METHODIEK + PAHTOLOGIE
CIRCULATIE
1 KLINISCHE PARAMETERS VOLWASSENEN
2 BLOED PARAMETERS
2.1 SAMENSTELLING VAN HET BLOED
2.1.1 PLASMA = VLOEIBAAR B ESTANDEEL
Samenstelling : zie tekening
Verschil plasma en serum
- Plasma : centrifugeren van onstolbaar gemaakt bloed
- Serum: centrifugeren van het stolsel. Samenstelling is vergelijkbaar met uitzondering van stollingseiwitten
,METHODIEK + PAHTOLOGIE
2.1.2 ERYTHORCYTEN CONCENTRAAT = VASTE BESTANDELEN
2.1.3 BUFFY COAT
wittere scheidingslaag tussen plasma en bloedcellen na centrifuge, bevat leucocyten en trombocyten
,METHODIEK + PAHTOLOGIE
Laboratorium cyclus :
1. Pre analytsiche fase 2. Analytische fase 3. Post analytische fase
2.2 PRE ANALYTSICHE VARIABELEN
= factoren die een rol spelen voor , tijdens en na de staalafname zonder naar de pathologie te verwijzen en een
invloed hebben op de te verwachten resultaten.
2.2.1 FYSIOLOGISCHE 2.2.2 VERANDERINGEN 2.2.3 VERANDERING TUSSEN
VERANDERINGEN BIJ DE TIJDENS DE STAALNAME EN HET
PATIENT STAALAFNAME UITVOEREN VAN DE
1. Dieet – voedsel ( best nuchter 1. Verkeerde identificatie ANALYSE
een bloed afnemen) 2. Oorsprong van het staal ( 1. Pocketsyndroom ( te lang op
2. Niet representatieve referentie veneuz , cappilair , arterieel ) kamertemp.
waarden ( leeftijd , geslacht , 3. Effect van knelband 2. Transport van het staal , liefst zo
ras ) 4. Intraveneuze vloestoffen ( snel mogelijk
3. Ritmische veranderingen ( bloed aandezelfde zijde
moment van de dag , afgneomen mag NIET gebruikt
menstruele cyclus, worden)
jaarschommelingen) 5. Hemolyse
4. Inspanning en stress ( houding 6. Bewaar en
, ziekte , lopen , angst , antistollingsmiddelen
zwangerschap)
5. Geneesmiddelen
6. Roken
2.3 BLOED ANALYSE
2.3.1 SOORTEN BLOED ANALYSE
1. Hematologisch onderzoek : aantal , aard en eigenschappen van de bloedcellen
2. Biochemisch onderzoek : weergave van de hoeveelheid van allerhande stoffen bv : creatinine
3. Serologisch onderzoek : nagaan van antistoffen ( infectie )
4. Microbiologisch onderzoek: nagaan of er bacterien of virussen aanwezgig zijn in het bloed
5. Klnisch farmaceutish onderzoek : medicatie spiegels
2.3.2 MEDISCH BELANG
1. Diagnostische waarde ( bv pathologie bevestigen , uitsluiten )
2. Therapeutische waarde ( bv aderlating)
3. Prognostische waarde ( bv aanslaan van cytostatica)
4. Management van de pt ( bv follow-up pathologisch proces)
5. Research ( bv placebo effect nagaan)
, METHODIEK + PAHTOLOGIE
2.4 ANALYSE GROEPEN (14)
Hematologie = De leer van bloedcellen. Het is een onderzoek naar de vaste componenten ( bloedcellen ) in het bloed. Zowel kwanitatief als kwalitatief
1. Sedimentatie = bezinkingssnelheid Na 1u: 10 -12 VERHOOGD: ontstekingreactie oa . auto immuun ziektes
Mm/h Na 2u: < 20 Kan pas na enkele dagen stijden
Zinvol om andere BP te bepalen CRP, WBC
2. RBC = belangerijke rol in 02 transport V: 4.6 – 6.0 Kwanitatief: telling van het aantal RBC
milj /mm3 M: 4 – 5 Kwalitatief : uiterlijk van de kwaliteit van RBC
MVC: mean cellular volume (=Groote) MCH: mean cellular hemoglobin
- Microcytair (=kleur)
- Normocytair - Hypochroom
- Macrocytair - Normochroom
MCHC : mean cellular hemoglobin concentration - Hyperchroom
(=gem Hb-cocentratie)
3. WBC= grote rol in het immuunsysteem 3.6 - 9.6 Leukoformule: de hoeveelhelden en verhoudign van de verschillende WBC
E
10 3/mm3 ( Neutrofielen , Eosinofielen , Basofilen , Monocyten ,Lymfocyten)
VERHOOGD: : Infectie / allergie bij
4. Trombocyten = bloed plaatje , spelen 150 – 400 VERHOOGD:: trauma , milt, tbc
een rol in de stollingscascade VERLAAGD ( = trombocytopenie) : leukemie , kanker , anemie, lever-nier ziektes , …
10E3/ mm3
5. Hb = hemoglobine= eiwit in RBC V: 13,5 – 17 VERHOOGD: : Hemaconcetratie: daling van het volume plasma →
( Fe kernen en O2 binding ) M: 12 – 15 dehydratatie , verblijf grote hoogte ,
g/dl VERLAAGD: Hemodilutie: relatieve verdunning van het bloed (RBC) door
6. Ht = hematocriet= aantal RBC in het 35 - 45 toename van plasma. → anemie , zwangerschap , overvloedige vocht inname
totale bloed
%
Fe = ijzer Belangerijk bij de vorming van RBC Totaal ijzer:
en Hb VERHOOGD: leverbeschadeging
Ijzer Ug/dl VERLAAGD: malnutritie, ferriprieve anemie , kanker
Bindings capaciteit Ug/dl TIBC : totale ijzerbindingscapaciteit: meet het max Fe dat kan gebonden worden aan ferritine
Ferritine Ng/ml Ferritine : een eiwit dat ijzer bind en voor bep reserves zorgt
Immuno hematologie = bloedgroep testen
→ zie transfusie