DENTOMAXILLOFACIALE
RADIOLOGIE EN RADIOPROTECTIE
EXAMENVRAGEN JACOBS
,Examenvragen hoofdstuk 5: Intra-orale opnames
1 Bespreek soorten intra-orale opnames en hun indicaties. (2015) (2010) (2009)
1.1 Soorten intra-orale opnames
Er zijn 4 verschillende technieken voor intra-orale opnames:
Parallel techniek (peri-apicale opname).
Bissectrice techniek (peri-apicale opname).
Bitewing opname.
Occlusale opname.
1.2 Indicaties
Indicaties intra- Indicatiestelling: bij nieuwe patiënten (zonder informatie beschikbaar), bij recall patiënten
orale opname afhankelijk van patiënt zelf bij opvolging.
Indicaties Aanbevolen opnametechniek: zeer betrouwbaar, hoge reproduceerbaarheid (opvolging letsels).
parallel techniek Indicatiestelling: evaluatie parodontium, evaluatie endodontium, cariëslaesie detectie,
cariëslaesie progressie, beoordeling van bestaande restauraties, evaluatie botpathologie.
Indicaties Niet langer aanbevolen opnametechniek: risico op beeldvervorming en vergroting, risico op
bissectrice- filmbuiging, hogere stralingsdosis, niet reproduceerbaar (nadeel bij opvolging letsels).
techniek Indicatiestelling: wanneer geen opname-apparatuur aanwezig of wanneer röntgentoestel een
te zwak kV heeft voor paralleltechniek (< 60 kV).
Indicaties Indicatiestelling: cariëslaesie detectie, cariëslaesie progressie, beoordeling van bestaande
bitewing opname restauraties, evaluatie parodontium in coronair derde.
Indicaties Algemene indicatiestelling: lokalisatie ingesloten wortels, supernumeraire, niet-geërupteerde
occlusale en ingesloten tanden; lokalisatie vreemd lichaam, speekselsteen; fractuur onder- en bovenkaak;
opname bijkomende informatie uitgebreidheid botpathologie; laesie-progressie.
Specifieke indicaties voor occlusale of axiale opname (90°): geïmpacteerde gebitselementen
(vooral bovenhoektanden); fracturen (fracturen symfyse onderkaak, dwarse alveolaire
botfracturen, fracturen tandwortel); vreemde voorwerpen (o.a. in sinus maxillaris); wortelresten;
beoordeling uitgebreidheid cyste; opsporen speekselstenen in mondbodem (speekselstenen
kanaal van Wharton); beoordeling kaakvorm bij preoperatieve planning plaatsing implantaten.
Specifieke indicaties voor schuin-occlusale opname (45°): grote peri-apicale afwijkingen
zoals cysten; uitgebreidheid bottumoren, osteomyelitis en andere botpathologie; beoordeling
schisis; beoordeling ingesloten tanden; speekselstenen submandibulaire speekselklier;
pathologie van de kaakhoek; alternatief voor intra-orale opnames bij moeilijkheden: na trauma,
bij trismus, tijdens narcose, bij kleine kinderen, bij gehandicapten, bij edentate patiënten, of
indien geen panoramische opname aanwezig is.
1
, 2 Een patiënt van 55 jaar met paar licht mobiele tanden komt voor de eerste keer bij u. Na intra-oraal onderzoek zijn een
paar cariës, tandvullingen en paradontale pockets van 5-8 mm vastgesteld. Welke techniek werd toegepast en waarom?
2.1 Welke techniek?
Intra-orale opname met paralleltechniek.
2.2 Waarom?
Indicaties voor intra-orale opname
➢ Patiënt komt voor het eerst bij u (in dit geval van toepassing).
➢ Afhankelijk van de patiënt bij opvolging (niet in dit geval van toepassing).
Indicaties voor paralleltechniek binnen de casus:
➢ Evaluatie parodontium
➢ Evaluatie endodontium, cariëslaesie detectie, cariëslaesie progressie, beoordeling van bestaande restauraties.
➢ Evaluatie botpathologie.
Paralleltechniek = de aanbevolen intra-orale techniek!
➢ Betrouwbare weergave van structuren: geen vergroting, geen vertekening, weinig projectiefouten.
➢ Gestandaardiseerde, reproduceerbare, eenvoudige techniek.
➢ Fixatie van film in houder: geen buiging, geen vingers in de mond.
➢ Goede stralingshygiëne: geen vingers in de mond, rechthoekige collimatie.
➢ Ideaal voor verschillende diagnostiek: zie indicaties.
3 Waarom wordt de bissectricetechniek niet aanbevolen?
Waarom bissectricetechniek niet aanbevolen?
Onbetrouwbare weergave van structuren: vergroting, vertekening, projectiefouten, risico op cone-cuts (= deel niet belicht).
Niet gestandaardiseerd, niet reproduceerbaar (dus geen goede opvolging),moeilijke techniek.
Geen houder dus buiging en bestraling vinger van patiënt.
Slechte stralingshygiëne: vingers in mond, hogere stralingsdosis.
2