Language and the Brain:
module 1
Benaderingen in de studie van
taal en brein
Inhoudstafel
Basisbegrippen in de studie van taal, cognitie en het brein....................................................................3
Cognitie..............................................................................................................................................3
Psycholinguïstiek: de studie van taalprocessen via experimenten..........................................................4
Vraag 1: Wat heb je nodig voor een psycholinguïstisch onderzoek?...................................................4
Vraag 2: Wat wil “task-impurity” zeggen, waarom is het een probleem voor cognitieve
onderzoekers, en hoe kan het worden opgelost?...............................................................................5
Vraag 3: Wat zijn de voor -en nadelen van de psycholinguïstiek?.......................................................5
Voordelen.......................................................................................................................................5
Nadelen..........................................................................................................................................5
Neurolinguïstiek: de studie van taalprocessen bij patiënten..................................................................6
Vraag 1: Wat bestudeert de neurolinguïstiek?....................................................................................6
Vraag 2: Wat zijn de 5 theoretische uitgangspunten van de neurolinguïstiek?...................................6
Modulariteit....................................................................................................................................6
Anatomische modulariteit..............................................................................................................6
Universaliteit...................................................................................................................................6
Subtractiviteit.................................................................................................................................7
Transparantie..................................................................................................................................7
Vraag 3: Naar welke drie belangrijke fenomenen gaan neurolinguïsten op zoek in hun onderzoek,
en wat zijn de belangrijkste nadelen van deze onderzoeksmethoden?..............................................7
Vraag 4: Welke twee soorten studiedesigns kom je tegen binnen het vakgebied van de
neurolinguïstiek, en wat zijn de voor -en nadelen ervan?..................................................................8
Voordelen.......................................................................................................................................8
Nadelen..........................................................................................................................................8
Neurowetenschap van taal: de studie van taalprocessen in het brein....................................................9
Vraag 1: Hoe gaat men in de neurowetenschap tewerk?...................................................................9
Vraag 2: Op basis van welke twee belangrijkste parameters kunnen technieken voor de studie van
breinactiviteit worden opgedeeld?.....................................................................................................9
1
,Lucas Delmeiren
Naturally occuring lesions.............................................................................................................10
Single-unit recording.....................................................................................................................10
EEG...............................................................................................................................................10
PET................................................................................................................................................10
fMRI..............................................................................................................................................10
MEG..............................................................................................................................................11
TMS...............................................................................................................................................11
tDCS..............................................................................................................................................11
Vraag 3: Wat heeft deze benadering ons geleerd over taal en het brein?........................................11
Vraag 4: Waarom is het belangrijk om zicht te krijgen op de manier waarop het brein is
geconnecteerd (= connectoom)?......................................................................................................11
Vraag 5: Welke twee principes zijn van toepassing op de organisatie van complexe systemen en hoe
kan dit worden toegepast op het menselijke brein?.........................................................................12
Principe van kostenbeheersing.....................................................................................................12
Principe van efficiëntie..................................................................................................................12
Vraag 6: Wat zijn de voor- en nadelen van de neurowetenschap?...................................................12
Voordelen.....................................................................................................................................12
Nadelen........................................................................................................................................12
Vraag 7: Hoe ziet het brein eruit?.....................................................................................................13
Vraag 8: Welke verschillende manieren bestaan er om breindelen te beschrijven?.........................14
Computationele cognitieve wetenschap: maken van computermodellen om taalprocesen beter te
bergrijpen.............................................................................................................................................15
Vraag 1: Wat is het verschil tussen computationeel modelleren van cognitie en artificiële
intelligentie?.....................................................................................................................................15
Computationeel modelleren.........................................................................................................15
Artificiële intelligentie...................................................................................................................15
Vraag 2: Wat is het voornaamste verschil tussen connectionistische modellen en andere modellen
als het gaat om de manier waarop het model zaken kan leren? Wat zijn de limitaties?...................16
Verschillen....................................................................................................................................16
Limitaties......................................................................................................................................16
Vraag 3: Wat is het voornaamste verschil tussen production systems en connectionistische
modellen? Wat zijn de voor- en nadelen van deze benadering?......................................................17
Voordelen.....................................................................................................................................17
Nadelen........................................................................................................................................17
Vraag 4: Waarom is het nuttig om de vraag te stellen welke benadering de meest nuttige is en het
meeste informatie biedt over cognitieve processen?.......................................................................17
2
, Lucas Delmeiren
Basisbegrippen in de studie van taal, cognitie en
het brein
Cognitie
Taal als een complex systeem:
Verschillende vaardigheden:
o Luisteren
o Lezen
o Spreken
o Schrijven
Receptief: luisteren en lezen
Productief: spreken en schrijven
Mondeling vaardigheden: luisteren, lezen en spreken
Geletterdheid en schriftelijk: lezen, spreken en schrijven
Verschillende niveaus:
o Fonetische niveau – allofonen
o Fonologische niveau – foneem
o Orthografische niveau – grafemen (lezen)
o Morfologisch niveau – morfeem
o Lexicaal niveau - woordvormen
o Semantisch niveau – woordbetekenis
o Syntactisch niveau – zinbetekenis
o Discours niveau – lange teksten begrijpen
o Pragmatisch niveau – context
Tijdens elk van deze vaardigheden moeten de taalniveaus samenwerken om de taalactiviteit uit te
voeren:
We bekijken de interne processen (= cognitie) die hiervoor noodzakelijk zijn
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lucas26. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.