Klinische biologische psychologie
Les 1: De ziekte van Parkinson
1 Wat zijn de hersenregio’s?
1.1 Frontale kwab
Deze is de grootste kwab en is verantwoordelijk voor vele functies; waaronder de motoriek
(primaire motorische cortex), Broca-gebied (gedachten omzetten in woorden: spraak), aandacht
etc. Frontale kwab gaat vooral over het LTG. Ook het begrijpen van en reageren op
gevoelens van anderen (empathie) en nog belangrijk; het grootste aandeel van dopamine-
sensitieve neuronen begint in de frontale kwab. Dopamine is een belangrijke NT dus die staat
in voor communicatie tussen zenuwen, maar speelt ook een rol bij beloning en motivatie.
Samengevat staat de frontale kwab in voor motorische controle, maar ook voor andere
aspecten die ons gedrag en
persoonlijkheid bepalen, cognitieve
functies etc. Wanneer er schade
optreedt in de frontale kwab,
,kunnen we met stoornissen geconfronteerd worden die resulteren in:
1.2 Pariëtale kwab
Deze gaat over sensorische verwerking: het verwerken van visuele info van de buitenwereld,
somatosensorisch informatie (tast, temperatuur, pijn…) en ook proprioceptie (de positie van
het lichaam tov de ruimte en ook onze ledematen tov elkaar).
Tevens gaat de parietale kwab ook over navigatie en spatiële oriëntatie. Schade in deze kwab
gaat gepaard met:
Side note: Optische ataxie= moeilijkheden met het accuraat reiken naar een voorwerp. Dit
loopt moeilijk door een stoornis in het verwerken van de visuele informatie, dus niet door
problemen in de motoriek! Neglect= het negeren van een deel van de ruimte waarin we ons
bevinden
1.3 Temporale kwab
Deze kwab staat eerder in voor auditieve verwerking, taalbegrip (Wernicke), geheugen,
gezichtsherkenning, aandacht en emotionele regulatie. De gehoorstoornis die hiermee
gepaard kan gaan is opnieuw niet een probleem in het oor-orgaan zelf, maar in de verwerking
van het geluid. Sensorische afasie (tegenhanger Broca afasie), is verantwoordlijk voor het
verwerken van taal. Deze mensen kunnen vlot praten, maar uit hetgeen wat ze zeggen kan je
meestal weinig opmaken. Deze patiënten zijn zich doorgaans niet bewust hiervan. Bij
motorische afasie zijn de
patiënten zich wel bewust
van hun gebreken. Enkele
andere stoornissen:
,1.4 Occipitale kwab
Deze staat in voor alles wat te maken heeft met visus. Dus visuele en visuo-spatiële
verwerking, kleur, objectherkenning, afstand en diepte etc. (Alexie= visuele inkomende
informatie kan niet verwerkt worden waardoor men niet kan lezen. Visuele agnosie=
onvermogen om objecten te herkennen (bv een telefoon niet herkennen als een telefoon))
1.5 Hersenstam
Deze ligt aan de basis van ons brein. Het verbindt ons brein met het ruggenmerg en staat in
voor onvrijwillige functies (automatische functies waarover we geen controle hebben)=
autonome functies! Zoals ademhaling, bloeddruk, reflexen, slaap-waak etc. Problemen hier
kunnen in gevaarlijke stoornissen leiden:
1.6 Cerebellum
Onze ‘kleine hersenen’ zijn
verantwoordlijk voor de
coördinatie van motoriek en onze balans, maar ze spelen nog een rol bij cognitieve functies,
motorisch leren, spraak en oogbewegingen. (Ataxie= de ongecoördineerde bewegingen
worden WEL veroorzaakt door verstoorde regulering van de motoriek/bewegingen.
, Nystagmus= ongecoördineerde oogbewgeingen waarbij de ogen precies trillen. Dysarthrie=
articulatieproblemen. Dysphagie= slikproblemen)
1.7 Basale ganglia
Ten slotte de basale ganglia die diepergelegen hersenstructuren zijn (corticaal) die belangrijk
zijn bij motorische controle motorisch en procedureel leren, beloning, gewoontes,
motivatie, executie fucnties, verslaving, emotionele processen… allemaal functies die sterk
geassocieerd zijn met dopamine! Stoornissen hier kunnen zich manifesteren als dystonie,
tremor (deze uitleg komt later). Heel typisch zien we ook problemen met procedureel leren,
sequentieel leren, OCD etc.
De basale ganglia zijn sterk verbonden met andere hersengebieden; zoel corticaal als
sbcorticaal (via de rechtstreekse banen of onrechtreekse banen (via Thalamus)). Vanwege die
sterke connectie met andere hersengebieden, gaan stoornissen in de basale ganglia vaak
resulteren in cogntieve en motorische dysfuncties.
2 Parkinson’s disease PD
James Parkinson was de eerste die deze ziekte beschreef. Hij richtte zicht op de motorische
symptomen. Deze ziekte werd lange tijd gezien als een motorische aandoeningen
(bewegingsstoornis) met als typische symptomen: tremor, rigiditeit, posturale afwijkingen etc.
Het duurde heel lang voor die enige motorische symptomen werden aangepakt in onderzoek.
Vandaag worden de cognitieve veranderingen bij Parkinson erkend, maar worden wel nog
wat onderschat en dus onderbehandeld.