Samenvatting Diagnostiek bij kinderen, jeugdigen & gezinnen. Deel 1: een theoretisch kader
179 keer bekeken 4 keer verkocht
Vak
Diagnostiek en behandeling A (PABA5213)
Instelling
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Boek
Diagnostiek bij kinderen, jongeren en gezinnen 1 een theoretisc h kader voor de praktijk
Samenvatting van het boek: diagnostiek bij kinderen, jongeren en gezinnen. Deel 1: een theoretisch kader. De hoofdstukken 1, 2, 3, 4 en 6 zijn opgenomen in de samenvatting. Dit is studiestof voor het vak: diagnostiek en behandeling A op de rijksuniversiteit in Groningen voor het 2e jaar van de stud...
Diagnostiek bij kinderen, jongeren en gezinnen.
volledige samenvatting Diagnostiek en interventies in de orthopedagogische hulpverlening: grondslagen (P0W96a)
Samenvatting Diagnostiek bij kinderen, jongeren & gezinnen
Alles voor dit studieboek (9)
Geschreven voor
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Pedagogische wetenschappen
Diagnostiek en behandeling A (PABA5213)
Alle documenten voor dit vak (8)
Verkoper
Volgen
lisetvanderhoek
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Diagnostiek bij
kinderen, jongeren &
gezinnen
Een theoretisch kader voor de praktijk
(H1, H2, H3, H4 & H6)
, Hoofdstuk 1. De empirische cyclus als formeel model van
diagnostisch handelen
1.1 Een inleiding
Een goede hulpverlening vereist kwaliteitsvolle diagnostiek omdat elke hulpverlener
het risico loopt om de vragen en de problemen van cliënten te veel te benaderen
vanuit zijn of haar eigen referentiekader.
1.2 De empirische cyclus als basis van formele modellen van diagnostisch handelen
Volgens de logica van de empirisch cyclus dient het diagnostisch
proces opgevat te worden als een wetenschappelijk onderzoek.
Een onderzoeker wordt geconfronteerd met een
onduidelijkheid in een theorie, formuleert hierover een
hypothese, toetst de hypothese, en besluit dan of de
getoetste hypothese weerhouden of verworpen dient te
worden.
In dezelfde lijn legt de empirische cyclus (De Groot) de
diagnostische cyclus de volgende stappen op
Observatie: de empirische cyclus vereist dat de diagnosticus eerst
informatie verzameld over de probleemsituatie en de sterktes van
de cliënt/cliëntsysteem. Het kunnen verzamelen van deze informatie
vergt goede gespreks- en observatievaardigheden.
Inductie: bij het formuleren van hypothesen is het essentieel om
een goede theoretische bagage te hebben over de factoren en de mechanismen die
het menselijk gedrag en de menselijke interacties bepalen.
Deductie: zodra de hypothesen geschetst zijn, dient de diagnosticus deze
hypothesen te toetsen. Hiervoor zijn twee zaken essentieel:
1. Het gebruiken van een adequate strategie om die hypothesen te toetsen
Dit betreft de keuze van de instrumenten en informaten
2. Het gebruiken van toetsingscriteria
Er wordt gepleit om verschillende instrumenten te gebruiken (= multimethode
onderzoek). Hiermee is het mogelijk om te kijken naar convergentie (en divergentie)
tussen resultaten van verschillende instrumenten.
Toetsing: ook hier spelen de gespreks- en observatievaardigheden een belangrijke
rol. De validiteit en betrouwbaarheid van een instrument zijn afhankelijk van de
manier waarop de instrumenten worden afgenomen.
Evaluatie: nadat alle informatie verzameld is, kan de diagnosticus per hypothese
kijken of de informatie de hypothese bevestigt of weerlegt.
,1.3 Verschillen en gelijkenissen tussen verschillende bestaande formele modellen
van diagnostisch handelen
Het model van de diagnostische cyclus (De Bruyn) en de handelingsgerichte
diagnostiek (Pameijer) zijn met de empirische cyclus (De Groot) vergeleken.
Ondanks de kleine verschillen tussen de drie modellen is er een overeenkomend
fundament. Ze volgen dezelfde logica die uitgewerkt is binnen de empirische cyclus.
Empirische cyclus Diagnostische Handelingsgericht
cyclus e diagnostiek
Principe Logisch- Inhoudelijke ordening Procesmodel
methodologisch van diagnostische
redeneren vraagstellingen
Onderdele Observatie Klachtenanalyse Intakefase
n In kaart brengen van In kaart brengen van In kaart brengen van
achtergrond achtergrondinformatie achtergrond
informatie informatie
Inductie Probleemanalyse Strategiefase
Formuleren van Formuleren van Formuleren van
hypothesen hypothesen hypothesen en
Deductie Verklaringsanalyse omzetten van
Omzetten van Omzetten van hypothesen in
hypothesen in hypothesen in toetsbare
toetsbare toetsbare onderzoeksvragen
onderzoeksvragen onderzoeksvragen
Toetsing en Toetsen en evalueren Onderzoeksfase
evaluatie van toetsbare Toetsen en
Toetsen en veronderstellingen. evalueren van
evalueren van Opstellen van toetsbare
toetsbare integratief beeld veronderstellingen
veronderstellingen Indiceringsfase
Opstellen van
integratief beeld
Indicatiefase Beantwoorden van
Beantwoorden van indicerende
indicerende vraagstellingen
vraagstellingen
Advies Adviesfase
In het model van de diagnostische cyclus (De Bruyn) wordt er een onderscheid
gemaakt tussen verschillende soorten hypothesen:
Onderkenningshypothesen = gericht op het antwoorden van de vraag ‘Wat
is er aan de hand?’.
Verklaringshypothesen = gericht op het antwoorden van de vraag ‘Waarom
is dit aan de hand?’.
Indicatiestellingshypothesen = gericht op het antwoorden van de vraag
‘Welke interventie is er nodig?’.
, Hoofdstuk 2. Het universele noden model; een theoretisch model als
inhoudelijke leidraad tijdens het formuleren van diagnostische hypothesen
2.1 De noodzaak van een theoretisch model als leidraad tijdens het formuleren
van hypothesen
Elk goed diagnostisch onderzoek vertrekt vanuit een aantal premissen over het
gedrag van kinderen, jongeren, ouders en gezinnen. Deze premissen zijn nodig om
orde in de chaos van het gedrag van cliënten te kunnen aanbrengen. Zonder deze
premissen beoordelen we dit gedrag enkel vanuit onze eigen referentiekaders die
soms onvoldoende universeel toepasbaar zijn.
De hulpverlener dient hypothesen te formuleren en te toetsen om te begrijpen
waarom een bepaald gedrag gesteld wordt. O.b.v. deze inzichten kan de
hulpverlener beslissen of er actie moet ondernomen worden of niet. Het stellen van
deze hypothesen is echter enkel mogelijk als de hulpverlener een model hanteert ter
verklaring van menselijk gedrag dat zijn eigen referentiekader overstijgt. Anders kan
de hulpverlener enkel hypothesen formuleren die relevant zijn voor het eigen gedrag.
2.2 Analyse van de diagnostische vraag
Vooraleer een hulpverlener kan starten met een diagnostisch onderzoek dient steeds
een analyse van de diagnostische vraag uitgevoerd te worden.
Algemeen moet er nagevraagd worden wie het onderzoek/hulpverlening
wenst en omwille van welke reden.
Verder moet ook de hulpverleningsvoorgeschiedenis in kaart worden gebracht. Heel
belangrijk is het om te vragen wat de kinderen/jongeren, ouders, gezinnen en
hulpverleners al geprobeerd hebben om de problemen te verminderen/op te lossen.
Als alle randvoorwaarden om aan een diagnostisch onderzoek te beginnen vervuld
zijn, kan de diagnosticus samen met de cliënt in een intakefase beginnen met het
verhelderen van de verschillende diagnostische vragen die er bestaan.
2.3 Het universele nodenmodel
In dit model worden verschillende factoren die een rol spelen in de ontwikkeling van
mensen besproken. Echter, de werkelijkheid is natuurlijk en complex en moeilijk op
te splitsen in deze factoren.
2.3.1 Een universele noden model?
Het model wordt onderbouwd vanuit een breder psychologisch model: de
zelfdeterminatie theorie (ZDT). Deze theorie beschrijft drie aangeboren, voor alle
mensen geldende psychologische noden die beschouwd worden als essentieel om
menselijke motivatie en gedrag te begrijpen:
1. De fundamentele nood om zich verbonden te voelen: het verlangen
hebben om sociale relaties op te bouwen met anderen, zich geliefd en
verzorgd te voelen en om zelf liefde en zorg te geven aan anderen.
Alle kinderen/jeugdigen willen een goede relatie met ouders,
broers/zussen, leeftijdsgenoten, leerkrachten etc.
Alle ouders willen een goede relatie met hun kinderen, maar ook met
hulpverleners en werkgevers.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisetvanderhoek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.