Samenvatting: celleer: cytoplasma
Cytoplasma bestaat uit drie delen: 1) cytosol (fluid met opgeloste stofjes+ inclusies)
2) celorganellen
3) cytoskelet
1.CYTOSOL
Cytosol is de plaats waar veel chemische reacties plaatsvinden; is dus essentieel
Hydrofiele intracellulaire vloeistof (water) met daarin eiwitten, suikers ,vetten, vitamines,…
- meer kalium ionen
- minder natrium ionen en minder calcium ionen
- hogere concentratie aan opgeloste negatieve geladen eiwitten*
- lagere concentratie aan glucose ( wordt wel weg-gemetaboliseerd)
- hogere concentratie aan AZ
- hogere concentratie aan vetten
*die hoge conc. zorgt voor een gelei-achtige substantie
Inclusies= onoplosbare stofjes
Vb : vetdruppeltjes
Glycogeen granules (glycogeen= macromolecule van glucose)
Pigment ophoping (melanine,…)
Geen membraan rond inclusies
2. CELORGANELLEN
= cel-orgaantjes : twee soorten: 1) met membraan-omhulsel
2) zonder membraan-omhulsel
Met membraan: mitochondriën, ER, Golgi app., lysosomen, peroxisomen, exosomen
Elke organel bevat een unieke set eiwitten, die daar na hun synthese geraken dankzij een specifiek
transport: cel maakt een “adreskaartje” om de celorganellen naar de juiste plaats te brengen
Proteïne sorting: gebeurt door signaal-sequenties die in de AZ-sequenties liggen
Ontstaan: 1) invaginatie van celmembraan (instulping van het membraan) (o.a. kern, ER, Golgi app.)
“endomembrane system”
De inhoud van deze celorganellen communiceert met elkaar en buitenwereld via vesikels
2) fagocytose: (mitochondrion (dierlijk) en chloroplasten (planten))
Celorganellen die voedingstoffen in energie kunnen omzetten
Eigen DNA en geen vesiculaire communicatie, maken een aantal eigen EW en reproduceren
zelf
Zonder membraan: ribosomen( = plaatsen waar AZ volgens de genetische code aan elkaar geplaatst
worden) en proteasomen (= plaatsen waren eiwitten worden afgebroken,
moleculaire scharen)
Staan in direct contact met het cytosol
2.1 CELORGANELLEN MET MEMBRAAN
, 1) endoplasmatisch reticulum (ER)
Het is een netwerk van intracellulaire, cytoplasmatisch door membranen afgegrensde buisvormige met
elkaar verbonden profielen
Bestaat uit sub-domeinen met verschillende lipiden/fosfolipiden/proteïne samenstelling met
verschillende functies
Twee vormen: 1) ruw endoplasmatisch reticulum (RER): ribosomen aan de cytosolzijde van membranen
(sacculair) bestaat uit cisternen en tubulen
2) glad endoplasmatisch reticulum (GER): bestaat enkel uit tubulen
(tubulair)
Functies:
RER: -productie van EW voor export, voor celmembraan en voor andere organellen (lysosomen)
GER: -productie van TG, FL, Cholesterol en steroïdhormonen (FL, cholesterol: onderhoud celmembraan)
- opslag van atomen/moleculen uit cytosol (calcium)
- transport van ene kant van cel naar andere kant
- detoxificatie van stoffen door enzymen
- communicatie via vesikeltjes, via niet-versiculaire communicatie
Levercellen, pancreascellen, plasmacellen, fibroblasten,… : vol met RER
EW komen in ER lumen of blijven transmembranair
EW gevormd op ribosomen van het ER worden opgenomen door ER, deel blijft werken als enzym en
ander deel wordt in vesikeltjes verpakt en reizen naar Golgi-app
Kwaliteitscontrole: EW met productiefout worden herkent (UPR systeem)
Gaat deze EW vernietigen mbv ERAD (ER-associated degradation)
Deze EW worden teruggestuurd naar cytosol waar ze door proteasoom verknipt
worden tot weer bruikbare AZ
2) golgi-apparaat
Bestaat uit 5 tot 6 cisternae (afgeplatte zakjes) die parallel aan elkaar geschikt zijn
Elke cisternae heeft twee zijden: cis-zijde (gericht naar ER, kern) en trans-zijde (gericht naar
celmembraan)
Golgi-app. Wordt op zijn plaats gehouden door microtubuli die uit centrosoom komen
Meerde golgi-app. per cel
Transport van cis- naar trans-zijde
Functies:
- chemisch modificeren: processen zoals glycosilatie, sulfatatie, fosforylatie, bijknippen van eiwitten uit
RER (EW dienen voor export interstitium wordt voorzien van bouwmateriaal, bloedbaan wordt
voorzien van plasma EW en immunoglobulines en hormonen)
- verpakken en stockeren van EW/enzymen voor gebruik in cel
-stukken membraan aanleveren
Intracellulair vesikel transport:
=transport van vesikeltjes tussen ER en cisternae van golgi-app, maar ook van golgi-app naar membraan
oppervlak of andere intracellulaire organellen
Zie tekening powerpoint, boek p 91
EW spelen belangrijke rol