Milieusociologie
1 H1: Inleiding – Duurzaamheidstransities
1.1 Milieusociologie
Formele doelstelling = kennis van en inzicht in de sociale theorievorming, het actuele
wetenschappelijk onderzoek, en de maatschappelijk debatten over duurzaamheidstransities.
Duurzaamheidstransities?
Grote uitdagingen van deze en de komende tijd: klimaatverandering, eindigheid fossiele
brandstofvoorraden (vb. piekolie, onstabiele energieprijzen), bevolkingsgroei, het verdwijnen van
sociaal kapitaal (samen-leven), economische crisis(sen), etc.
1.2 Duurzaamheid: transities en samenleven
Met andere woorden: “Er hangt iets in de lucht, en het is meer dan CO2”
=> Structurele, systemische verandering
Hoe kunnen we veranderingsprocessen rond grote uitdagingen beter begrijpen? (verstehen)
Hoe kunnen we veranderingen in een meer duurzame richting teweeg brengen? (managen, sturen,
beïnvloeden)
Sociologisch: transitiestudies vanuit sociale, co-productieve eerder dan louter technische hoek
Interdisciplinair
=> Sociologie, (sociale) psychologie, science & technology studies, risicostudies, urban studies,
milieustudies, etc.
1.3 Duurzame ontwikkeling
1.3.1 De verlichting
Duurzame ontwikkeling -> verweven met idee van vooruitgang (the great idea of progress) -> de
verlichting
Vooruitgang en vrijheid d.m.v. de rede (evoluties op vlak van wetenschap en technologie)
Tweede helft 18de en 19de eeuw: popularisering van de wetenschappelijke revolutie
Echte kennis (true knowledge) kan enkel gebaseerd worden op feitelijkheden en de
wetenschappelijke methode (einde van traditie/religie)
,Comte’s wet van de drie stadia: theologisch, metafysisch, het positieve stadium (bovennatuurlijke
krachten, abstracte begrippen, relaties tussen verschijnselen)
1.3.2 De industriële revolutie
De industriële revolutie: de idee van menselijke vooruitgang werd fel gekoppeld aan economische
groei
“…industrialisatie zette de mens aan om te denken dat het normaal is om de natuur te domineren en om het
radicaal te transformeren in consumptiegoederen, (…) en dat enkel die dingen, geproduceerd door de industrie, en
geplaats op de markt voor verkoop, een waarde hebben.” (Du Pisani 2006: 84, eigen vertaling)
Bv. Henri Ford, Model T en Taylorism (Ford Motor Company 1913, The assembly line/mass
production)
-> Taylorism (productie verhogen door differentiatie en specialisatie, efficiëntie staat centraal)
Samengevat
=> Tijdens de verlichting alsook tijdens het begin van de industriële revolutie was er een zeker
optimisme, vooruitgang bleek eindeloos te zijn, dankzij wetenschap en technologie scheen zowel de
economische als de morele perfectie van de mensheid mogelijk te worden. (kort door de bocht)
1.3.3 The hangover
“Industrial capitalism was not an unqualified blessing to all” (Du Pisani 2006: 85)
De voordelen van het kapitalistisch systeem gingen voornamelijk naar een elite en de rijke landen
Bewustwording over de uitputting van natuurlijke hulpbronnen (besef impact/gevaar)
Bv. hout
“Fears that such a shortage would threaten the basis of people’s existence stimulated a new way of thinking in
favour of the responsible use of natural resources in the interest of the present and future generations, very
similar to the thinking behind sustainable development today” (Van Zon 2002, in: Du Pisani 2006)
Bv. steenkool: Stanley Jevons, The Coal Question (1866)
Bv. bevolkingsgroei: Thomas Malthus, Essay on the Principle of Population (1798)
Samengevat
=> Er zijn verschillende voorbeelden van werken uit de 18de en de 19de eeuw, gaande van
bevolkingsgroei tot het gebruik van hout en steenkool, die het belang van duurzaamheid op de
voorgrond plaatsen.
,1.3.4 In de 20e eeuw
In de 20ste eeuw zien we een afwisseling, een soort van slinger, tussen pessimistische en
optimistische vooruitzichten wat betreft de ontwikkeling van de mensheid
Begin: + / WOI / jaren 30: The great depression / WOII / jaren 50-60: economische bloei / jaren 60-
70: tegenculturen, mei 68, opkomst milieubeweging, ontstaan ngo’s, oliecrisis 73, wereldwijde
recessie (74-76), etc. -> slinger hangt samen met deze gebeurtenissen
“Reflection upon the causes of the recession led to an awareness of the limits to economic growth.” (Du Pisani 2006: 90)
Beleidsdocumenten
1. Club van Rome, Limits to Growth (1972): de ‘big bang’ van het duurzaamheidsdiscours
In verschillende scenario’s toonde men aan hoe de huidige bevolkingsgroei, de mate van
grondstoffenverbruik en voedselproductie, en een dergelijke mate van industrialisatie en
vervuiling op een eindige planeet gewoonweg onmogelijk is, en dat onze planeet haar
limieten zal bereiken binnen de komende 100 jaar.
-> Denktank, opgericht dr wetenschappers uit MIT. Limits to Growth, limieten v planeet zullen
bereikt worden over 100 jr.
2. Het Brundtland-rapport (1987)
-> Our Common Future, Noorse minister, voorzitster wereldcommissie, nieuwe UN commissie
die zich buigt over milieu- en ontwikkelingsproblematieken. Veel aandacht vr sociopolitieke
en verdelingskwesties. Resultaat= combinatie v radicale (armoede en ecol duurzaamheid
tegelijkertijd aanpakken) en reformistische (oplossing v milieuproblematiek is meer
ontwikkeling, maar wel duurzame ontwikkeling) elementen.
Definitie duurzame ontwikkeling = “een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de
huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te
voorzien in gevaar te brengen”
“Het rapport drukte het geloof uit dat sociale gelijkheid, economische groei, en milieubehoud tegelijkertijd
mogelijk zijn, waarbij de nadruk werd gelegd op de drie fundamentele pijlers van duurzame ontwikkeling: milieu,
economie, en samenleving(…)” (Du Pisani 2006: 92, eigen vertaling)
+ Het armoedevraagstuk (rechtvaardigheid) en ecologische duurzaamheid moeten samen worden
aangepakt.
, - Kritieken
Vanuit conservatieve hoek:
o Beleid inzake duurzame ontwikkeling is eigenlijk overbodig
o Modernization theory vs. dependency theory
-> Modernization: ontwikkelingslanden moeten model ontwikkelde landen toepassen
en markten openstellen + privatiseren.
-> Dependency: sterke positie van ontwikkelde landen is gevolg van uitbuitingsrelatie
met ontwikkelingslanden, landen die in periferie opereren leveren goedkoop aan
kernlanden en die exporteren duur aan periferie.
Vanuit progressieve hoek: het Brundtland-rapport ging niet ver genoeg
o Nadruk op intergenerationele solidariteit; te weinig op intragenerationele solidariteit
“een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen
van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”
o Er werden weinig concrete doelstellingen geformuleerd waardoor de algemene
definitie (zie hoger) voor verschillende interpretaties vatbaar werd. Mede als
gevolg…
….“De gebreken in het Brundtland-rapport werden (…) maximaal uitgebuit door de groepen en
organisaties die een andere (lees: commerciële) opvatting hadden over de betekenis van duurzame
ontwikkeling.” (Jones & Jacobs 2007: 149).
Duurzaamheid wordt een buzzword
Figuur 1: Aantal keer dat het woord ‘sustainable’ of ‘sustainability’ wordt gebruikt in de titels van artikels gepubliceerd in
sociologische tijdschriften, 1979-2009 (absoluut en relatief tot het totaal aantal artikels gepubliceerd in sociologische
tijdschriften