Hoofdstuk 1:
Het belang van menselijke
relaties
Leven in een moderne samenleving
Mensen hebben van nature een sterke ‘need to belong’, dit wil zeggen dat er een
sterke behoefte is om erbij te horen en om zowel kortdurende als duurzame banden aan
te gaan met andere mensen.
Verklaring voor deze behoefte?
Dit komt vanuit de evolutionaire sociale psychologie, de tak van de sociale psychologie
die menselijk gedrag verklaard uit de functie die het heeft of had voor het overleven van
de menselijke soort om de volgende drie belangrijke redenen:
Ze zorgen voor sociale steun
Ze maken samenwerking bij belangrijke taken mogelijk
Ze maken voortplanting mogelijk.
Het sociale brein
Sociale contacten zijn ook van groot belang voor de lichamelijke en psychische
gezondheid, waarom?
Een van de belangrijkste redenen is dat sociale contacten en relaties een bufer vormen
tegen stress: contacten en relaties met anderen zorgen ervoor dat stress minder vat op
mensen heeft. Nu is het niet zo dat elke vorm van contact of elke relatie even steunend is
of stress reducerend werkt. Sterker nog, relaties en contacten die niet goed lopen kunnen
veel stress met zich meebrengen, denk aan conficten die mensen met anderen hebben.
Ondanks de problemen die sociale contacten en relaties met zich meebrengen, zijn
mensen dus als het ware voorgeprogrammeerd om anderen op te zoeken.
Kortom: misschien hebben mensen tegenwoordig niet meer zozeer anderen
nodig voor de bevrediging van primaire behoeften als honger, dorst en
bescherming tegen gevaren, maar wel voor hun psychische en lichamelijke
welzijn.
Uit veel onderzoek blijkt dat mensen die een gebrek ervaren aan goede relaties niet
alleen vaker depressief zijn maar ook een grotere kans hebben om eerder te overlijden,
opgenomen te worden in een psychische inrichting en grotere kans hebben op het
oplopen van hart- en vaatziekten.
Sociale media en psychologisch welzijn
Sociale media biedt de gebruiker een laagdrempelige manier om nieuwe contacten te
maken en te onderhouden. Of sociale media voordelen- of nadelen heeft hangt sterk af
van hoe mensen zich opstellen online en wat ze daar zoeken.
Sociale steun als overlevingsmechanisme
,Dat sociale contacten en relaties een bufer vormen tegen stress, komt vooral doordat
relaties een belangrijke bron vormen van sociale steun. In het kader daarvan wordt ook
wel gesproken van sociaal kapitaal: de bronnen waartoe mensen via hun relaties met
anderen toegang hebben.
Sociale steun kan 4 vormen aannemen:
1. Emotionele steun: Luisteren naar iemands verhaal, hart onder de riem steken,
arm om iemands schouder. Het geeft mensen het gevoel te worden begrepen en
er niet alleen voor te staan.
2. Informationele steun: Elkaar adviezen te geven of informatie te verstrekken.
3. Instrumentele steun: Houdt in dat mensen hele praktische dingen voor elkaar
doen. Voorkomt en verhelpt daarmee veel praktische problemen en stress.
4. Waarderende steun: Bevestiging halen uit contact met anderen. Waarderende
steun is belangrijk omdat het mensen het gevoel geeft dat ze goed bezig zijn.
Openlijke steun: zowel degene die helpt al degene die wordt geholpen realiseert
zich dat er steun is.
Onzichtbare steun: er vindt steun plaats zonder dat de ontvanger doorheeft dat hij
wordt geholpen. Mensen kunnen een heel steunende omgeving hebben en
desondanks het idee hebben dat hun omgeving hen niet voldoende helpt. Uiteindelijk
gaat het om de waargenomen steun, die van invloed is op het welzijn van mensen.
Het idee dat er mensen zijn op wie men kan terugvallen en die kunnen helpen als dat
nodig is, doet mensen zelfs beter presteren, ook al maken ze helemaal geen gebruik
van die hulp.
De impact van ingrijpende gebeurtenissen
In feite zorgt elke verandering – positief dan wel negatief- voor stress waarvan mensen
moeten herstellen. Naast de ernst van een levensgebeurtenis (mate waarin deze ingrijpt),
is ook de frequentie van belang. De meest ingrijpende levensgebeurtenissen zullen de
meeste mensen niet geregeld of vaak meemaken, sommige zelfs nooit, zoals een
echtscheiding.
Hoe erg mensen getrofen worden door stress, hangt ook af van hun copingstijl. In zijn
algemeenheid geldt:
Hoe meer ingrijpende levensgebeurtenissen mensen meemaken, hoe slechter hun
gezondheid is.
Hoe meer sociale steun mensen ervaren, hoe minder vatbaar ze zijn voor de
negatieve invloed van ingrijpende levensgebeurtenissen.
Een andere term voor het helpen van mensen is prosociaal gedrag of altruïsme.
Sociaal psychologen hebben verschillende theorieën ontwikkeld die helpen begrijpen
waarom mensen prosociaal gedrag vertonen.
Deze verschillende theorieën:
1. Mensen delen een genetische band: Theorie van inclusive ftness. Overleving
van de eigen genen is een onbewuste drijfveer.
, 2. Het verbetert de eigen reputatie: Theorie van competitive altruism. Mensen
die anderen helpen zijn populairder, geliefder en worden eerder als leider
gekozen.
3. Mensen voelen empathie voor de ander: Volgens de empathie-altruïsme-
hypothese van Batson is empathie de belangrijkste reden dat mensen iemand in
nood helpen.
4. Mensen zijn gemotiveerd om onlustgevoelens te verminderen: Volgens het
negative-state- relief model hoeven mensen niet per se empathie te voelen om
iemand in nood te helpen. Behalve empathie kan een persoon in nood bij anderen
ook een ongemakkelijk gevoel oproepen.
5. Mensen zijn gemotiveerd om zich goed te voelen: Volgens de theorie van
mood enhancement helpen mensen omdat ze daarmee, onbewust, in een betere
stemming proberen te komen.
6. Mensen ervaren plichtsbesef: ze voelen zich verplicht.
7. Mensen streven naar wederkerigheid: Volgens de sociale-uitwisselings-
theorieën helpen mensen anderen omdat ze hopen daar nu of in de toekomst iets
voor terug te krijgen of omdat de ander hen in het verleden heeft geholpen.
Empathie stimuleert hulpgedrag. Empathie is deels een bewuste en deels een onbewuste
aangelegenheid. Onbewust omdat mensen geneigd zijn om emoties van anderen over te
nemen en zich daarmee automatisch inleven in de ander. Dit fenomeen wordt ook wel
emotionele besmetting genoemd.
Er is sprake van het hulpverlenerssyndroom als het helpen van anderen een manier is
om het zelfbeeld positief te houden: men moet helpen om zich goed te voelen.
Samenwerking als overlevingsmechanisme
Sociale contacten en relaties maken samenwerking mogelijk. Wie gezamenlijk aan een
doel werkt, bereikt vaak meer dan wie alleen werkt, zeker onder moeilijke
omstandigheden.
Om samen te werken zal en sprake moeten zijn van:
Positieve interdependentie: een situatie waarin mensen een doel alleen maar
kunnen bereiken als anderen met wie ze te maken hebben, ook hun doelen
bereiken.
Groepsdoelen, cohesie, vertrouwen en een gevoel van rechtvaardigheid.
Valkuilen van samenwerking:
, Negatieve interdependentie: wanneer mensen hun doel alleen kunnen
bereiken als de andere dit juist niet lukt, er is spraken van competitie.
Sociaal dilemma: Het eigen belang en collectief belang staan dan tegenover
elkaar.
Kenmerkend voor een sociaal dilemma is dat de keus voor het individuele belang
het individu op korte termijn altijd het meest oplevert, maar als iedereen kiest
voor het individuele belang, is dat op lange termijn schadelijk voor het collectief
en lijdt uiteindelijk iedereen verlies. In een sociaal dilemma zullen mensen ook
eerder bereid zijn tot samenwerking als er sterke sociale normen heersen die het
betrefende gedrag voorschrijven.
Wat zijn sociale normen?
Dit zijn gedragsregels waarvan de meeste groepsleden op de hoogte zijn en die aangeven
wat er van groepsleden wordt verwacht. Sociale normen vormen een leidraad voor het
gedrag van groepsleden: ze geven aan wat men van elkaar verwacht en hoe men zich
dient te gedragen. Hier bestaan twee soorten in:
Descriptieve normen: geven aan wat mensen denken dat andere mensen in een
bepaalde situatie doen of wat ze andere mensen zien doen.
Injunctieve normen: geven aan wat door de groep als gewenst en ongewenst
wordt beschouwd. Descriptieve normen hebben een sterkere invloed op het
gedrag in een groep dan injunctieve normen.
Sociale netwerken
Wat is een sociaal netwerk?
Hierbij gaat het om relaties die mensen erop na houden. Het geheel van mensen met wie
rechtstreeks min of meer duurzame banden worden onderhouden voor de vervulling van
dagelijkse behoeften.
Uit onderzoek blijkt dat mensen die in aanraking komen met de hulpverlening omwille
van psychische, emotionele of sociale problemen, vaak een veel kleiner sociaal netwerk
hebben dan gezonde mensen. De relaties die mensen met problemen wel hebben zijn
vaak uit balans: leden van het sociale netwerk hebben vaak al veel geïnvesteerd in de
persoon in kwestie, zonder daar al te veel voor terug te krijgen. Het netwerk is ‘hulpmoe’
en kan zich uit zelfbescherming gaan terugtrekken.
Welke vaardigheden maken het gemakkelijker om een groot netwerken uit te bouwen?
Voorkeur van mensen: hebben ze hier behoefte aan, hoeveel vrienden
willen ze
Vaardigheden: cognitieve en sociaal-emotionele
Je hebt verschillende soorten ‘sociaal netwerk’:
Steungroep: Bestaat uit mensen met wie men zich erg close voelt (ca 7
personen) en bij wie men steun zoekt bij emotionele problemen of crises.
Sympathiegroep: de groep mensen met wie men goed kan opschieten en
waarbij men, als iemand uit deze groep mensen opeens zou te komen overlijden,
erg overstuur zou raken (12-15 personen).