Gerontologie – klinisch rederneren bij ouderen
Hoofdstuk 1 – inleiding
Huber: gezondheidszorg = de vaardigheid om je te kunnen aanpassen en zelfmanagement te kunnen
uitvoeren in het kader van geconfronteerd worden met sociale, fysieke en emotionele uitdagingen
functioneren, veerkracht en zelfregie staan centraal
Indien de vervulling van existentiële behoeften, zoals eten, drinken, warm blijven en contact
hebben, bedreigd wordt ontstaat existentiële angst leidt tot stress (acuut of chronisch) en
uiteindelijk volgt de dood als niemand voor de vervulling van deze behoeften zorgdraagt
- In eerste en laatste levensfase staat zelfstandigheid onder druk
Multifunctieproblematiek = op het moment dat het zelfstandig overleven bedreigd wordt
Existentiële behoeften liggen op diverse levensdomeinen: somatiek, cognitie, persoonlijkheid,
beleving, sociaal functioneren en levensgeschiedenis
Preventietijdvensters:
A jongeren tussen 16-25 jaar van wie de ouders behoren tot de groep met een lage SES
(sociaaleconomische status) hebben een verhoogde kans om op volwassen leeftijd kenmerken van
een metabool syndroom (obesitas, DM, cardiovasculaire aandoeningen) te ontwikkelen
B 25-60 jaar, van belang voor de preventie van functiebehoud op oudere leeftijd
C ouderen in de relatief vroege ouderdomsfase (60-70 jaar) tijdig identificeren van zelfstandig
functionerende ouderen met een verhoogd risico op relevant functieverlies dat leidt tot feitelijk
langdurig zorggebruik
D ziekenhuisopname van 70-plussers
E voorkomen van een toename van reeds aanwezig functieverlies bij ouderen de in de relatief late
ouderdomsfase
Laisser faire = als we als burgers ons nauwelijks met elkaar bemoeien
Filosofie als toetsing van het leven:
Epimeleia = ‘zorg’ je bekommeren om de zorg voor jezelf en voor hoe de ander voor zichzelf zorgt
Alêthês bios = een ‘waar’, juist en passend levend leiden
Epimeleia is gericht op alêthês bios van het individu.
Het gaat om het helpen van een individu om erachter te komen wat het inhoudt om voor jezelf én
voor de zelfzorg van de ander te zorgen, met als doel een goed leven te leiden.
Lineair model:
- Dominomodel logische opeenvolging van met elkaar samenhangende ziekten en
(neven)effecten van behandeling
- Synergistische model lineaire optelsom van niet aan elkaar gerelateerde ziekten en de
(neven)effecten van behandeling cascade breakdown
Integratief gerodynamisch model (IGD-model):
- Niet primaire georiënteerd op co-/mulitmorbiditeit, maar op een ontwikkelingsperspectief
vanaf de geboorte
- Het levenslange verouderingsproces van conceptie tot overlijden
Manifest = meest opvallen
,Latent = minder opvallen
Vlindermodel van groei en verval = het voortdurende parallelle proces van het ontwikkelingsaspect
en het ouder worden
- Geeft een theoretische basis aan een IGD-model op grond waarvan het vereiste is altijd
tegelijkertijd naar zowel de bepalende factor ‘ontwikkeling’ als de bepalende factor ‘ouder
worden’ te kijken
- Maakt duidelijk dat er aandacht moet worden geschonken aan het biologische, het
psychische en het sociale levensdomein, zowel afzonderlijk als in hun onderlinge
wisselwerking
Capability-model:
- Capabilities vormen de set aan daadwerkelijk realiseerbare mogelijkheden die mensen
hebben om vorm te geven aan functionings
- Functionings beings and doings people have reason to value
- Het gaat erom dat mensen de mogelijkheden hebben – en in staat worden gesteld – in hun
leven te zijn wie ze willen zijn en de dingen te doen die waarde toevoegen voor hunzelf en
hun omgeving
Hoofdstuk 2 – verpleegkundige theorieën bij kwetsbare ouderen
Verpleegkundige theorieën: kunnen gebruikt worden om keuzes te onderbouwen en prioriteiten te
stellen
- Doen uitspraak over 4 centrale concepten: omgeving, cliënt, verplegen en gezondheid
Grand theories: verkennen en kaderen het hele domein van verplegen vanuit een bepaald concept
Middle-range theories: nemen een verzameling verschijnselen binnen de verpleging onder de loep
Micro-level interventions: beschrijven de effectiviteit van één of een aantal verpleegkundige
interventies
Grand theories gebaseerd op de concepten omgeving, cliënt, verplegen en gezondheid:
- Nightingale (1859) omgeving
- Orem (1971) en Roy (1970) cliënt
- King (1971) interactie cliënt en verpleging
- Rogers (1970) interactie cliënt en omgeving
- Neuman (1984) interactie cliënt, omgeving en verpleging
Nightingale (1859): kan beschouwd worden als de grondlegger van het verpleegkundig klinisch
redeneren, omdat ze bewust de omgevingsfactoren observeerde en systematisch noteerde en
daaruit conclusies trok
- Begin van verpleegkundig diagnosticeren
Zelfzorgtheorie van Orem (1971):
- De vpk heeft tot taak aan te vullen daar waar de ander beperkingen ondervindt in zijn
vermogen om voor zichzelf te zorgen of om te zorgen voor van hem afhankelijke personen
- Zelfzorg en zelfzorgtekorten zijn de centrale concepten niet de medische diagnose of
behandeling bepaalt de verpleegkundige diagnose, maar het (dreigende) zelfzorgtekort dat
wordt ervaren door de cliënt
- Zelfzorgvermogen kan worden gemeten met ASA-schaal ernst van zelfzorgtekort kan
worden aangegeven
- Is ontwikkeld om te beschrijven welke verpleegkundige zorg noodzakelijk is
- Geschikt alternatief voor medisch-diagnostisch model
, - Werd door de vpk beroepsgroep in diens streven naar verdere professionalisering en
patiëntenemancipatie verspreid
- Zelfredzaamheid en zelfmanagement
- Zelfmanagement = het gedrag van een patiënt dat door de wijze van omgaan met de
gezondheidsproblemen actief bijdraagt aan een zo goed mogelijk behoud van gezondheid,
zelfstandigheid en welbevinden
- Zelfmanagement voor vpk = dat hij de patiënt doelgericht empowert om voor zichzelf te
(leren) zorgen
- Betekenis van concept ligt vooral in de afbakening van het vpk domein en de legitimering van
het vpk handelen
Adaptietheorie van Roy (1970):
- Kernbegrip: adaptatie of aanpassing
- Rol vpk: bevorderen van deze adaptatie
- Vooral populair in psychiatrie, maar is breed toepasbaar en zeer geschikt om functiebehoud
bij kwetsbare ouderen te bevorderen vanuit hun eigen levensloopperspectief
- Sluit goed aan bij het gerodynamische model
Systeemtheorie van King (1971):
- Conclusie King: de essentiële kenmerken van de verpleging blijven altijd aanwezig, ondanks
sociale veranderingen
o Essentiële kenmerken: sociale systeem, interpersoonlijke systeem en persoonlijke
systeem
Allemaal van invloed op de gezondheid en worden beschouwd als open
systemen in een dynamisch interacterend kader
- Sluit aan bij het gerodynamische model, waarin de cliënt als onderdeel van een complex,
interacterend systeem wordt beschouwd
- Nadeel theorie: gaat vooral in op de communicatie tussen de patiënt en de vpk, maar
nauwelijks op concentratie vpk handelingen
Holisme van Rogers (1970):
- Bij een cliënt kan geen onderscheid worden gemaakt tussen somatische, psychologische en
sociale gedragskenmerken moet in zijn totaliteit worden bezien: holistisch
- De mens is een unitair energieveld, dat in voortdurende interactie staat met energievelden in
zijn omgeving
- Gedrag van de patiënt komt altijd voort uit de interactie tussen de persoon en diens
omgeving
- Vpk moet zich richten op de verstoorde harmonie tussen de energievelden van de patiënt en
zijn omgeving
- Lastig toe te passen in de praktijk vaststellen van iemands energieveld is slecht te
objectiveren
- Meerwaarde ligt vooral in de poging het holistische concept te operationaliseren naar de
praktijk
- Kernbegrippen: welbevinden, energie, in balans zijn
Neuman Systems Model (NSM) (1984):
- Gebaseerd op de algemene systeemtheorie
- Veel nadruk op relatie tussen cliënt en omgeving
- Theorie gebaseerd op drie middle-range-theorieën
o Systeemtheorie
o Stress- en coping theorie
, o Preventietheorie
Systeemtheorie:
- Open cliëntsysteem, waarbij cliënt in voortdurende interactie is met zijn omgeving
o Tussen individu en omgeving sprake van energie-uitwisseling
o Door uitwisseling van energie en informatie krijgt het systeem continu feedback,
waarmee het zich kan aanpassen
- Cliënt is gezond als sprake is van voldoende energie-uitwisseling en ongezond wanneer meer
energie nodig is dan er beschikbaar is
- Verschil Neuman en King Neuman verbindt een conclusie aan de inspanningen die een
cliënt en/of vpk verricht, terwijl King de verschillende systemen alleen beschrijft
Stress- en coping theorie:
- Gebaseerd op de interactionele benadering van stresscoping
- Hoeveelheid stress die een individu ervaart, kan hierbij niet objectief worden vastgesteld,
maar is altijd een resultaat van de wijze waarop het individu de stress taxeert (inschat)
wordt beïnvloed door persoonsgebonden en situatie gebonden factoren
- Voor vpk van belang om bij het vaststellen van een vpk diagnose eerst de taxatie van cliënt te
onderzoeken
- Persoonsgebonden en situatiegebonden factoren in kaart brengen om de hulp zo veel
mogelijk te laten aansluiten bij de werkelijke behoeften en coping mechanismen van de
cliënt
Preventietheorie:
- Primaire preventie: cliënten moeten kunnen beschikken over voldoende ‘reserves’ en
‘energie’, gerelateerd aan hun levens- en ontwikkelingsfase
o Ouderen: goede voorlichting nodig over risicogedrag en kwetsbaarheid en gevolgen
daarvan voor lichamelijk, psychosociaal en sociaal-cultureel functioneren
o Rol vpk: informatieverstrekking en ondersteuning bij gedragsverandering
- Secundaire preventie: vpk handelen bestaat vooral uit tijdig opsporen van nieuwe
ziektegevallen en het zo kort mogelijk houden van de duur van de gevolgen door het effectief
behandelen van de ziekte
o Ouderen: screening of risicosignalering (evt geriatrisch assessment)
- Tertiaire preventie: beperken van disfunctioneren als gevolg van een doorgemaakte ziekte
o Belangrijk om goed de grens te bewaken tussen de functionele zelfstandigheid van
de cliënt en het tekort aan zelfzorg waarbij de vpk de zorg ondersteunt en
overneemt
Neumans theorie:
- Holistische theorie
- Kernbegrippen: systeemdenken, adaptatie, coping, holisme, preventie, stress
- Zeer geschikt bij proces van klinisch redeneren, omdat ze de vpk laat focussen op het
individu, de familie en het patiëntsysteem, maar hem ook op een methodische wijze stuurt
bij het proces van patiëntgebonden gegevensverzameling
- Past goed bij het denken vanuit het gerodynamische model
- Interventies vooral gericht op de preventie van stressoren, terwijl het gerodynamische model
gericht is op de preventie van functieverlies door het leven heen
Middle-range-theorieën modellen en classificaties
Diagnose gestuurde zorg Behoefte gestuurde zorg
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukbosma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.