SAMENVATTING ANESTHESIE
SOORTEN ANESTHESIE
Inhalatie anesthetica: ether, chloroform, lachgas
Vanaf 20ste eeuw: halothaan, enflurane, isoflurane, sevoflurane, desflurane
Intraveneuze anesthetica: Penthotal, Benzodiazepines, Ketamines (minimale cardiale & respiratoire
onderdrukking), Propofol (korte werkingsduur)
Pijnbestrijding: morfine (van opium), meperidine, fentanyl, sufentanil, alfentalin, remifentanil
Spierrelaxantia: curare
Lokale anesthesticum: cocaïne (voor oogchirurgie)
BASISCOMPONENT ANESTHESIE
Omkeerbare onderdrukking van centraal zenuwstelsel -> veranderingen gedrag of waarneming
Risico afhankelijk van medische, familiale voorgeschiedenis, medicatiegebruik, diabetes, nier & leverlijden
PREMEDICATIE ( A N G S T W E G N E M E N , B E S T R I J D E N P I J N , V O O R K O M E N C O M P L I C A T I E S )
1) SEDATIEF: anst wegnemen
2) PARASYMPATHICOLYTICUM: atropine of glycopyrrolate -> bloeddrukverlaging, bradycardie,
slijmproductie & salvatie
3) Medicatie vom profylaxe verminderen voor risicopatienten
WILSON SCHAAL/ OBSERVER ASSESSEMENT OF ALERTNESS
, 4 STADIA VAN ANESTHESIEDIEPTE
1. stadium I:
amnesie/analgesie: begin tot optreden bewustzijnsverlies
2. stadium II
excitatie: op EEG toename in hersenactiviteit in bepaalde zone’s: bewegingen, hoesten,
onregelmatige ademhaling
3. stadium III: chirurgisch (heeft 4 fases-
1: verlies ooglidreflex, slikreflex, oogbolbewegingen stoppen
2: verlies laryngeale en cornea reflex
3: paralyse intercostaalspieren
4: paralyse diafragma
4. stadium IV:
toxisch stadium met respiratoire arrest en cardiovasculaire collaps met pupildilatie
SOORTEN ANESTHESIE
INHALATIE ANESTHETICA
meestal voor onderhoud anesthesie (vaak bij kinderen) & bij moeilijke toegang IV
lachgas, sevoflurane, desflurane
ether, chloroform, trilene -> te toxisch (worden niet gebruikt)
SEVOFLURANE (enige voor inductie)(3 manieren)
traag opbouwen
starten met 8% concentratie & dan dalen naar 3-4%
single breath (8% gasmengel) -> 1-3 x inademen
INTRAVENEUZE SLAAPMIDDELEN
induceren & onderhouden van anesthesie -> grad van sedatie is onvoorspelbaar
barbituraten, ketamine, etomidate en propofol
PROPOFOL
inductie & onderhoud
minder opstapeling
continu infuus
ETOMIDATE
gebruikt bij patient in shock
pijnlijke injectie & veroorzaakt myoclonische fenomenen & spierhypertonie bij inductie
KETAMINE
zelden gebruikt als inductiemiddel
verhoogt bloeddruk maar goed behoud van luchtwegreflexen
, kan IM worden toegediend
combinatie met benzodiazepine verlaagd risico op hallucinaties
SPIERVERSLAPPERS
bezetten acetylcholinereceptoren motorische eindplaat skeletspieren
! ademhalingsspieren zijn ook verlamd -> ademhaling kunstmatig overnemen !
Reden van spierverslappers
intubatie, vrij luchtweg, beletten maaginhoudaspiratie
(bij patienten in slechte toestand enkel propofol & remifentanil + spierrelaxans voor intubatie)
AWARNESS: auditieve of sensoriele ervaringen van patient
Oorzaken:
valley of NO anesthesia: IV agens werkt uit maar geïnhaleerde agens heeft nog geen max effect
technische fouten, te snelle afbraak anesthetica
analgesie: tekenen van pijngevoel -> stijgen bloeddruk, hartritme stijgt, zweten, pupildilatatie, tegenademen
postoperatief (opiaten): morfine, pethidine, tramadol
postoperaties (niet-opiaten): tramadol, paracetamol, NSAID
nevenwerkingen van opiaten: sedatie, gewenning, afhankelijkheid, misselijkheid, obstipatie,
pupilvernauwing, urineretentie, ademhalingsdepressie, oddi spasme
ANTAGONISATIE
versnellen van ontwaken door toedienen van analeptica
doxapram (analeptica)
naloxone (met µ effect)
flumazenil (benzodiazepines)
INTERACTIES
ADDITIEF: combinatie van 2 agens heeft som van de 2
POTENTIERING: 2 agens hebben samen een effect & alleen niet
analgeticum & benzodiazepine
SYNERGISTISCH: combo hebben samen beter effect dan alleen & nevenwerking kunnen heviger zijn
SSRI & tramadol = serotonerg syndroom
HYPO-ADDITIEF: effect van ene agens maakt andere ongedaan