Week 1 - Introductie
Filosofie aan KU Leuven
Viervoudig nut van filosofie:
o Verheldering van wetenschappelijke concepten
Rationaliteit, causaliteit,..
o Kritische evaluatie van wetenschappelijke aannames en methoden
o Formulering van nieuwe concepten en theorieën
o Bevordering van dialoog tussen zowel verschillende wetenschappen onderling
(helikopterzicht) als wetenschap en maatschappij
Opiniestuk: L. Laplane, P. Mantovani, R. Adolphs, e.a. (2019), ‘Why Science Needs Philosophy’,
Proceedings of the National Academy of Sciences of the USA 116, vol. 10, p. 3951.
o “Modern science without philosophy will run up against a wall: the deluge of data
(overdaad aan data) within each field will make interpretation more and more difficult,
neglect of breadth and history will further splinter and separate scientific subdisciplines,
and the emphasis on methods and empirical results will drive shallower and shallower
training of students.”
Filosofie zou in staat moeten stellen om hoger perspectief te bieden dat
oppervlakkigheid overstijgt binnen wetenschappelijke disciplines
Aristoteles, Politica I.11, 1259a5-20:
o “[W]ie prijs stelt op vermogensvorming, kan met al deze dingen zijn voordeel doen. Zo is er
de anekdote over een commerciële vondst die wordt toegeschreven aan Thales van Milete
(eerste filosoof in geschiedenis van menselijk denken) wegens zijn reputatie van wijs man,
maar in feite zit er een algemeen beginsel achter. Toen mensen de spot met hem dreven
omdat hij arm was en hem voorhielden hoe nutteloos filosofie (stereotype was al aanwezig
in oudheid) is heeft hij, naar het heet omdat hij door de hemellichamen te bestuderen een
rijke olijfoogst had voorzien, al in de winter met zijn bescheiden vermogen als handgeld in
Milete en op Chios alle olijfpersen gehuurd; doordat niemand tegen hem opbood kreeg hij
ze voor weinig geld. Toen het tijd werd voor de oogst en er opeens een grote vraag naar
ontstond, kon hij ze zo duur verhuren als hij wilde. Zo verdiende hij veel geld en liet hij zien
dat een filosoof als hij wil makkelijk rijk kan worden, maar dat dit niet is waar het een
filosoof om te doen is.” (Vert. J.M. Bremer en T. Kessels)
Relatie filosofie en economie. Filosofie zou in staat kunnen stellen heel rijk te kunnen
worden. Filosoof kan het als hij wil, maar filosofie ontneemt drang om rijkt te willen
worden.
Wijsbegeerte en Ethiek
Inhoud:
o Deze cursus biedt geen historische inleiding op de wijsbegeerte, maar bespreekt
filosofische denkers en stromingen uit de moderniteit die relevant blijven voor een
kritische kijk op de hedendaagse beoefening van wetenschap, ethiek, politiek, en ten slotte
economie. Dit gebeurt met het oog op actuele maatschappelijke kwesties, concrete
ethische dilemma’s (en existentiële levensvragen (zie deeltje ethiek)).
Twee pijlers:
o Filosofie voor economisten
o Nadruk op ethiek
1
, Wat is Filosofie
Is op zich al een filosofische vraag, want is niet duidelijk wat filosofie is.
Verschillende betekenissen:
o Mening of denkwijze
o Levens- of wereldbeschouwing
o Studie van algemene beginselen
Griekse philosophia
o Gr. Philein: houden van, verlangen naar
o Gr. Sophia: wijsheid, inzicht
→ Filosofie als (radicaal = fundamenteel) kritische reflectie over …. (Kan je hier eender welk
onderwerp invullen)
*Kritisch: oordelen (maar niet iedereen die een oordeel velt is kritisch)
*Radicaal: tot op de fundamenten (filosofie is de enige descipline die zichtzelf in vraag durft te
stellen als discipline eigen methodologie in vraag durft te stellen)
G.W.F. Hegel: “De uil van Minerva begint haar vlucht pas bij het aanbreken van de
avondschemering.”
o Wil reflectieve karakter filosofie in daglicht zetten. Is dit goede metafoor bij filosofie: ook
vragen stellen bij eigen statuut.
o Deze verwijzing schiet tekort op biologisch vlak (steenuil is een dag roofvogel, vliegt ook
overdag uit en niet alleen ‘s nachts)
o Deze verwijzing schiet classicistisch ook tekort. Uil van Minerva was initieel een meisje met
incestueuze relatie met vader en durfde zich overdag niet te laten zien
Vreemd als je zegt dat filosofie zich overdag niet durft te laten zien.
Contra: als het idee is dat filosofie gepresenteerd wordt als 1 iemand die niet
meer buiten durft te komen is dit dan een goed argument voor de GEHELE
filosofie
Plato, Theaetetus 155d: “Dit gevoel van verwondering toont aan dat je een filosoof bent, want
verwondering is het enige begin (Gr. archè) van filosofie.”
Aristoteles, Metaphysica I.2, 982b10-20: “Mensen zijn voor het eerst begonnen met filosoferen –en doen
dit ook nu nog– omdat ze zich verwonderen. In het begin werd hun verwondering gewekt door
bevreemdende dingen rondom hen, daarna gingen ze geleidelijk verder en stelden ze vragen over grotere
kwesties, zoals de gestalten van de maan, de posities van zon en sterren en het ontstaan van het heelal.”
(Vert. C. Steel) Wijst op werkelijkheid die je door zintuigen leert kennen
→ Verwondering als begin én beginsel van de filosofie
Plato + Aristoteles: eerste grote filosofen (over alle 4 disciplines nagedacht)
Drie/vier klassieke subdisciplines:
o Metafysica/ ontologie: zijnsleer
Wat betekent het dat iets bestaat?
Meest algemene vraag die je je kan stellen (wordt niet dieper op ingegaan)
o Epistemologie: kenleer
Wat is (wetenschappelijke) kennis?
Eerste lessenreeks gaat hier over
o Ethiek: zedenleer: moraalfilosofie
Wat is goed of juist handelen?
o Logica: redeneerkunde
Wat zijn geldige redeneringen?
2
, Stelt in staat andere disciplines argumentatief te analyseren
3
, Kenmerken:
o Houding van iemand die aan filosofie doet
Afstand nemen van alledaagse, twijfel uiten, vragen, nuance
o Oogmerk (bedoeling van filosofie)
Streven naar inzicht, samenhang zien, theorieën over onderwerp waar je over
gereflecteerd hebt
o -> spanningen tussen houding en oogmerk
Streven naar inzicht en afstand in stand houden: kritiek geven op theorieën die je
ontwikkelt -> Kan zichzelf ten gronde richten
o Instrumentarium
Intuïties, gedachte-experimenten (kunnen bepaalde intuïties naar voren schuiven)
Rationele argumentatie, logische analyse
Vinden we de spanning tussen houding en oogmerk ook in terug (durven soms onze
intuities tegen te spreken)
*Intuïties (spontane niet beredeneerde overtuiging)
Verhoudingen Filosofie-Economie
Twee paradigma's?
Julian Reiss: “When I am being introduced to someone I haven’t met before and my new
acquaintance asks me what I am doing, they often look at me in surprise, puzzlement or sheer
disbelief when I tell them I am a “philosopher of economics.” Aren’t philosophy and economics
two completely different kettles of fish? Isn’t economics a science that deals in facts which can
be expressed in figures and equations, and isn’t philosophy a discipline belonging to the
humanities, more akin to the arts than the sciences, and dealing with ideas rather than data?
Somewhat more provocatively, aren’t economists cold-hearted proponents of free markets and
individual responsibility and philosophers’ naive believers in idealistic principles and the human
good?” (POE, p. 2)
o Vaststelling: filosofie en economie vaak in contrast treden met elkaar
Filosofie lijkt ver af te staan van economie
Progratiever; zijn economen geen koudbloedige en filosofen naïf
Uiteenlopende disciplines, maar ook overlap:
o Gelukseconomie (‘happiness economics’)
Peilt naar subjectieve welbevinden van mensen
Invloed van filosofie binnen economie
o Formele ethiek (‘formal ethics’)
Veel bekende economen ook filosoof:
o David Hume, Adam Smith, John Stuart Mill, Karl Marx, Amartya Sen
o Eerste 2 denkers: 18e eeuw, daarna 19e eeuw, Alartya Sen 20e eeuw
Uiteenlopen filosofie-wetenschap sinds moderniteit
a) Wetenschap onderzoekt feiten (vs. waarden)
b) Feitenkennis ontstaat op basis van observatie en experimenten
4