VOEDING IN OUDERENZORG
Voedingsproblemen bij ouderen
Er is vergrijzing en het wordt een zeer heterogene groep: gezonde versus de
zieke oudere, thuiswonende versus de opgenomen in WZC, bejaarden versus
hoogbejaarden
Vooral de inname van vitamine B en vitamine D is een probleem + de
minder efficiënte opname van voedingsstoffen
o Vitamine D tekort: versnelling afname van botmassa
o Vitamine B tekort: invloed op de cognitieve functie
Voedingsproblemen: kunnen voorkomen worden door verschillende factoren
bv. factoren die te maken hebben met de zorg voor voeding en fysiologische
factoren
Zorg voor de voeding
Zelfzorg voor de voeding kan in gevaar komen door …
Verminderde mobiliteit: mensen die nog thuis wonen waarbij zelf
inkopen doen nog moeilijk wordt
Verschillende beperkingen: functiestoornissen zoals artrose, een CVA
gehad
Laag inkomen en kosten door ziekte: leidt tot bezuiniging op voeding
Eenzaamheid en depressie: negatief invloed op eetlust en zelfzorg
Slechte eetlust: vaak door depressieve gevoelens of gebitsprothese,
droge mond, verminderde geur, medicatie
Plannen en bereiden gaat niet door cognitieve regressie:
problemen in korte termijngeheugen, concentratie, overzicht verliezen,
vergeten boodschappen te doen,..
Door kauw en slikproblemen: voedingsmiddelen worden vermeden
zoals harde dingen bv. appel, rauwkost,… dus vaak eenzijdige voeding
Volgen van een of ander dieet: natruimbeperking, diabetes voeding,
dieet na hartfalen,
Fysiologische problemen
Lagere stofwisseling: totale energiebehoefte daalt, maar behoefte
eiwitten, vitaminen en mineralen neemt niet af.
Hogere kans op dehydratatie: drinken te weinig maar hebben meer
vochtverlies
o vaak hoger vochtverlies door verminderde nierfunctie,
diuretica, laxantia, te hoge omgevingstemperatuur
Obstipatie: leidt pijn en ongemak en hierdoor verminderde eetlust
o bv. door vezelarme voeding, minder fysieke activiteit, lage
vochtinname, medicijnen, colonafwijkingen, negeren van drang
Enkele aandoeningen vereisen dieetmaatregelen: bv. voor
atherosclerose, osteoporose, hypertensie enz.
Verandering t.h.v maagdarmkanaal door de leeftijd:
o Conditie maagdarmslijmvlies vermindert, zuurtegraad van de maag
verandert enz.
o Resorptie van bepaalde voedingsstoffen is verminderd, bv. vitamine
B12.
1
, Medicijngebruik: invloed op voedingstoestand (eetlust opwekken of
afnemen), verstoorde opname voedingsstoffen, misselijkheid
Voedingssupplementen
= niet altijd nodig: enkel in geval van ziekte, bepaalde medicatie, lage
energiebehoefte en hoge leeftijd.
Voedingssupplementen kunnen risico’s en intoxicaties en verminderde
resorptie geven
In geval van volgende risicofactoren kan het aangewezen zijn:
o hoge leeftijd >80 jaar
o verminderde mobiliteit
o motorische beperking
o vereenzaming
o hoog alcoholgebruik
o verminderde eetlust
o achteruitgaan van cognitieve functies
o kauw- en slikproblemen
Ondervoeding in de geriatrie
Ondervoeding
= toestand waarbij het lichaam onvoldoende voedingsstoffen beschikt, ook wel
slechte voedingstoestand of depletie (= toestand van een tekort)
Ernstig tekort aan vitamine B12: beriberi
Ondervoeding hangt vaak samen met ziekte, hierdoor kan de behoefte
hoger zijn maar is de inname nog altijd te weinig en zijn er abnormale
verliezen zoals diarree, overgeven, decubitus
Bij ziekten kunnen verschillende lichamelijke en geestelijke factoren de
eetlust verminderen (=anorexie) bv. door spanningen, pijn, koorts, angst,
vermoeidheid, bedrust en infecties
Sommige medicamenten en therapieën bv. chemo en bestralingen kunnen
slechte eetlust en misselijkheid geven
Omgeving speelt belangrijke rol: opname in ziekenhuis of WZC kan de
eetlust niet ten goede komen
Vaak een vicieuze cirkel: ouderen en chronisch zieken hebben hier het
meest risico voor
Aanwijzingen en gevolgen van ondervoeding
Symptomen
o Weinig eetlust
o Anorexie (<75 van normale voedingsinname)
o Recent ongewenst gewichtsverlies (ROGV)
Chronische ondervoeding gaat met vermagering, vermindering spiermassa
en slecht functionerend lichaam, de gevolgen zijn o.a.:
o Gewichtsverlies door afname onderhuids vetweefsel en spiermassa
o Bleke, koude huid door vaatvernauwing
o Droge huid door beperkte zweetsecretie
o Kouwelijk en hebben snel kippenvel (verlaagd metabolisme)
o Verminderde immuniteit
o Vertraagde wondgenezing
2