VERDIEPING IN DE THEORETISCHE
ORTHOPEDAGOGIEK
Mens als kennis - EAP 3. Mens als verhaal - EFP
Nomologisch, kwantitatief Ideografisch: uniciteit mens
Nadruk op kennis, klaarheid, verklaren Begrijpen
Toetsen van hypothesen Interpreteren van fenomenen
Kennis als proces van reductionisme Het subjectieve
Remediëring en cognitieve ontwikkeling Ontmoeten van de ‘ander’
Aanraken, zorgen voor, praten
2. Mens als gerechtigheid - KEP 4. Mens als totaliteit - HIP
Geënt op mensenrechten Integratief/ complementair
Sociale rechtvaardigheid Geen ‘grand narrative’
Inclusief burgerschap Globaliteit/ holistisch
Emancipatie en empowerment Socio-culturele en historische context
Quality of lift ‘Open-mindedness’ en ‘reflective daily
Van ‘rehabilitatie en zorg’ naar ‘support’ action’
,1. HET EMPIRISCH-ANALYTISCH PARADIGMA (MENS ALS KENNIS)
Lesdoelstellingen:
Het wetenschapstheoretische paradigma en zijn 'afgeleiden' kunnen benoemen, verduidelijken,
illustreren en toepassen.
De onderzoeksmethode eigen aan het paradigma, en de voornaamste kritieken erop, kunnen duiden
en toepassen op een casus.
Het gedragstherapeutisch kader en zijn toepassingen in de orthopedagogische praktijk kunnen
duiden, genuanceerd bespreken en toepassen.
Kunnen duiden op welke vlakken het denken van Feuerstein past binnen het empirisch-analytisch
kader.
De belangrijkste begrippen en principes van Feuerstein kunnen duiden, linken aan het beroep van een
begeleider (en illustreren met voorbeelden) en toepassen op een casus.
De begrippen van Feuerstein kunnen vergelijken met de theorie van Biklen, Delfos, Vygotsky, ook
vanuit een casus.
EAP: Willen onderzoeken wat er werkt (effectiviteit) om ons handelen hiernaar aan te passen. Vervolgens
theorie toetsen in de praktijk (concretiseren naar gedrag). Grote focus op gedrag.
Paradigma:
Complex geheel van opvattingen, methoden en vraagstellingen
Referentiekader van waaruit de werkelijkheid wordt benaderd en geïntegreerd
Vaak tijds- en cultuurgebonden
Mens als kennis – cognitief gedragstherapeutisch kader
HET EMPIRISCH ANALYTISCH KADER ONDER DE LOEP
Case: opvoeden onderzocht
Vraag: Wat is het effect van positief ouderschap (parental positive behaviour support) op jonge kinderen,
bekeken op lange termijn (longitudinaal onderzoek, effect op gedrag en schoolse aanpassing van het kind na
5,5 jaar, nl. op 7,5 jaar)
Waarom onderzoekt men dit? Hoe kan men dit onderzoeken?
Positief ouderschap! Na te gaan of er een verband is tussen gedragsproblemen etc. en opvoeding.
,ARTIKEL VAN IJZENDOO RN
Empitisch analytisch kader (1.1 artikel)
Onderzoeksmethode past binnen het empirisch-analytisch kader
Empirisch: theorie gaan toetsen in de praktijk
Analytisch: stukjes van de praktijk gaan analyseren om te kijken hoe alles samenhangt en hoe dit
elkaar beïnvloedt (is geen totaalvisie)
Van objectieve kennis (mens als kennis) naar wenselijke verandering
Kijken wat al werkt en wat helpt
Zo veel mogelijk objectieve kennis verwerven van gedrag en gedachten van mensen om dit in de
praktijk te brengen en ons handelen hiernaar aan te passen.
Door veel kennis te vergaren kunnen we de mens veranderen Maakbaarheid
Sleutelwoorden van de EAS
Effectiviteit : kijken wat werkt
o Handelen aanpassen naargelang wat werkt
Toetsen van de praktijk
o Concretiseren naar gedrag
Objectieve kennis vergaren (gedrag)
o Als we veel objectieve kennis hebben kunnen we het gedrag van mensen veranderen
Geloven in verandering
o Geloven in de maakbaarheid van de mens
De empirische cyclus (1.3 artikel)
Methodologie van gedragswetenschappelijk onderzoek
Welke stappen? Observatie, Inductie, Deductie, Toetsen, Evaluatie
o Inductie (hypothese maken): van specifieke naar algemene kennis
o Deductie (hypothese toetsbaar maken): van algemene naar specifieke kennis
Stelling:
Hulpverleners moeten zich enkel baseren op effectief bewezen interventies?
Welke bedenkingen roept dit op bij jullie?
Welke gevaren of knelpunten zien jullie?
, De meerwaarde en knelpunten van de evidence BEEST practice
Zie artikel uit de reader: het evidence-beest en de normativiteit van opvoeding. Pedagogiek online, 37 (2), 143-
155. => knelpunten/gevaren/kritieken kennen!
Evidence-based werken= Gebaseerd op een combinatie van de wensen en behoeften van de jongere/het
gezin, de eigen expertise van de hulpverlener en op empirisch bewijs over de effectiviteit van de in te zetten
methodiek. Deze combinatie zou niet alleen leiden tot kwalitatief goede hulpverlening, maar zou ook garanties
bieden voor voldoende handelingsvrijheid van de betrokken hulpverlener.
BEEST= De gevaren van het evidence based werken
Meerwaarde Knelpunten en gevaren evidence BEEST practice
Men vertrekt vanuit de praktijk Effectiviteit en veronderstelde neutraliteit:
Men focust te veel op het onderzoek : wat werkt en wat
werkt niet
Handelen is gebaseerd op wetenschappelijke informatie
om buikgevoel te onderbouwen maar als daar te veel op
gefocust wordt komt men in de problemen want
wetenschappelijk onderzoek is nooit neutraal
Men maakt een keuze wat men onderzoekt, die keuze is
onderbouwd met een bepaalde visie dus is niet neutraal
(gekleurd door W&N)
Objectiviteit en Beperkte reflectie:
generaliseerbaarheid, meetbare Door ervanuit te gaan dat men zich baseert op
effecten en causale relaties tussen onderzoeken reflecteert men niet over die keuzes
interventies en resultaten Mist vaak reflectie op bredere vragen.
Op effectiviteit gericht Decontextualisering:
1. Onvoldoende rekening met de dynamische en
veranderende context van gezinnen en jongeren.
2. Men probeert eenvoudige oorzaak-gevolg relatie toe te
passen op complexe dynamiek
3. Vragen die ontbreken: ‘wat wil je bereiken?’, ‘wat wil het
gezin bereiken?’, en ‘welke opvoedingswaarden zijn voor
het gezin belangrijk en hoe blijven die intact?’
Efficiëntie van bepaalde Beperkte bewegingsruimte en eigen inbreng:
methodieken 1. Inbreng van cliënt en hv (authenticiteit + expertise)
2. HV houden zich vaak aan specifieke richtlijnen
3. Te veel nadruk op gedrag: Een te strikte focus op evidence-
based methodieken kan leiden tot een verlies van
aandacht voor bredere ontwikkelingsprocessen.