Samenvatting Praktisch Internationaal Recht - Internationaal en Europees recht (1415LB133A)
15 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Internationaal en Europees recht (1415LB133A)
Instelling
Hogeschool InHolland (InHolland)
Boek
Praktisch Internationaal Recht
Volledige, maar beknopte samenvatting voor Internationaal en Europees recht. In deze samenvatting staat alles wat jij moet weten voor de opleiding HBO-Rechten, leerjaar 1. Bij de samenvatting staan ook afbeeldingen, voor meer duidelijkheid.
Samenvatting Internationaal en Europees recht 2023, cijfer: 8
Alles voor dit studieboek (45)
Geschreven voor
Hogeschool InHolland (InHolland)
HBO-Rechten
Internationaal en Europees recht (1415LB133A)
Alle documenten voor dit vak (17)
Verkoper
Volgen
daniellebrussee
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Internationaal recht.
Week 1.
Internationaal recht: Het recht tussen staten onderling. Behoort tot het
publiekrecht.
Volkenrecht: In de literatuur wordt vaak nog de term volkenrecht gebruikt. Maar
de term volkenrecht geeft de indruk dat de enige spelers in het internationaal
recht alleen volken zouden zijn. Daarentegen zijn staten juist de belangrijkste
spelers in de internationale rechtsorde.
Volk: Een gemeenschap, een groep mensen die in een bepaald land woont en die
onder andere geschiedenis, taal en cultuur met elkaar delen.
Zelfbeschikking: In beginsel betekent deze bepaling dat volken binnen een
staat zelf mogen bepalen hoe die staat wordt ingericht, bijvoorbeeld een
staatsvorm als monarchie of een autoritair systeem. Het kan ook gericht zijn op
het individu dat zelf zijn keuzes maakt.
Internationaal vs nationaal:
- Internationaal: Dit is regelgeving die staten waardevol vinden om
daadwerkelijk na te komen, zoals verdagen en internationaal gewoonterecht.
- Nationaal: De soevereine overheid maakt wetten en regels voor burgers op
het eigen grondgebied.
Publiek vs privaat:
- Publiek: Bedenkt regelgeving om internationale problemen op te lossen,
zoals terrorisme of milieuvervuiling.
- Privaat: Richt zich met name op geschillen tussen natuurlijke personen en/of
rechtspersonen onderling. Met internationaal privaatrecht hebben we te
maken met een verbinding tussen twee of meer landen. Staten maken zelf
internationaal privaatrecht.
In het internationaal privaatrecht wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Formeel recht: Hier gaat het om het procesrecht. Dat gaat onder andere
over de rechtsmacht (welke rechter is bevoegd?), over de erkenning van
buitenlandse afspraken, authentieke akten en over internationale
samenwerking tussen staten.
- Materieel recht: Hier gaat het om een de vraag welk recht van toepassing
is.
Er is steeds meer sprake van relaties en overeenkomsten tussen mensen en
bedrijven uit verschillende landen. Dit heeft ertoe geleid dat landen met elkaar
verdragen hebben gesloten over hoe om te gaan met dit. Zo is er dus eigenlijk
voor gekozen om ons internationale privaatrecht af te stemmen met andere
landen.
,Kenmerken van de internationale rechtsorde:
1. Gelijkheid:
- Staten zijn gelijk aan elkaar; horizontale rechtsorde.
- Staten zijn soeverein; Staten kunnen zelf beslissingen nemen. Als een staat
zelfstandig bevoegd is om zijn eigen beslissingen te nemen, toont hij hiermee
zijn soevereiniteit. Dat kan een staat niet alleen doen om wetten voor het
eigen grondgebied te maken, maar ook door verdragen met andere
soevereine staten te sluiten. Een andere wijze om de soevereiniteit kenbaar
te maken, is de rechtsmacht / jurisdictie van een staat. Hierdoor kan een
staat regels stellen of handhaven op het eigen grondgebied ten aanzien van
zijn burgers.
- Er is geen centrale wereldwetgever of centraal gezag dat het recht kan
afdwingen.
- Rechterlijke beslissingen van internationale gerechtshoven zijn feitelijk niet
afdwingbaar.
2.
2.
Afhankelijkheid / interdependent:
- Staten dienen met elkaar te onderhandelen en samen te werken.
- Kwesties zoals milieu of terrorisme kan een staat niet alleen oplossen. Om
deze kwesties aan te pakken, moeten staten met elkaar samenwerken. Dit
kan op regionale of mondiale basis plaatsvinden.
De internationale rechtsorde heeft een decentraal karakter, want het is verspreid.
Staten kunnen afspraken maken met andere staten. Dit kan gaan over
verschillende onderwerpen of een bepaalde vorm van samenwerking.
Het gevolg van het decentrale karakter van de internationale rechtsorde en de
soevereine gelijkheid van staten is, dat staten geen hogere macht boven zich
hebben. Hier zijn wel uitzonderingen op, zoals de bindende besluiten van de VN-
Veiligheidsraad en de sancties van de EU, maar dat is niet de regel. Staten
hebben hier echter zelf, soeverein voor gekozen en kunnen hier ook op
terugkomen.
Tot slot kan de internationale rechtsorde niet los worden gezien van het politieke
klimaat in een land. Wisselingen van de politieke wacht in staten kunnen leiden
tot andere internationale verhoudingen. Een groep die de macht grijpt in een land
zal mogelijk andere betrekkingen met andere staten onderhouden dan de vorige
regering.
Rechtssubjecten: Zijn de zelfstandige dragers van rechten en plichten. Met
andere woorden, alle actoren die rechtsbevoegdheid bezitten. Het woord subject
komt uit het Latijn en betekent: ‘onderworpen zijn aan’.
Door rechtspersoonlijkheid heb je:
, - Hierdoor kan je internationale rechtshandelingen verrichten.
- Kan je aansprakelijk zijn voor schendingen van verplichtingen.
- Je kan rechten op internationaal niveau afwingen.
- Je hebt internationale rechten en plichten.
Internationale ondernemingen: Dit zijn ondernemingen die ook een
internationaal rechtssubject kunnen zijn, zoals multinationale ondernemingen of
transnationale ondernemingen.
Multinationale onderneming: Een onderneming met een hoofdvestiging in 1
land en nevenvestigingen in andere landen.
Transnationale onderneming: Heeft geen moederland, maar verspreidt haar
activiteiten over meerdere landen.
De-factoregeringen: De officiële regeringen van staten hebben weinig tot geen
controle over (een deel van) hun grondgebied. Meestal hebben we dan te maken
met opstandige groeperingen die zich verzetten tegen het staatsgezag van de
centrale overheid. Zulke groeperingen hebben in feite de efficiënte en
daadwerkelijke zeggenschap in deze gebieden. Zij hebben een niveau van gezag
en stabiliteit bereikt die lijkt op die van (internationaal erkende) staten. Deze
machthebbers worden in de praktijk weinig erkend.
Bevrijdingsbewegingen: Groeperingen die strijden tegen kolonialisme, racisme
en bezetting door een vreemde macht(hebber).
Internationale organisaties: Staten kunnen internationaalrechtelijke
organisaties oprichten. Staten richten internationale organisaties op door
verdragen met elkaar te sluiten. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de onderlinge
onafhankelijkheid toegenomen en dat heeft ertoe geleid dat men de
gezamenlijke belangen steeds vaker via speciale instellingen is gaan aanpakken.
Intergouvernementeel: Betekent letterlijk tussen (inter) regeringen
(gouverment). Dat kan betrekking hebben op het karakter van een internationale
organisatie of op de besluitvorming van internationale organisaties. Besluiten op
intergouvernementele basis zijn besluiten op basis van unanimiteit. Staten
kunnen dan niet tegen hun wil door die internationale organisaties worden
gebonden aan een besluit, want ze kunnen het zelf blokkeren door tegen te
stemmen.
Supranationaal: Betekent letterlijk boven (supra) naties (nationaal). Daarmee
worden internationale organisaties bedoeld die boven staten staan. Dat kan
omdat lidstaten aan instellingen van een organisatie bevoegdheden afstaan om
wat betreft een aantal onderwerpen besluiten te nemen waaraan de lidstaten zijn
gebonden, vaak ook tegen hun wil in. Bijvoorbeeld de EU.
Non-gouvernementele organisaties: Privaatrechtelijke organisaties die
grensoverschrijdende doelen nastreven. Het behartigen van een gezamenlijk
belang berust vooral op particulier initiatief en niet op dat van staten. Dat kunnen
zowel ideële doelen zijn, als ook belangenbehartiging of commerciële doelen.
Onder de ideële ngo’s vallen bekende organisaties als Amnesty International, het
Rode Kruis en het Wereld Natuurfonds. Deze zijn in ieder geval rechtspersoon
naar nationaal recht. In Nederland zijn deze ngo’s vaak als stichting of als
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daniellebrussee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.