Samenvatting van alles wat gelezen moet worden voor de studie Pedagogische Wetenschappen aan de RUG voor het vak Diagnostiek & Behandeling B. Het gaat hier om een samenvatting van het volgende:
-Bartelink, C. (2013): Wat werkt: Motiverende gespreksvoering. Utrecht: NJi.
-Lang, G. & Van der Molen, H...
Samenvatting voor Professionele Gespreksvoering (Neuro)
Alles voor dit studieboek (35)
Geschreven voor
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Pedagogische wetenschappen
Diagnostiek en behandeling B
Alle documenten voor dit vak (4)
1
beoordeling
Door: cdegroot36 • 2 jaar geleden
Verkoper
Volgen
judithwx
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
A Bartelink C. (2013). Wat werkt: Motiverende gesprekvoering
Motiverende gespreksvoering is een veelgebruikte methode om cliënten te stimuleren hulp te
zoeken voor hun problemen of hun ongezonde levenswijze aan te pakken. Een empathische en
motiverende houding van hulpverleners zorgt ervoor dat cliënten actiever betrokken zijn bij de
behandeling die zij krijgen aangeboden. Hierdoor boekt de hulpverlener betere resultaten.
1. Wat is motiverende gespreksvoering?
Hulpverleners pogen met motiverende gespreksvoering cliënten in beweging te brengen om hun
levenswijze aan te pakken. De kern van deze benadering bij uiteenlopende doelgroepen is dat
mensen gaan inzien dat zij een probleem hebben en gemotiveerd raken om dit aan te pakken. Met
motiverende gespreksvoering versterkt een hulpverlener de intrinsieke motivatie om te veranderen
door de ambivalentie van de cliënt op te zoeken en op te lossen.
1.1 Uitgangspunten van motiverende gespreksvoering
Het belangrijkste uitgangspunt van motiverende gespreksvoering is dat bereidheid tot verandering
niet gezien wordt als een vaststaand kenmerk van een cliënt, maar als een variërend resultaat van
interpersoonlijke interactie. -> Motivatie om te veranderen wordt beschouwd als iets wat de
hulpverlener bij een cliënt uitlokt i.p.v. oplegt.
Miller en Rodnick menen dat motiverende gespreksvoering gebaseerd is op het volgende: empathie
uitdrukken, ontwikkelen van discrepantie, vermijden van discussie, omgaan met weerstand en self-
efficacy ondersteunen.
- Essentiele voor motiverende gespreksvoering is een empathische stijl. Vanuit deze
accepterende houding helpt hij de cliënt om zijn ambivalentie te overwinnen en te
veranderen.
- Voor een verandering in het gedrag van de cliënt is het nodig dat er een discrepantie
ontstaat tussen het huidige gedrag van de cliënt en belangrijke doelen of waarden die de
cliënt heeft. De cliënt moet ontdekken waarom het belangrijk voor hem is om te veranderen.
-> Daarom is het niet de hulpverlener die argumenten om veranderen benoemt, maar de
cliënt.
- De hulpverlener moet weerstand van een cliënt zien als signaal om van strategie te
veranderen. -> Hulpverlener niet goed afgestemd op de cliënt.
- Self-efficacy is de overtuiging van een cliënt dat hij beschikt over de capaciteiten die hij nodig
heeft voor een gedragsverandering.
1.2 Technieken voor motiverende gespreksvoering
− Reflectief luisteren: Doelen van reflecteren zijn het tonen van empathie naar de cliënt, het
bevestigen van zijn gedachten en gevoelens en hem te helpen door te gaan met het proces
van zelfontdekking.
− Omgaan met weerstand
− Agenda bepalen en toestemming vragen: Verzekert de hulpverlener dat de cliënt actief en
bereidwillig deelnemen aan het proces.
− Uitlokken van verandertaal: Individuen accepteren meer, en handelen eerder wanneer zij zelf
iets willen. Hoe meer een individu zijn eigen keuze verdedigt, des te groter zal zijn toewijding
daaraan zijn.
1.3 Toepassing van motiverende gespreksvoering
In Nederland gebruiken hulpverleners in onder meer de psychiatrie, de verslavingszorg, de
reclassering en de justitiële jeugdinrichtingen motiverende gespreksvoering. Bij justitiële inrichtingen
en reclassering vergt enige aanpassing -> duidelijk grenzen bewaken en heldere regels stellen
wanneer een jongere die ter discussie stelt of overtreedt. Aan de andere kant moeten zij conform de
,principes van motiverende gespreksvoering in staat zijn om de rol van accepterende meedenker en
coach op zich te nemen.
Een aanpassing t.o.v. de verslavingszorg is dat de gesprekken met jongeren meet sturend en sterker
gestructureerd zijn dan bij volwassenen. Omdat jongeren meer moeite hebben realistische
doelstelling te formuleren moet de hulpverlener hierin meer ondersteunt worden.
2. Theoretische onderbouwing
De oorsprong van de motiverende gespreksvoering is gebaseerd op onderzoek en theorievorming
over veranderingsprocessen bij mensen van twee Amerikaanse onderzoekers, Prochasksa en
Diclemente. Inmiddels is ervanuit diverse hoeken kritiek op dit model gekomen en een alternatieve
theorie ontwikkeld.
2.1 Bereidheid tot veranderen
Dat iemand gemengde gevoelens heeft over het veranderen van zijn gedrag is eerder regel dan
uitzondering. Bij de bereidheid om te veranderen gaat het erom dat een persoon het belang van de
verandering inziet. Daarnaast moet hij er ook van overtuigd zijn dat hij de capaciteiten heeft om de
verandering te realiseren. Gereedheid om te veranderen houdt in dat het veranderen voor de
persoon in kwestie ook prioriteit heeft.
De kans dat een persoon verandert, wordt vergroot door interpersoonlijke interactie. Het is
belangrijk dat de hulpverlener begrip toont voor de ambivalente houding van een cliënt en laat
merken dat hij ervan overtuigd is dat de cliënt in staat is om te veranderen.
2.2 Stadia in het veranderingsproces
Stadie van Prochaska en Diclemente
1. Voorbeschouwing: de cliënt heeft (nog) geen intentie om te veranderen. Vaak is de potentiële
cliënt zich niet bewust van een probleem of ontkent hij dat hij een probleem heeft. In veel gevallen
ervaart de omgeving van de cliënt het probleem wel. Pogingen van een hulpverlener om een cliënt
bewust te laten worden van het probleem en een verandering in gang te zetten stuiten op
weerstand.
2. Overpeinzing: de cliënt is zich bewust van het probleem en overweegt wat het kan opleveren als
hij zijn gedrag verandert. De motivatie om iets te gaan doen is aanwezig, maar hij onderneemt nog
geen actie.
3. Besluitvorming: de cliënt neemt pas een besluit op het moment dat hij zich bewust is van het
probleem, dit ook als probleem erkent en voldoende vertrouwen heeft in zijn mogelijkheden om te
veranderen. In dit stadium maakt de cliënte en plan waarmee hij zijn gedrag kan veranderen.
4. Actie: de cliënt onderneemt actie om zijn gedrag te veranderen. De eigenlijke behandeling gericht
op verandering vindt in dit stadium plaats
5. Onderhoud: In dit stadium probeert de cliënt om het nieuwe gedrag in zijn dagelijks leven te
integreren. Alleen op die manier is hij in staat om de bereikte verandering vast te houden en niet
terug te vallen.
6. Terugval: meestal is een cliënt niet in staat om het bereikte resultaat volledig te handhaven en
krijgt hij een terugval. Een cliënt hoeft niet elke keer als hij terugvalt helemaal opnieuw te beginnen.
Een cliënt leert van zijn eerdere pogingen tot gedragsverandering en maakt hiervan gebruik bij een
hernieuwde poging.
− Menen dat de personen elke stadia achtereenvolgend doorlopen en dat zij, voordat zij hun
nieuwe gedrag weten te handhaven gewoonlijk een of meerde keren terugvallen in eerder
stadium.
− Sprake van losse fasen: iemand bevindt zich altijd in één specifieke fase.
− Elk stadium wordt ordelijk doorlopen
,2.3 Kritiek op de motivatiestadia
− De validiteit van het model ligt onder vuur. Enerzijds is er bewijs dat motiverende
gespreksvoering de motivatie en bereidheid om te veranderen versterkt. Anderzijds wordt
dit verschil niet gevonden wanneer motiverende gespreksvoering vergeleken wordt met een
andere actieve behandelmethode.
− Bovendien blijkt uit een review van onderzoeken naar de motivatiestadia dat de
motivatiestadia elkaar overlappen en dat de stadia niet zo duidelijk lineair opeenvolgen als
Prochaska en Diclimente menen.
− Verder heeft de motivatie van mensen kenmerken van meerdere stadia -> dat een persoon
zich binnen één motivatiestadium bevindt wordt hiermee onderuitgehaald. Ook laat geen
enkel onderzoek zien dat mensen alle motivatiestadia doorlopen voordat zij daadwerkelijk
veranderen -> Soms een plotse verandering als resultaat van een levensgebeurtenis of druk
van buitenaf.
− Model houdt geen rekening met de gevoelens/emoties die een persoon heeft bij het
probleem, de oplossing of het veranderingsproces. Gevoelens als angst en depressie maken
het waarschijnlijk dat een persoon minder bereid is om te veranderen.
Littel en Girvin concluderen dat het model van motivatiestadia weliswaar antrekkelijk lijkt maar dat
empirische onderbouwing voor de opeenvolgende fasen van motivatie ontbreekt.
2.4 Zelfdeterminatie
Een andere theorie ter verklaring van de werkzaamheid van motiverende gespreksvoering. Gaat over
de manier waarop persoonlijkheidsontwikkeling en gedragsverandering geïnitieerd wordt door de
motivatie van de persoon zelf. Het uitgangspunt van zelfdeterminatie is dat mensen een aangeboren
neiging hebben om te groeien en om verschillende aspecten van zichzelf te integreren tot een
samenhangend geheel. Daarbij proberen zij innerlijke psychische conflicten op te lossen die ontstaan
door tegenstrijdigheden tussen hun gedrag, wil gedachten en gevoelens.
Volgens de zelfdeterminatietheorie kan elk gedrag geplaatst worden op een continuüm dat begint bij
volledige afhankelijkheid of externe regulatie en eindigt bij autonomie of echte zelfregulatie. De
, mate waarin een persoon autonoom is heeft diverse consequenties o.a. voor de mate van
inspanning, doorzettingsvermogen, kwaliteit van de poging en kwaliteit van de subjectieve ervaring.
Het continuüm van autonomie is als volgt:
- Externe regulatie: Het gedrag wordt gecontroleerd door straf en beloning waarover anderen
de controle hebben. Personen doen uit zichzelf nauwelijks een poging om te veranderen of
alleen halfslachtige pogingen.
- Deels geïnternaliseerde regulatie: een persoon wordt niet gemotiveerd door externe
controle, maar door geïnternaliseerde, aan zelfwaardering gerelateerde vormen van
beloning. De motivatie is ambivalent en onstabiel, maar de kans op handhaving van het
nieuwe gedrag is groter dan bij personen met externe regulatie.
- Identificatie: een persoon accepteert bewust dat specifieke gedragingen belangrijk zijn om
door hem persoonlijk gewaardeerde uitkomsten te bereiken. Deze persoonlijke waarden
voorzien in een sterke beloning waarmee moeilijkheden om het gedrag vast te houden
kunnen worden overwonnen.
- Geïntegreerde regulatie: een persoon heeft het gedrag in samenhang gebracht met zijn
andere waarden en overtuigingen.
Hoe autonomer iemands motivatie om te veranderen, des te groter is zijn deelname aan de
behandeling en des te groter is de kans dat de cliënt op lange termijn de gedragsverandering weet te
handhaven.
Iemand kan vanuit zichzelf motivatie ontwikkelen en tot een geïntegreerde persoonlijkheid komen
wanneer hij drie fundamentele psychologische behoeften heeft:
- Competentie: vertrouwen in eigen vaardigheid en de capaciteit om uitkomsten te
beïnvloeden.
- Autonomie: het idee dat een persoon zelf richting kan geven aan het eigen handelen i.p.v.
zich gecontroleerd of gedwongen tot handelen te voelen.
- Verbondenheid: de relaties van een persoon geven voldoening en zijn voldoende
ondersteunend.
De stijl van motiverende gespreksvoering en de specifieke strategieën ondersteunen de behoefte aan
competentie, autonomie en verbondenheid van cliënten.
- Hulpverlener ondersteunt de behoefte aan competentie door cliënten te helpen realistische
verwachtingen te hebben en geschikte zelfgeselecteerde doelen te stellen en positieve niet
veroordelende feedback te geven.
- De autonomie ondersteunt hij door confrontatie en dwang te vermijden,
gedragsmogelijkheden te onderzoeken en door cliënten aan te moedigen zelf te kiezen hoe
zij willen veranderen.
- Verbondenheid: Empathie tonen en kritiek en beschuldigingen vermijden.
2.5 Conclusies voor de onderbouwing van motiverende gespreksvoering
In de eerste plaats is motiverende gespreksvoering gebaseerd op het model van veranderingsstadia
van Prochaska en Diclemente. Onderzoek laat zien dat niet alle veronderstellingen van Prochaska en
DiClemente kloppen. Andere theorieën om het effect van motiverende gespreksvoering te
verklaren: zelfdeterminatietheorie: om te veranderen heeft een persoon een gevoel van
competentie, autonomie en verbondenheid nodig. Motiverende gespreksvoering beantwoordt aan
deze behoefte, waardoor mensen in staan zijn om in beweging te komen en verandering in hun leven
teweeg kunnen brengen.
3. Verschillen tussen motiverende gespreksvoering en oplossingsgerichte therapie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper judithwx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.