MANAGEMENT IN DE STRAFRECHTS-
BEDELING
INTRODUCTIE
Gastcolleges zijn te kennen!
- ARIEC = gaat over georganiseerde misdaad: de strafrechtsketen loopt volledig vast dus heeft men
beginnen nadenken over gewapend bestuur, enerzijds door gas-boetes (waardoor het OM hier niet
meer mee bezig moet zijn) en anderzijds door een bestuurlijke aanpak van misdrijven. Gemeenten
gaan preventief na in welke mate georganiseerde criminaliteit voet krijgt in hun gemeenten (bv. ze
gaan niet meer zomaar vergunningen uitdelen).
MANAGEMENT IN DE STRAFRECHTSBEDELING
Wat is strafrechtsbedeling? Een complexe
sociale instelling die potentiële, vermeende en
daadwerkelijke criminele activiteiten reguleert
binnen grenzen die zijn ontworpen om mensen
te beschermen tegen onrechtmatige
behandeling en onterechte veroordeling.
Traditioneel: politie, vervolging, rechtbanken &
gevangenissen.
De politie is een zinkend schip: de politie kan zijn basisfunctionaliteiten niet meer onderhouden, er is nood aan
een politiehervorming.
Vanwege alomvattende en holistische benaderingen tegen criminaliteit, maatschappelijke veranderingen en de
toegenomen nadruk op de preventie van criminaliteit (pre-criminaliteit): inclusie van partners zoals:
inlichtingendiensten, particuliere beveiligingsbedrijven, douaneautoriteiten, inspectiediensten, ...
- Bv. bij een aanranding hanteert men nu het principe van victim comes first, eerst komt men in de
hulpverlening terecht en pas daarna bij de politie, door speciaal opgeleide politieagenten.
→ Management in de strafrechtsbedeling is complexer geworden, het gaat niet enkel meer over het feit dat
politie, OM, … een eiland op zich is maar er moeten partnerships gecreëerd worden.
, - Visible impact crimes = zichtbare misdrijven die een impact hebben op het individu (bv. inbraken,
moord, ...), hebben een impact op het onveiligheidsgevoel, dit is veel voorkomende criminaliteit.
- Hidden impact crimes = verborgen, impact op het systeem/maatschappij/vertrouwen in de
samenleving → drie grote evoluties: radicalisering/polarisering, cyber crime & organised crime
(partners, we hebben elke organisatie nodig). Politie is hier absoluut niet klaar voor.
Thin blue line verwijst naar de thin red line wat naar de rode uniformen van de Britten verwijst wanneer men
op een lijn staat op het slagveld, dit staat als symbool voor de bescherming van de maatschappij. Vandaar de
verwijzing naar de politie ‘thin blue line’, aangezien zij denken dat ze de professionals zijn in het beschermen
van de maatschappij, maar vandaag is dat niet meer het geval door de verschuiving van de visible naar hidden
crimes.
Management over de strafrechtsbedeling gaat over 2 zaken:
1) Strategisch management: naar de horizon kijken en de organisatie voorbereiden op de veranderingen
die er zijn in de externe omgeving.
2) Public management: het gaat over publieke doelstellingen, men wil sociale meerwaarde creatie
genereren (bv. onveiligheidsgevoelens doen zakken). Deze sociale meerwaarde creatie kijkt dus niet
naar geld, maar er mag ook geen verlies gemaakt worden (= break even proberen aanhouden).
o Private politie is goedkoper en effectiever maar zij moeten rekening houden met klanten en
niet met de burger/iedereen (publieke politie).
o Privaat management is relatief eenvoudig, namelijk winst is het doel en alles wat daarvan
afwijkt moet worden afgeschaft, sociale meerwaarde creatie is complexer, hier komt ook de
politicologie en ideologie bij kijken, want sociale meerwaarde kan voor iedereen iets anders
betekenen.
Management:
Hoe verrichten we werk het beste? Samen of alleen? ‘Wat we zelf doen, doen we beter’ → dit is niet meer het
geval, we werken obv taakverdeling en specialisatie, maar dan wel gecoördineerd en dat is waar management
om draait. Men wordt beinvloed door de externe omgeving en zij beïnvloeden zelf ook de omgeving.
- Het concept is in de loop van 2.000 jaar veranderd.
o "Managers" werken in organisaties en nemen beslissingen binnen een bepaalde set van
culturele waarden en instituties.
▪ Ze beïnvloeden en worden beïnvloed door de omgeving.
▪ Omgeving: PEST
• Politiek (bv. het verdwijnen van politiezones)
• Economisch (bv. financieel economische crisis → geld moeten bijpompen,
staat creëert schulden → staat kan niet veel meer investeren → besparen
op politie).
• Sociaal (bv. demografie: hele generatie die massaal op pensioen gaat en
deze generatie (wij) moet dit allemaal opvangen, zij kunnen niet hetzelfde
volume geld gaan pompen naar boven → kraptes op de arbeidsmarkt).
• Technologisch (bv. intrede van computers → politie is heel afstandelijk om
technologie te gebruiken).
o De studie van management begint tijdens de industriële revolutie omdat de samenleving
veranderd. Het gaat om grootschalige industriële productie, niet meer de mens en ambacht
staat centraal, maar de machines en dat heeft een heel andere manier van leven. Vroeger
was jij baas (afhankelijk van het individu), nu moet je specialiseren (elk afzonderlijke afdeling,
zodat alles snel gaat, massaal consumeren en er massaal geld uithalen).
, o Toename van de schaal van productie → andere manier van coördinatie nodig door deze
andere manier van leven, hierdoor kan je niet 1 maar 100 producten maken op een dag en
heb je niet 1 job voor 1 persoon, maar 10 jobs voor 10 personen.
o Veranderende samenleving gebaseerd op massaproductie, coördinatie & management die
men introduceert.
MANAGEMENT IN DE STRAFRECHTSBEDELING: PA VS. MA
PA = public administration
PM = public management
- PA/PM is een interdisciplinair studiegebied dat zich richt op de overheid of bestuur.
o Recht, politicologie, economie, algemeen management en bedrijfskunde, organisatietheorie
en sociale psychologie.
▪ Recht vrijwel verdwenen. Vroeger heel belangrijk, de samenleving deed het goed
zolang zijn acties conform waren met het recht, ongeacht de burgers.
▪ Organisatietheorie en sociale psychologie: na de Tweede Wereldoorlog. Nu gaan we
meer kijken naar psychologie i.p.v. recht.
o Bestuur: de bewering dat de overheid niet een op zichzelf staande, monolithische actor was,
maar ingebed was in netwerken van concurrerende belangen (gerealiseerd in de jaren 1950).
- PA/PM kan niet losgekoppeld worden van de samenleving.
o Beleid helpt de samenleving vorm te geven - de effectiviteit van dit beleid is geworteld in het
gedrag van burgers en consumenten.
o Levering van openbare diensten en beleidsvorming.
- PA/PM is geen generiek management, non-profit management, merkmanagement,
leiderschapsstudies...
- PA/PM is direct gerelateerd aan de overheid, de staat (inclusief organisaties die namens de
staat/regering werken).
Publieke administratie (PA) Publiek Management (PM) (openbaar bestuur)
Ouderwets, traditioneel, introvert Modern, naar buiten gericht
Statische hierarchieen en procedures Dynamiek – leiderschap, innovatie
Focus op het volgen van regels – naleving en verantwoordingsplicht Richten op het beheren van middelen – efficiëntie en prestaties
Focus op de machinerie van de overheid Focus op multi-stakeholder governance
Echter: verschillen hebben de neiging om overdreven te worden - verschuiving naar PM vanwege
waargenomen beperkingen van PA (normatief) en de verbinding met sociale wetenschappen. De binaire
wereld bestaat niet, je hebt altijd een grijze zone, maar we proberen typologieën te creëren om hierover na te
denken en theorieën te vormen.
, LES 1: ORGANISATIES EN ORGANISATIESTRUCTUREN
ORGANISATIES
3 betekenissen:
1) Institutioneel: een organisatie is een concreet, afzonderlijk systeem, een entiteit.
2) Instrumenteel: focus op de structuur, procedures en afbakening van verantwoordelijkheden.
3) Procesmatig: focus op het proces van organiseren, op de activiteiten.
→ Een bewust gecoördineerde sociale entiteit, met relatief duidelijk identificeerbare grenzen en die streeft
naar de realisatie van een gemeenschappelijke doelstelling of doelstellingen.
1) Sociale entiteiten samengesteld uit mensen → interactie (hoe spreek je met mensen, hoe werk je
samen).
2) Doelgericht (wat en hoe verwezelijken) → geen doel, geen bestaansreden.
3) Bewust gecoördineerd (leiding geven) → doel realiseren → verdeling in departementen.
4) Identificeerbare grenzen (kerntaken debat): wat behoort tot organisatie en wat niet. Voor managers is
dit heel belangrijk, waar moeten we op inzetten en waarop niet?
Een open of gesloten systeem (examen)?
- Gesloten: niet afhankelijk van zijn omgeving (heel uitzonderlijk in PM)
o Autonoom, begrensd, hermetisch afgesloten van buitenwereld.
o Toch uitgangspunt van de eerste managementbenaderingen: focus op interne systemen.
o Bv. justitie/onderzoeksrechter
- Open: moet continue wisselwerking onderhouden met zijn omgeving om zijn doelstellingen te kunnen
realiseren.
o Worden beschouwd als systemen -> interagerende componenten.
o Omzetten van input naar output steeds in relatie met omgeving (feedback afnemers).
Adaptatie aan externe omgeving is cruciaal.
o Ideaal voor privaat management en in de toekomst ook voor public management
Doelstellingen van organisaties:
1) Waarde creëren
2) De gecreëerde waarde te verdelen/beschikbaar te stellen aan klanten en stakeholders (geimpacteerd
door de activiteiten van de organisatie of zelf impact hebben op de organisatie).
4 te onderscheiden types van organisaties obv finaliteit:
1) Zuivere publieke/sociale: focusen op het oplossen van maatschappelijke problemen
o Maatschappelijke waarde creeren en verdelen
o Bv. politie = geen winstgeorienteerde organisatie → publieke meerwaarde creeren
2) Sociaal economische: zowel sociale als economische doelstellingen
o Maatschappelijke waardecreatie en verdeling is belangrijker dan het economische aspect
o Bv. beschutte werkplaats of OCMW ziekenhuis
o Winstgerichtheid is aanwezig maar maatschappelijke doelen staan voorop (bv. delijn)