uitgebreid uitreksel/ zakboekje gemaakt over het boek neurologie voor verpleegkundigen auteur van Gelmer.
beschrijft de verschillende structuren van de hersenen, anatomie en de verschillende ziektebeelden die zich op neurologisch gebied kunnen voordoen
Neurologie voor verpleegkundigen H 9,10, 12 , 16, 18 , 21, 24 en25
Alles voor dit studieboek (6)
Geschreven voor
Neurologie boek van Gelmer
Verpleegkundige niveau4
Neurologie
Alle documenten voor dit vak (1)
1
beoordeling
Door: keniavaldez • 1 jaar geleden
Verkoper
Volgen
maaikexx
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Neurologie voor verpleegkundigen
ANATOMIE VAN HET ZENUWSTELSEL
Het zenuwstelsel wordt ingedeeld in een centraal en een perifeer zenuwstelsel. Het centrale
zenuwstelsel is dat deel dat binnen de benige bescherming van de schedel en het wervelkanaal ligt.
Het omvat de grote hersenen, de kleine hersenen en het ruggenmerg.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit zenuwcellen (neuronen) en steunweefsel (gliacellen). De
neuronen hebben uitlopers, de neurieten en dendrieten, die de neuronen in het centrale zenuwstelsel
onderling verbinden.
Het perifere zenuwstel wordt gevormd door de uitlopers van de zenuwcellen die binnen het centraal
zenuwstelsel zijn gelegen, en die de verbindingen vormen met de organen die onder controle staan van
het zenuwstelsel (spieren en klieren) of met organen die informatie van buitenaf of uit het inwendige
van het lichaam aan het centrale zenuwstelsel verschaffen (zintuigen van de sensibiliteit).
Binnen het zenuwstelsel kan aan de ene kant het willekeurige of bewuste, ook wel somatische
zenuwstel kunnen onderscheiden, waarin zich processen afspelen die wij ons bewust zijn en die aan
onze wil onderhevig zijn.
Daarnaast wordt het autonome zenuwstelsel onderscheiden, ook wel het vegatieve of onwillekeurige
zenuwstelsel genoemd, waarin zich processen afspelen die als het ware buiten ons om gaan zoals:
- Regeling van hart actie
- De ademhaling
- De activiteit van het maagdarmkanaal
- Urine producerende organen
- Voorplantingsorganen
Grote hersenen
De grote hersenen bestaan uit twee hemisferen (een linker en een rechter). Aan iedere hemisfeer kun je
een aantal kwabben of polen onderscheiden:
- De frontaalkwab (voorhoofdskwab)
- De temporaalkwab (slaapbeenskwab)
- De pariëtaalkwab (wandbeenskwab)
- De occipitaalkwab (achterhoofdskwab)
Aan de oppervlakte van de hersenen zie je groeven (of sulci, enkelvoud sulcus).
Het gebied tussen twee sulci heet een winding of gyrus. Aan de zijkant van de hersenen bevindt zich
de grote sulcus lateralis, ook wel fissuur van Sylvius genoemd, die de frontaalkwab en de
temporaalkwab scheidt. Loodrecht op de fissuur van Sylvius zie je de sulcus centralis, ook wel de
fissuur van Roland geheten. De gyrus voor deze sulcus heet de gyrus precentralis en omvat het
hersengebied dat zeer belangrijk is voor de bewegingen, terwijl het gebied achter deze sulcus de gyrus
postcentralis wordt genoemd en van groot belang is voor sensibiliteit.
De hemisfeer zelf bestaat uit grijze en witte substantie. De grijze substantie vormt de buitenste laag en
ligt als een schil over de hemisfeer en wordt de cortex cerebri (hersenschors) genoemd. De cortex
bestaat vooral uit neuronen. De witte substantie van de hersenen bestaat grotendeels uit de uitlopers
van de neuronen, de zenuwvezels of axonen.
Bij de zenuwvezels in de grote hersenen kan een onderscheid worden gemaakt tussen:
- Associatievezels, die verschillende delen van de cortex met elkaar verbinden
- Commissuurvezels, die de overeenkomstige delen van de cortex van de beide hemisferen
onderling verbinden. Deze commissuurvezels liggen in de bundels en de grootste
commissuurbundel is de balk, of het corpus callosum.
Maaike Assen 1
,Neurologie voor verpleegkundigen
- Projectievezels, die delen van de cortex verbinden met grijze substantie elders in het centraal
zenuwstelsel, bijvoorbeeld de hersenstam of het ruggenmerg.
Basale gangliën
Diep in iedere hersenhelft liggen de basale kernen of basale gangliën. Deze zijn ook grijs gekleurd en
bevatten eveneens vooral zenuwcellen. De basale kernen omvatten een grote kern die naar het midden
toe ligt en die het corpus striatum word genoemd, die weer uit 2 kernen is opgebouwd, de nucleus
caudatus en de nucleus lentiformis. Een smalle zone van witte stof scheidt de beide kernen en vormt
een gedeelte van de capsula interna.
De hersenstam en de kleine hersenen
De hersenstam kun je beschouwen als de verbinding tussen de grote hersenen en het ruggenmerg.
Het voorste deel van de hersenstam wordt wel de tussenhersenen of diencefalon genoemd. Het deel dat
veel grijze substantie (zenuwcellen) bevat, wordt de thalamus genoemd. De thalamus is te beschouwen
als een groot schakelcentrum tussen de hersenen en het ruggenmerg.
Een belangrijk onderdeel van de thalamus is de onderzijde de hypothalamus, waar zenuwcellen liggen
die een belangrijke hormonale functie hebben.
De hypothalamus loopt via een steel uit in de hypofyse, het hersenaanhangsel dat een aantal hormonen
vormt. Vlak voor de hypofyse liggen beide gezichtszenuwen, die daar samenkomen als de
gezichtskruizing of het chiasma opticum.
Verder naar achteren gaan de tussenhersenen over in de middenhersenen of het mesencefalon. Aan de
voor- en zijkant van de middenhersenen is een verdikking te zien de pons. De verdikkingen aan de
zijkant lopen over in de kleine hersenen of het cerebellum, dat als ware ‘op de rug’ van de
middenhersenen ligt.
Evenals de grote hersenen bestaan de kleine hersenen uit een schors van grijze substantie die om de
witte substantie is gelegen. Dieper in de witte substantie liggen een aantal kernen waarvan de nucleus
dentatus de belangrijkste is. De kleine hersenen zijn van bijzondere betekenis voor de motoriek.
De hersenstam zet zich voort als het verlengde merg om vervolgens via het foramen magnum over te
gaan in het ruggenmerg.
Ventrikels en liquor
In de hersenen zijn een viertal kamers of ventrikels gelegen. In iedere hemisfeer ligt een zijventrikel.
De zijventrikel heeft een zeer bepaalde vorm, waaraan de hoornen worden onderscheiden: een voor-
achter- en temporaalhoorn.
De beide zijventrikels komen via het foramen van Monro, uit in de derde ventrikel die in het
diencephalon is gelegen en aan weerszijden door de thalamus is omgeven. De derde ventrikel mondt
naar beneden toe uit in een zeer nauwe buis, de aquaduct van Sylvius,
die door de middenhersenen loopt en uitmond in de vierde ventrikel die in de hersenstam, juist onder
het cerebellum is gelegen. In de vierde ventrikel bevinden zich een 3 tal openingen, twee aan de
zijkant, genoemd naar Luschka, en een in het dak, genoemd naar Magendi.
In iedere ventrikel ligt een zeer bloedrijk orgaantje, de plexus choroïdeus, dat uit het bloed het
hersenvocht of liquor (cerebrospinalis) vormt. Via de zijventrikels komt de liquor in het derde
ventrikel en via het aquaduct in de vierde ventrikel. Door de openingen in het vierde ventrikel komt de
liquor buiten de hersenen, tussen het harde en zachte hersenvlies.
Op deze wijze ‘zweven’ de hersenen als het ware in het vloeistof, waardoor ze veel minder gevoelig
zijn geworden voor stotende bewegingen van het hoofd. Via de korrels van Pacchioni (uitstulpingen
van het spinnenwebvlies) wordt de liquor weer in het bloed terug geresorbeerd.
Ruggenmerg
Het ruggenmerg begint bij het foramen magnum in de schedelbasis en eindigt bij de eerste
lendenwervel. Het ruggenmerg ligt in het ruggenmergkanaal. Dit kanaal wordt door de wervels
gevormd. Het ruggenmerg verdeeld in segmenten (een van de ringen van het lichaam of een gedeelte
van een geleed aanhangsel tussen twee gewrichten.):
Maaike Assen 2
,Neurologie voor verpleegkundigen
- 8 cervicale (hals en nek) wervels
- 12 thoracale (met betrekking tot de borstkas) wervels
- 5 lumbale ( lage gedeelte van de wervelkolom) wervels
- 5 sacrale (de onderste vijf wervels van de wervelkolom die samen het heiligbeen vormen)
wervels
Als je een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg bekijkt dan je daarin een grijze H-vormige figuur
omgeven door een witte substantie.
Hersenvliezen
Hersenen en ruggenmerg zijn omgeven door vliezen. Er kunnen een drietal hersenvliezen worden
onderscheiden:
- Pia mater (zachte hersenvlies)
- Dura mater (harde hersenvlies)
- Arachnoïdea (spinnenwebvlies)
De pia mater ligt direct tegen hersenen en ruggenmerg aan en volgt alle groeven en windingen. Ze
loopt zelfs een eindje met de bloedvaten de hersenen binnen.
De dura mater bekleedt de binnenzijde van de schedelholte en ruggenmergkanaal. In de schedelholte
vormt het twee belangrijke uitstekende bladen:
- De falx die tussen de beide hemisferen is gelegen
- Tentorium dat tussen de onderzijde van de hemisfeer en de bovenzijde van het cerebellum is
gelegen
De falx verloopt verticaal en het tentorium horizontaal. In het tentorium. Is een opening waar de
hersenstam door loopt.
De dura mater vormt in de schedelholte bovendien grote veneuze bloedleiders of sinussen, waarin zich
het aderlijke bloed verzameld.er kan een groot aantal sinussen worden onderscheiden, maar een
tweetal is als anatomisch herkenningspunt erg belangrijk: de sinus sagittalis superior en de sinus
transversus.
De sinussen hebben bovendien instulpingen van het spinnenwebvlies, de korrels van Pacchioni, die de
liquor weer resorberen in het bloed.
Tussen het zachte en het harde hersenvlies is arachnoïdea of spinnenwebvlies uitgespannen, waarin
bloedvaten lopen.
Op sommige plaatsen, vooral aan de onderzijde van de hersenen, ontstaan grote ruimten tussen het
harde en zachte hersenvlies die cisternen worden genoemd.
Anders dan in de hersenen, waar de dura slechts uit een blad bestaat, heeft de duro om het ruggenmerg
2 bladen: het buitenblad, dat het wervelkanaal bekleedt, en het binnenblad, dat tegen de arachnoïdea
aan ligt. Tussen de beide durabladen ligt de epidurale ruimte, die met bloedvaten en zenuwen is
gevuld.
Bloedvoorziening van de hersenen
De hersenen worden vanuit de aorta door de vier grote bloedvaten van bloed voorzien:
- Aan de voorzijde links en rechts de arteria carotis interna
- En aan de achterzijde links en recht de arteria vertebralis
- De laatste loopt vanaf de zesde halswervel naar boven door het foramen magnum in de
schedelholte komen. Hier komen de beide halswervelarteriën samen tot de arteria basilaris
De beide halsslagaders en de arteria basilaris vormen onder tegen de hersen een vaatring: de
circulus van Willis.
Uit deze ring ontspringen links en rechts de drie grote cerebrale bloedvaten, die de verschillende
hersendelen van bloed voorzien:
- A. cerebri anterior
- A. cerebri media
- A. cerebri posteroir
Deze drie grote cerebrale arteriën blijken nogal wat variaties te tonen, evenals de ring van Willis.
De grote betekenis van de ring van Willis is dat het bloed, dat vanuit het carotissysteem en vanuit het
vertebro-basilaire systeem wordt aangevoerd, word verdeeld.
Maaike Assen 3
, Neurologie voor verpleegkundigen
Bij een afsluiting van bijvoorbeeld een halsslagader wordt het bloed herverdeeld zodat alle cerebrale
ateriën toch voldoende bloed krijgen, en de bloedvoorziening van de hersenen gewaarborgd wordt.
De drie grote hersenarteriën voorzien elk een min of meer vast deel van de hersenen van bloed.
De hersen arteriën splitsen zich in steeds dunner wordende takjes en uiteindelijk in capillairen, die een
zeer dunne wand hebben.
Hoewel verschillende voor de hersenen belangrijke stoffen, zoals zuurstof en glucose, gemakkelijk
door de wanden van de capillairen in het hersenweefsel kunnen dringen, blijkt dit voor tal van andere
stoffen, waaronder medicamenten niet of heel moeilijk het geval te zijn.
Dit word de bloed-hersenbarriere genoemd. Deze barriere houdt tal van stoffen buiten de hersenen.
De functie van de bloed-hersenbarriere is om de hersenen te beschermen tegen vergiften van buitenaf
en tegen de afvalproductie van de eigen stofwisseling.
Perifere zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel wordt gevormd door de uitlopers van de zenuwcellen die binnen het centraal
zenuwstelsel zijn gelegen en die de verbindingen vormen met de organen die onder controle staan van
het zenuwstelsel (spieren, klieren) of met organen die informatie van buitenaf of uit het inwendige van
het lichaam aan het centraal zenuwstelsel verschaffen (de zintuigen en de sensibiliteit). Bij de perifere
zenuwen kunnen we onderscheid maken tussen de zogenoemde hersenzenuwen die uit de hersenen
ontspringen en de perifere of ruggenmergzenuwen die uit het ruggenmerg ontspringen.
Er worden 12 paar hersenzenuwen onderscheiden die, naast een naam, een vast (Romeins) nummer
hebben. Tien van de twaalf hersenzenuwen ontspringen uit de hersenstam of het verlengde merg, de
eerste twee ontspringen uit de hersenen.
Op 32, soms 33 niveaus van het ruggenmerg ontspringen steeds 4 wortels, twee (links en rechts) aan
de achterzijde (radix posterior) en twee aan de voorzijde (links en recht) de radix anterior.
Aan weerszijden verenigen de voor- en achter wortels zich tot de gemeenschappelijke wortel of radix,
om vervolgens door het ruggenmergvlies te treden en door het tussenwervelgat (foramen
intervertebrale) het ruggenmergkanaal te verlaten. De verschillende plakjes ruggenmerg die bij een
viertal wortels behoren worden ruggenmergsegmenten genoemd. De wortel die het ruggenmergkanaal
het verlaten noemt men kortweg zenuw. De zenuw die op het borstniveau ontspringen, hebben geen
speciale naam, maar worden aangeduid als nervus intercostalis.
NEUROTRAUMATOLOGIE
Onder neurotraumatologie worden samengevat alle letsels en verwondingen aan het hoofd, de schedel,
de hersenen en het ruggenmerg, als gevolg van een trauma tegen het hoofd of tegen de wervelkolom.
SCHEDELHERSENLETSEL
Schedelhersenletsels komen vrijwel altijd tot stand door een direct inwerkend geweld op de schedel,
hoewel er zeldzame gevallen zijn waarbij het letsel door indirect geweld ontstaan, bijvoorbeeld een val
op de stuit.
De gevolgen van schedelhersenletsel verschillen in duur en ernst van de klachten en afwijkingen,
waarbij bewusteloosheid de meest op de voorgrond staande verschijnsel is.
Een schedel hersenletsel bij een patiënt bij wie een bewusteloosheid korter heeft geduurd dan 15 min.
Wordt traditioneel aangeduid met de term commotio cerebri andere termen zijn: zeer zware contusio
cerebri (zware hersenschudding) en frontotemporale cerebri (kneuzing van de frontale kwab)
Maaike Assen 4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maaikexx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €20,49. Je zit daarna nergens aan vast.