1C1 Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie
College aantekeningen
1C1 - Samenvatting hoorcolleges week 2
5 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
1C1 Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie
Instelling
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document omvat de colleges van week 2: diagnostiek in MDL, dysfagie -fysiologie, zuur gerelateerde problemen van de tractus digestivus, mechanisme en regulatie van maagzuur secretie, exocriene pancreas insufficiëntie en acute en chronische pancreatitis
1C1 Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie
Alle documenten voor dit vak (14)
Verkoper
Volgen
jescavangrieken
Voorbeeld van de inhoud
Inhoudsopgave
Week 1 .................................................................................................................................. 3
1.1 Inleiding MDL (maag-darm-leverziekte).................................................................. 3
1.2 Anatomie van tractus digestivus – I: Mond naar maag ........................................... 8
1.3 Tractus digestivus II – anatomie van maag tot anus ..............................................15
1.4 Microscopie van mond tot anus I – Mondholte en oesofagus ......................................22
1.5 Microscopie van mond tot anus II – maag, dunne darm, colon ..............................28
1.6 Eetlust en verzadiging .................................................................................................33
PD Anorexia Nervosa........................................................................................................39
Week 2 .................................................................................................................................41
2.1 Diagnostiek in de MDL ................................................................................................41
2.2 Dysfagie – fysiologie ...................................................................................................48
2.3 Zuur gerelateerde problemen van de tractus digestivus ..............................................55
2.4 Mechanisme en regulatie van maagzuur secretie .......................................................60
2.5 Exocriene pancreas insufficiëntie ................................................................................66
2.6 Acute en chronische pancreatitis.................................................................................74
Week 3 .................................................................................................................................80
3.1 Microscopische structuur van de lever (inclusief weekinleiding) ..................................80
3.2 Functie van de lever en gevolgen, behandelingen van cirrose ....................................85
3.3 Fysiologie van gal .......................................................................................................95
3.5 Cholestatische leverziekten.......................................................................................101
3.6 Gastcollege beroepsoriëntatie – een patiënt met Parkinson ......................................108
3.7 Afbraak van nutriënten in de tractus digestivus ......................................................... 110
3.8 Transport van nutriënten en elektrolyten door het darmepitheel ................................ 118
Week 4 ...............................................................................................................................123
4.1 Epidemiologie dikke darmkanker ..............................................................................123
4.3 IBD inleiding ..............................................................................................................129
4.4 IBD therapie ..............................................................................................................138
4.6 Fysiologie van de bloedaanmaak ..............................................................................145
4.8 Sociale psychologie I ................................................................................................153
4.PD Pathofysiologie van bloedarmoede (sikkelcelziekte)...............................................157
Week 5 ...............................................................................................................................161
5.1 Koliekpijn en icterus (2022/2023) ..............................................................................161
5.2 Stille icterus ..............................................................................................................167
5.3 Neonatale icterus en gevolgen ..................................................................................173
Aantekeningen tentamen oefenen ......................................................................................178
,Week 1
1.1 Inleiding MDL (maag-darm-leverziekte)
Spijsvertering – structuren
Het voedsel gaat van:
➢ Slokdarm
➢ Maag
➢ Twaalfvingerige darm: Er komen hier twee andere organen met hun sappen zo in het
spijsverteringsstelsel: de galweg en de alvleesklier
➢ Dunne darm pakket: gaat over bij de klep van Bohini naar de dikke darm. De dunne
darm is heel erg lang (6-8 meter). Zo kan je heel veel vitamines / voedingsstoffen
ophalen uit de voeding.
➢ Dikke darm. Bestaat uit een
o Opstijgend deel
o Overstijgend deel
o Dalend deel
o S-vormig deel
o Endeldarm
Bruine ontlasting
De kleur van de ontlasting komt door gal. Het gal wat je produceert is groen van kleur en
omdat de gal in de dunne darm komt, wordt de ontlasting bruin. Gal wordt gemaakt van rode
bloedcellen die zijn afgebroken in de lever.
Als een patiënt dus komt met een gekke kleur van de ontlasting, weet je dat het
probleem ergens rond de galwegen ligt, zoals een tumor die ervoor zorgt dat het gal niet
meer bij de dunne darm kan komen.
Doel maag-darmkanaal
Het doel van het maag-darmkanaal is het opnemen van belangrijke voedingsstoffen en het
voortduwen van voeding van boven naar beneden. Dit voortduwen van de voeding duurt zo’n
1 – 3 dagen, maar deze tijd is bij iedereen anders.
Afwijkingen in het maag-darmkanaal
Je kan de afwijkingen op twee manieren indelen:
➢ Slijmvliesafwijkingen: Een afwijking van de binnenkant van het
spijsverteringsorgaan, zoals een Bannet en een poliep
➢ Motiliteitafwijkingen: Een afwijking in de motoriek, zoals obstipatie. Ontlasting blijft
dan vastzitten.
Achalasie
Bij achalasie is er een probleem met de onderste spier van je slokdarm (onderste slokdam
sfincter). Er zit een spasme in de sfincter en deze blijft hierdoor continue aanknijpen.
Patiënten eten dan, maar het eten zakt niet. Ze proppen zichzelf als het ware helemaal vol
en daarna braken ze het uit.
Je kan achalasie behandelen door het doorsnijden van de spier of het uitrekken van
de spier. Hierdoor zakt het eten vanuit de slokdarm weer goed.
,Maagzweer
Bij een patiënt met een maagzweer kan je bij de autopsie in de maag heel veel bloed vinden
en stolsels. Na het leegspoelen vind je een diepe zweer aan de kleine curvatura van de
maag, met hierop een bloedstolsel. Als je langs de maagarteriën gaat, vind je dan een stolsel
en dit stolsel kan je doorduwen. Een maagzweer kan alle kleine arteriële vaatjes dus weg
eten, waarna je een arteriële bloeding krijgt waar je aan overlijdt. Een maagzweer kan leiden
tot kanker, maar ook tot perforaties. De zweer kan door de hele maagwand heen groeien en
kan hier leiden tot perforaties. Je hebt maagzweren zonder bloedingen, maar ook met.
Een maagzweer kan je behandelen door het vat dicht te branden, waarna de patiënt
geneest (in combinatie met de maagzuurremmers)
Meest frequente MDL aandoeningen 1e helft 20e eeuw
➢ Peptisch ulcus
➢ Maagbloeding
➢ Maagperforatie
➢ Maagkanker
Oorzaak maagpathologie
De oorzaak van deze maagpathologieën zijn de helicobacter pylori.
Bij patiënten met een maagzweer zie je allerlei zwarte puntjes. De ontdekker had een gevoel
dat dit door een bacterie kwam, maar hij kon de bacterie maar moeilijk kweken. Dit komt
omdat de helicobacter pylori moeilijk zich laat kweken: als hij buiten het zure milieu gaat,
gaat hij gelijk dood. Uiteindelijk is het gelukt om de bacterie te kweken en om te testen of de
helicobacter de oorzaak was van de maagzweer, slikte de ontdekker zelf de bacterie in.
De helicobacter pylori geeft ook maagkanker. Als je de bacterie behandelt, voorkom je dus
zowel maagperforaties, maagzweren en maagkanker.
Beeldvorming – endoscopie geschiedenis
➢ In het begin: de dokter zit achter een luik en de verpleegkundige geeft contrast aan
de patiënt. Met röntgenstralen zien we dan wat er achter de maag zit en hierdoor kan
je sommige ziektes zichtbaar maken (slijmvliesziekten niet)
De arts wist niet de negatieve effecten van röntgen en dus kregen veel artsen
schildklierkanker en oogafwijkingen door de röntgenstraling
➢ 1868: De eerste scopie bij levende patiënten. Je brengt een rechte, starre buis in om
zo bij een levende patiënt in de slokdarm te kijken. Er was bij de endoscopie geen
licht en de structuren waren samengevallen, maar toch kon iemand voor het eerst bij
levende patiënten naar binnen kijken.
Deze procedure was afschuwelijk voor de patiënt.
➢ 1932: De eerste flexibele endoscoop. Vanaf de keel gaat de slokdarm naar beneden
en dit maakte het aangenamer
➢ 1950: Een camera bovenop de scoop. Je kon zo vanuit de scoop kijken hoe het eruit
zag van binnen
➢ 1990: digitale scopie
➢ Nu: Flatscreens waarmee we met de high definition scoop alles steeds beter kan zijn.
Doordat we alles beter kunnen zien, kunnen we ziektes beter en eerder opsporen en
behandelen. Artsen zijn goed beschermd, om zo besmetting met bacteriën te
voorkomen
De scoop heeft drie lampjes, een camera en het werkkanaal. Je kan via dit
kanaal ook allerlei instrumenten binnen brengen.
De scoop heeft verschillende maten, zodat je op verschillende dieptes kan
kijken (van zowel mond als rectum benaderen)
, De push and pull endoscopy
Wij konden door de endoscopie niet alle structuren zien:
➢ De scoop vanaf de mond: slokdarm, maag en twaalfvingerige darm
➢ Vanaf de rectum: De dikker darm, tot het eind van de dunne darm (rond de appendix)
De zes meter dunne darm was dus onbegonnen gebied, tot het jaar 2000.
Je kan een scoop niet te lang maken, want dan bocht de scoop de hele tijd. De scoop buigt
dan de hele tijd in plaats van dat hij vooruit gaat. Om dit op te lossen, bedachten
wetenschappers een dubbele ballon. Door het ene ballonetje op te blazen en daarna het
andere ballonnetje, stroopt de scoop zich zo door de dunne darm heen. De dunne darm
wordt zo rechtgetrokken en zo komt de scoop steeds verder.
Dit is nog steeds niet bij de zes meter, maar omdat je het van zowel de mond (boven)
als de anus (onder) kan bekijken, kan je wel door de gehele dunne darm kijken.
De camerapil
Er werd rond 2000 ook een camerapil gemaakt. De camerapil had aan de ene kant een
camera met verlichting en deze kon elke keer foto’s maken. Die foto’s werden naar een
kastje gezonden. Je kan dit kastje op je computer zetten en zo heb je beeldvorming van
de dunne darm. De pil gaat automatisch door de dunne darm en maakt tegelijkertijd
allerlei foto’s.
Een pil is best handig, want je hebt dan niet een hele scoop door je lichaam. De vraag werd
nu: kan je de pil ook gebruiken voor je dikke darm? Je dikke darm is breder dan je dunne
darm. Als de camerapil in de dikke darm valt, gaat hij dan tuimelen. Aan de ene kant zie je
dan de darm, maar de andere kant mis je. Ook was de batterijduur niet lang genoeg: de
dikke darm gaat veel langzamer qua voortbeweging dan de dunne darm. Om deze redenen
werd een nieuw model ontworpen: twee camera’s met licht en als hij draait, houd je dus
genoeg beeld. Om de batterijduur te verlengen, werd een ingebouwde bewegingssensor
gebruikt. Als de pil stilstaat, maakt hij geen foto’s en staat hij dus stil. Zo is de batterijduur 10
uur.
Een nadeel van de pil is, dat je alleen iets kan zien. Met een scoop kan je het gelijk
behandelen, maar voor mensen waarbij een scoop niet de eerste keuze is, is de pil een heel
goed alternatief.
Je moet de darmen goed schoonmaken en hiervoor gebruik je laxeermiddel. Ook
hebben we een booster om de pil sneller door de dunne darm te krijgen.
Door de pil hoef je niet meer naar het ziekenhuis om toch een volledig onderzoek te krijgen
van je darmkanaal. Dit is een belangrijk voordeel.
Door de pil kan je wel AVG problemen krijgen. Veel patiënten willen namelijk de pil houden
(wat mag), maar hierdoor krijgen wij als artsen wel hun hele huis bijvoorbeeld te zien, zonder
dat zij daar toestemming voor hebben gegeven. Hierdoor zeggen we: als de pil knippert,
kijken de artsen mee. Je moet dan als patiënt wachten voordat je het aan iemand laat zien,
omdat er anders AVG-problemen ontstaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jescavangrieken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.