. 157
Sr.).
 De gedraging van mishandeling (art. 300 e.v. Sr.).

De volgende gedragingen zijn daarentegen specifieker:
 Wegnemen
 Vervoeren
 Seksueel binnendringen

Bij de wettelijke omschrijving van de gedraging kan de nadruk liggen op handelen of nalaten.
Bij het vervullen van een gedraging kan het gaan om handelen of nalaten (of een combinatie daarvan).

Handelen of nalaten is geen algemene voorwaarde voor een strafbaar feit, maar een bestanddeel bij de meeste
delictsomschrijvingen.

 Er zijn delictsomschrijvingen waarin de bestanddelen ontbreken of niet worden gespecifieerd.

 Er zijn ook delictsomschrijvingen die volstaan met het verbieden van het laten voortbestaan van een
toestand. Een strafbaar feit is dan niet gepleegd als er door de adressaat (= persoon of instantie voor
wie regels van de overheid gelden) is gehandeld of nagelaten, maar als er wat is gebeurd waarvoor hij
verantwoordelijk is.

 Ook in bijzondere strafwetten kan de centrale rol van de gedraging regelmatig worden gerelativeerd.
Zo spreekt art. 10 Opiumwet over hem die handelt in strijd met eerder omschreven verboden. Het
gaat hier niet altijd om een gedraging. Wat moet men zich bijv. bij aanwezig hebben voorstellen? Toch
niet meer dan weten dat zich iets bevindt op een plaats waarover men zeggenschap heeft. Dat is geen
handelen of nalaten, maar een intredende aansprakelijkheid.

Kortom:
Bij strafrechtelijke daderschap gaat het niet steeds om een duidelijke fysieke gedraging.
De gedraging ontleent haar betekenis aan de context waarin zij wordt verricht. Daarbij zijn de omstandigheden
van het geval van belang.
Voorbeeld:
Zo is een handbeweging in bepaalde omstandigheden te interpreteren als een groet, in andere als een
stoptoken.




Pagina 3 van 34

, Op welke manier en door wie kan de delictsgedraging worden gepleegd?
De delictsomschrijving omschrijft dus niet altijd een bepaalde gedraging. De vraag is dan: Door wie en hoe het
strafbaar feit kan worden begaan.

Voorbeeld:
Hoe moet je de volgende bepaling interpreteren? ‘’Buiten de havens mogen nooit meer dan drie schepen in de
breedte van de rivier naast elkaar liggen.’’
De HR interpreteerde dit als: Dat het een handeling verbiedt (een niet-doen), namelijk het gebruik maken van
de wateren dat daardoor de ongewenste toestand ontstaat of in het leven wordt geroepen, dus niet dat zij niet
meer dan drie schepen naast elkaar doen liggen waardoor de toestand in het leven wordt geroepen.

In gevallen waarin de delictsomschrijving niet eenduidig een gedraging aanwijst, moeten de relevante
gedragingen worden bepaald a.d.h.v. factoren als:
 het type delict,
 de strekking ervan en
 de omstandigheden van het geval.

Een ander voorbeeld is het aanwezig of op voorhand hebben van bepaalde goederen, zoals: drug, wapens, van
misdrijf afkomstige voorwerpen of voorbereidingsmiddelen. Handelen of nalaten staat hier niet op de
voorgrond, bij deze delicten gaat het vooral om de vraag wie verantwoordelijk is voor het aanwezig hebben.
Hierbij speelt de objectieve kant een rol en is het vereiste van een daadwerkelijke, specifieke gedraging minder
belangrijk. Het beginsel van daadstrafrecht kan dan onder druk komen te staan.

De normadresstaatschap = Het vereiste dat de strafrechtelijke gedraging door een bepaald rechtssubject is
verricht.
Deze norm speelt vooral bij de kwaliteitsdelicten die alleen maar kunnen worden gepleegd door iemand met
een bepaalde kwaliteit (bijv. de bestuurder van de auto of ouder van een kind). De norm richt zich tot deze
rechtssubjecten dat alleen zij het feit kunnen plegen. Echter, eenieder kan deelnemen aan dit feit.


Geen puur fysiek gedragingsbegrip
De gedraging is niet enkel een puur fysieke handeling, maar ook het bewerkstelligen van een bepaald resultaat
door degene die verantwoordelijk is.
Er wordt daarom niet alleen gezocht naar de fysieke dader. Maar ook de verantwoordelijke dader.

Strafrechtelijk gezien zijn alleen gedragingen relevant die in en zekere verband met de wil en het bewustzijn
staan.
Pure reflexbewegingen missen strafrechtelijke relevantie. Zoals: het laten vallen van een glas bij wespensteek,
iets kapot maken in een epileptische toestand, door een ruit worden gedrukt.

Het wils- en bewustzijnsaspect van de gedraging kan niet gelijk worden gesteld met een opzet- of
culpavereiste, want opzet en culpa (= verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid) zijn meeromvattend dan de
wil die hier wordt bedoeld en hebben betrekking op meerdere bestanddelen van de delictsomschrijving.

Kortom:
De fysieke gedraging moet worden bezien samen met:
 de norm,
 de omstandigheden van het geval en
 de persoon van de dader.
Dit betreft de sociale handelingsleer.




Pagina 4 van 34

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demeta. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79202 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€15,49
  • (1)
  Kopen