Het werkterrein van de sociotherapeut
2.2 Een therapeutisch milieu, een therapeutische omgeving
Een therapeutisch milieu is een georganiseerde behandelingseenheid, waarbinnen een situatie
gecreëerd wordt waarin aan een client relaties met een groep cliënten en behandelaars worden
aangeboden. Deze relaties bieden de client ruimte om zelf binnen zijn mogelijkheden en beperkingen
tot een oplossing te komen van zijn problemen, problemen die in ingewikkeldheid kunnen variëren
en op allerlei gebieden van het leven kunnen liggen.
Kan worden gezien als afspiegeling van de maatschappij, met soortgelijke eisen,
verantwoordelijkheden en mogelijkheden.
In zorgsettings waar de druk minder ligt op verandering, maar meer op herstel, is er ook sprake
van een therapeutisch milieu.
Milieugerichte rehabilitatie is een hulpverleningsvorm die streeft naar een zo groot mogelijke mate
van normalisatie van de omgeving met als doel de participatie en activiteiten van cliënten te
vergroten. Het draait om het begeleiden en beïnvloeden van de sociale en fysieke omgeving, waarbij
men streeft naar succes en tevredenheid in een zo normaal mogelijk sociaal kader. Dit leidt tot een
groter participatie- en activiteitenniveau van cliënten.
Voor elk therapeutisch milieu is veiligheid het uitgangspunt. Hoe dit wordt vormgegeven is heel
verschillend (duidelijkheid in communicatie belangrijk in de gehandicaptenzorg).
2.3 Therapeutisch milieu versus vermaatschappelijking
Een therapeutisch milieu is een opzet of organisatie van psychiatrisch of psychotherapeutische
behandeling, waarbij samenhang van de bijdragen van hulpverleners wordt nagestreefd door het
vasthouden aan een gekozen behandelprincipe.
Vermaatschappelijking van de zorg is steeds meer het uitgangspunt. Cliënten krijgen niet mee op
een en dezelfde plek zorg geboden.
2.4 Milieutherapeutische uitgangspunten
Een therapeutisch milieu heeft altijd een uitgangspunt van waaruit het gehele behandelteam werkt.
Daarbinnen krijgen de genoemde strategieën hun plek. De meest gebruikte modellen zijn:
1. Het supportieve model: steunend en structurerend. Het behandelprogramma is duidelijk en
gericht op het versterken van de eigen identiteit, waarbij minimale druk wordt uitgeoefend.
Daarnaast is het doel om de situatie van de client te stabiliseren. Het uitgangspunt is de
individuele cliënt en dienst behandeldoelen.
2. Het reconstructieve model: heropbouwen. Uitgangspunt is de ontregeling van de client die
geconfronteerd wordt met zijn gedrag in relatie tot zichzelf en de ander en ontdekt waar de
oorsprong ligt van deze patronen. De groep is een belangrijk aspect van de behandeling en stelt
iemand in staat om in de toekomst andere keuzes te maken. Er wordt structuur aangebracht om
zo veiligheid te bieden.
3. Het sociaaltherapeutisch model: sociaal leren. Is op het hier en nu gericht. De client komt in
aanraking met nieuwe situaties door interactie met anderen en ontwikkelt zich daardoor als
persoon. Onderzoek naar wie iemand is in relatie tot de ander. Communicatie is belangrijk.
4. Meerdere modellen binnen een kliniek: vaak worden meerdere modellen naast elkaar gebruikt.
Bijvoorbeeld een reconstructief milieu met supportieve elementen – steun en structuur worden
geboden, zodat de client beter om kan gaan met ontregeling en druk.
2.5 Interventiestrategieën
2.5.1 De sociotherapeut in het therapeutisch milieu: eerstegraadsstrategie
Het scheppen en in stand houden van een leefmilieu waarin cliënten zich kunnen handhaven of
ontwikkelen. De instelling draagt zorg voor de leefomgeving.
Aanwezigheid in de ongestructureerde tijd: de ongestructureerde uren zijn voor cliënten het
lastigste. Het werken in de ongestructureerde tijd maakt het dat je als sociotherapeut op veel
, momenten de mogelijkheid hebt om cliënten te zien, horen, contact aan te gaan en kunt
interveniëren, van belang is dat de cliënten positieve ervaringen opdoen. Ook het sfeer maken of
sfeer bewaken is een belangrijke taak. Het is afhankelijk van de ontwikkelingsfase en draagkracht
van de doelgroep in hoeverre je als professional structuur neerzet en invloed uitoefent op de
sfeer en veiligheid.
Bewaker van de kaders: als professional zet je zoveel mogelijk (samen met de groep) de kaders
neer met betrekking tot de leefomgeving en bewaakt deze, maar legt daarbij ook uit wat het nut
is van bepaalde regels en afspraken, zodat cliënten dit zelf leren begrijpen. Cliënten-stafoverleg
vormt een belangrijk onderdeel – cliënten kunnen in gesprek gaan over onderwerpen die te
maken hebben met samenwerking en communicatie.
2.5.2 De sociotherapeut in de groep: tweedegraadsstrategie
Het methodisch groepswerk – het begeleiden en behandelen van cliënten in verschillende groepen.
Cliënten dragen gezamenlijk de zorg voor iets. Je werkt zowel als begeleider, behandelaar en trainer.
Elke groep kent een taakniveau en een sociaal-emotioneel niveau.
Groepsdynamica: er zijn verschillende fase van groepsontwikkeling:
Parallelfase – autoriteitscrisis: cliënten moeten aan elkaar wennen. Belangrijk om cliënten in
te laten zien dat ze de tijd mogen nemen om te wennen aan elkaar. Veiligheid en verbinding
staan voorop. Het is belangrijk dat cliënten zichtbaar worden. Naarmate gaan cliënten steeds
meer een minder afhankelijke positie innemen – er is meer onderlinge communicatie en er
ontstaan conflicten. Belangrijk om te ontdekken wie welke positie heeft binnen de groep.
Opnemingsfase – intimiteitscrisis: er ontstaan subgroepjes. Cliënten worstelen met hun
autonomie en identiteit binnen de groep. Hechten en nabijheid spelen een rol, wat veel
emoties met zich mee kan brengen.
Wederkerigheidsfase – separatiecrisis: iedere client voelt zich veilig, er is open communicatie
en er worden conflicten uitgewerkt. Hierop volgt het besef dat afscheid eraan zit te komen.
Cliënten willen hier niet mee bezig zijn en kunnen terugvallen in oud gedrag. Boosheid en
angst overheersen.
Afscheidsfase: de cliënten nemen afscheid van elkaar. Hierbij komen veel emoties los.
2.5.3 De sociotherapeut en de individuele client: derdegraadsstrategie
Het per client bijkleuren/inpassen van de eerste- en tweedegraadsstrategie. Hieronder valt
individuele begeleiding- en behandeling, planbesprekingen en interventies op clientniveau. Hierbij
wordt stilgestaan bij specifieke doelen van de client.
Cognitief-gedragstherapeutisch werker: er wordt onderzocht of de negatieve denkwijze kloppend
is. Vanuit daar wordt gekeken hoe de client passend kan denken. Daarnaast is hoe iemand
handelt, bepalend voor hoe iemand zich voelt.
, Het therapeutische van een groep
5.1 Visies op therapeutische factoren
De belangrijkste therapeutische kracht van een groep ligt in de op te lossen problemen. Er moet
samen geleefd en gewerkt worden. Dit biedt een hele hoop situaties waarin de cliënten problemen
moeten oplossen. Het oplossen van problemen draagt bij aan de ik-versterking.
Therapeutische factoren:
Opluchting door het uitdrukken van gevoelens en door catharsis - het in alle hevigheid op niveau
beleven van een intense emotionele ervaring.
Het samen met anderen doorwerken van problemen en komen tot een oplossing. Aanvaarding
door anderen is hierbij belangrijk.
Het blootleggen van verwarde conflicten uit de voege jeugd, deze bewust laten worden, het
opheffen van het gebonden zijn aan die oude fixaties in de ontwikkeling en daarmee vrijmaken
van creatieve krachten.
Het zieke gedrag van de groepsleden wordt duidelijk doordat de groep de betreffende cliënten
daarop attent maakt.
De groep en de betreffende cliënten doen moeite om dit te begrijpen.
Er ontstaan situaties die corrigerende ervaringen mogelijk maken.
De gezonde kanten van een persoon worden door de groep aangesproken en door passende
rollen verder ontwikkeld.
Het geven van informatie.
Het geven van hoop.
Het besef van de algemeenheid van problemen.
Altruïsme.
De corrigerende herhaling van de vroegere gezinsgroep.
Het leren van sociale vaardigheden.
Het overnemen van gedrag.
Het leren van elkaar.
De groepscohesie.
Catharsis.
5.2 De therapeutische factoren van een groep volgens Bloch en Crouch
5.2.1 Aanvaarding
Werkt positief als iemand het gevoel heeft erbij te horen, zich gewaardeerd voelt, de steun die
anderen geven op prijs stelt, het gevoel heeft dat er zorg, steun, begrip en aanvaarding is, het gevoel
heeft van onvoorwaardelijk te worden aanvaard en te worden gesteund.
5.2.2 Het besef van algemeenheid van problemen (universaliteit)
Werkt positief als iemand waarneemt dat de andere soortgelijke problemen en gevoelens hebben,
merkt dat het gevoel van alleen te staan vermindert, besef dat hij niet uniek is met zijn problemen of
gevoelens.
5.2.3 Altruïsme
Werkt positief als iemand, steun en bemoediging geeft om andere te helpen, eigen problemen deelt
om anderen te helpen, het gevoel heeft nodig en nuttig te zijn, ten behoeve van de ander in staat is
om zichzelf aan de kant te zetten.
5.2.4 Het geven van hoop
, Werkt positief als iemand ziet dat anderen vooruitgaan, optimistisch is over de mogelijkheden die
anderen hebben om te helpen.
5.2.5 Begeleiding
Werkt positief als iemand nuttige informatie krijgt, uitdrukkelijk raad ontvangt meet betrekking tot
zijn problemen.
5.2.6 Het leren van elkaar
Werkt positief als iemand door hem gewenste eigenschappen die bij anderen zichtbaar zijn, imiteert
of overneemt, van anderen leert.
5.2.7 Het begrijpen van zichzelf, inzicht
Werkt positief als iemand iets belangrijks over zichzelf leert (voor anderen zichtbaar gedrag, eigen
veronderstellingen, motivaties achter gedrag, fantasieën, onbewuste verbanden), leert hoe hij op
andere groepsleden overkomt, leert over de aard van zijn problemen, leert waarom hij zich gedraagt
zoals hij zich gedraagt.
5.2.8 Leren van onderlinge wisselwerking
Werkt positief als iemand nieuwe manieren van omgaan met andere groepsleden uitprobeert (geven
van verheldering over de onderlinge relatie, open contact aangaan, zichzelf op constructieve en
assertieve wijze uitdrukken, aangeven behoefte te hebben aan intiemer contact), nieuwe manieren
van reageren op groepsleden uitprobeert.
5.2.9 Zelfonthulling
Werkt positief als iemand informatie geeft aan de rest van de groep over zijn leven buiten de groep,
zijn verleden, zijn problemen of zijn fantasieën.
5.2.10 Catharsis
Werkt positief als iemand op zodanige wijze gevoelens uit, dat het oplucht. Omvatten meestal woede,
genegenheid, leed en verdriet.
5.3 De therapeutische groepsbegeleiding
De therapeutische houding is een houding die mensen ruimte biedt om zelf tot een oplossing van
problemen te komen.
Met therapeutisch wordt een activiteit bedoeld waardoor iemand geneest. Soms is herstel niet
mogelijk, dan is therapie vooral gericht op ondersteuning, op het leren leven met mogelijkheden
en onmogelijkheden.
5.3.1 Groepsgericht werken met langverblijvende patiënten vanuit het supportief principe: beperkte
ik-opbouw
Het doel is ondersteuning met het oog op revalidatie/rehabilitatie – een geleidelijke terugkeer in de
maatschappij.
Belangrijke therapeutische factoren: aanvaarding, duidelijke informatie en communicatie, geven
van hoop, ik-opbouw staat centraal.
5.3.2 Groepsgericht werken met neurotische patiënten vanuit het reconstructief principe
Het doel is dat cliënten in en confrontatie met elkaar duidelijkheid krijgen over hoe ze zich gedragen
en hoe hun interactiepatronen zijn. Het is belangrijk dat de groep zelf op onderzoek uitgaat, ze
hebben zelf namelijk de meeste krachten en mogelijkheden tot ontdekking en confrontatie.
Belangrijke therapeutische factoren: begrijpen van zichzelf, zelfonthulling, duidelijke confrontatie
met het doen en laten van elkaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Tessatdr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.