Stadsgeografie
De evolutie van de stedelijke ruimte
Site
Site= de oorspronkelijke vestigingsplaats
• Vaak een marktplein, burcht, haven, abdij
• Was vaak de verdedigings – en
verkeersmogelijkheden voor de beginnende stad
Voorbeelden van pre-stedelijke burchten en versterkingen:
- Antwerpen
- Brussel
- Turnhout
- Leuven
De Leuvens hertogelijke
burcht op het Dijle-eiland
Situatie
Situatie= gunstige liggen ten opzichte van de ruime omgeving
• Noodzakelijk voor de verder ontwikkeling van stad
• Gunstige situaties in middeleeuwen:
o Grote rivieren
o Overslagplaatsen van waterwegen
o Ligging op contactpunt tussen verschillende
streken
• Brussel & Leuven gunstig gelegen bij bevaarbare Zenne
en Dijle + contactpunt tussen verschillende geografische
streken
Leuven aan de Dijle
• Situatie van stad is geen vastliggend gegeven: door politieke, economische ingrepen
of nieuwe verkeerstechnische ingrepen kunnen steden een stimuli krijgen of net niet
o Voorbeelden: invloed van verplaatsing hertogelijke residentie van Leuven naar
Brussel, gevolgen van afscheiding van Frans-Vlaanderen op Rijsel en Kortrijk,
rol van aanleg van spoorwegen voor Zottegem of Dendermonde…
Voorbeelden van positieve en negatieve evoluties
• Tongeren: tijdens Romeinse tijd belangrijke functie
• Damme: gelegen aan het Zwin
o Het Zwin ontstaan door water dat landinwaarts kwam → transport mogelijk
tussen België en Engeland
o Met verzanding van het Zwin geraken schepen er niet meer
,Evolutie van de West-Europese stad
Foto 1: pre-industriële fase:
- Ontwikkeling van steden van de middeleeuwen tot de 19de eeuw
- Inwonersaantal van steden laag
- Stadsbewoners waren vaak ambachtslui, handelaars en bestuurders
- Morfologisch: stadswallen, kerk, radiaal-concentrisch stadpatroon, paard en kar,
roeiboten…
- Bos, grote uitgestrekte landbouwgebieden
- Beperkt handel- en dienstenzone
- Dierlijke trekkracht: paard en kar, traag en inefficiënt
- Productie en transport van voldoende voedseloverschotten naar de niet-agrarische
stadsbewoners = agrarische maatschappij
- Stadsbewoners, vooral ambachtslui, handelaars en bestuurders, groeperen zich in
wijken of straten = pre-industriële stad
Foto 2: industriële fase
- Industriële revolutie begin van 19de eeuw belangrijk mijlpaal in ontwikkeling van
steden
- Bevolkingsexplosie: door de grote vraag aan arbeidskrachten voor industrie verlieten
veel mensen het platteland en vestigden zich in de stad
- Morfologisch: spoorwegen, kanalen, fabrieken, meer woningen…
- Bos en landbouwgebied daalt. Industrie komt op. Handel- en dienstenzone breidt uit.
- Industriële revolutie:
o industrie op basis van steenkool (= energiebron) = technologische
ontwikkeling
o Productiviteitsverbetering in de landbouw (kunstmeststoffen)
o Transportverbeteringen (stoom- en stoomschip, tram, …)
- Grote vraag naar arbeidskrachten in de nieuwe fabrieken = industriële
maatschappij
- Hoge verstedelijkingsgraad= het aandeel van de bevolking dat in steden woont
- Stedelijk proletariaat = verstrengeling tussen sterk vervuilende fabrieken met
uniforme arbeidershuisvesting = industriële stad
,Foto 3: postindustriële fase
- Morfologisch: ringweg, industrieterreinen, recreatiezones, lintbebouwing…
- Bos en landbouwgebied daalt. Industrieterreinen i.f.v. bereikbaarheid gelegen aan
invalswegen. Handel-, diensten- en recreatiezones breiden uit.
- Technologie op basis van olie en elektriciteit
o Automatisatie in de landbouw (computersturing)
o Transportverbeteringen (TGV, vliegtuig, zeeschepen, metro, …)
o Telecommunicatie
- Tertiaire sector verdringt industrie als stuwende economische activiteit = tertiaire
maatschappij
- Verstedelijkt platteland = resultaat van suburbanisatie, emigratie naar de rand
= postindustriële stad
Industriële fase: een steeg = een straat die niet op een
officieel stadsplan staat, slechte woonomstandigheden
van arbeiders bij de industrie, huizen allemaal hetzelfde
(bovenste gedeelte witten en onderste gedeelte met
zwarte pek insmeren → omwille van hygiënische
omstandigheden → vuil zie je niet zo snel)
Voorbeeld van straat: Vlaaikensgang Antwerpen
Postindustriële fase:
ring van Antwerpen: tijdens postindustriële fase had
elke stad een ringweg, autogebruik en olie
Industriële fase: huizen liggen vlakbij de fabrieken
(leidingen van de fabriek), huizen staan aan spoorweg,
wonen rond staalfabrieken
, Voorbeelden evolutie West-Europese steden
Kaart 1: industriële fase: spoorwegen
Kaart 2: pre-industriële fase: stadsomwelling, buiten de omwalling landbouw, zeilboten,
radiaal-concentrisch stratenpatroon, paar en kar)