Godsdienst 2-2
Hoofdstuk 1: Met de Bijbel in de klas… een uitdaging!
G = getuige
S = specialist
M = moderator
Functie → de drie voornaamste vaardigheden voor de leerkracht godsdienst.
A) De bijbel aan de basis van de huidige maatschappij
In deze tijdens van secularisering (= vermindering van invloed van de Kerk en het
christelijk geloof binnen onze maatschappij) .
Niet vergeten: hoe mensen denken, de mening die we hebben, … komt een groot deel
voort uit de christelijke manier van denken en de christelijke geschiedenis.
- Domeinen maatschappelijk leven (10) : Taal, cultuur, muziek, rechtspraak, onderwijs,
film, politiek, architectuur, kunst, vakantiedagen.
- Taal: heel wat uitdrukkingen vinden hun oorsprong binnen de Bijbelse context. BV: Het
zwarte schaap, In de put zitten, …
De bijbel in het leerplan
Eerste graad
Tweede graad
Derde graad
B) De Bijbel: Woord van God, boek van de mensen
De Bijbel, een meervoud
o Bijbel = een ingewikkeld boek dat vreemd en verwarrend is → omdat de Bijbel zelf
weer uit zoveel boeken bestaat.
o Griekse woord ‘biblia’ = boeken → de Bijbel is een kleine bibliotheek.
Daarnaast zijn er ook meerdere Bijbels, die van inhoud verschillen. BV: verschil
tussen katholieke en protestanse Bijbel betreft het aantal boeken.
We vinden er vele genres: historische verhalen, legenden, profetische visioenen,
wijsheid spreuken, wetteksten, liederen, brieven, …
1
, o Vertrouwdheid ermee die vroegere generaties van thuis meekregen = verloren
gegaan.
o De tijdsafstand tussen de 21 ste eeuw en de ontstaanstijd van de Bijbel is heel
groot geworden.
o De Bijbel is een ‘plakboek’ van veelsoortige verhalen en teksten.
o De 21ste eeuw mens stelt zich andere vragen; Welke psychologische processen
worden in de Bijbel getekend, welke angsten, verlangens, conflicten, …. Welk
beeld van de maatschappij weerspiegelt ?
o Breed scala van interpretaties vergroot het gevoel van vervreemding.
Acht manier van Bijbellezen
→ het vereist een aantal ‘sleutels’ op de tekst te ontcijferen.
A. Vanuit de opbouw, logica en B. Vanuit typische vragen van
context van de tekst mensen van vandaag
1.De historisch – kritische methode 5. Existentieel
Welke elementen liggen achter de tekst ? Wat zegt de tekst over het menselijk
BV context, geschiedenis, vertalingen, … bestaan?
2. De structurele benadering 6. Dieptepsychologie
Wat is de interne structuur van de tekst? Welke verlangens en psychologische
processen gaan schuil achter de tekst?
3. De studie van genres en taalvormen 7. Materialistisch
Tot welke literaire genres en taalvormen Wat zegt de tekst over economische,
behoort de tekst? sociale en politieke en over
maatschappelijke verhoudingen?
4. Vanuit de joodse achtergrond 8. Wat zegt de tekst over de verhouding
Hoe past de tekst in de joodse tussen man en vrouw & de rol van de
ontstaansgeschiedenis? vrouw?
C) De toekomst van de Bijbel
Welke visie sluit aan bij de didactiek van de wederkerige ontsluiting?
2
, Hoofdstuk 2: Het Oude Testament
Opdracht pg 19!
A) De exegese van het Oude Testament
Wanneer we dit willen bestuderen, moeten we rekening houden met volgende
moeilijkheden:
o Lezers als buitenstaanders: Bijbellezers lezen teksten die niet tot hen gericht zijn.
Geen enkele actuele lezen maakt deel uit van de originele leefwereld van de
bijbelse auteur.
o Taalbarrière: Geen enkel oudtestamentisch boek is gesteld in een moderne
levende taal. → werd geschreven in het Hebreeuws, Grieks en Aramees. ‘Een
vertaler, een verrader’
o Culturele kloof: cultuur waarin het tot stand kwam = cultuur van het Nabije
Oosten. De cultuur was hoofdzakelijk patriarchaal, vrouwenemancipatie kwam
niet ter sprake. De samenleving was niet mondiaal, maar sterk geconcentreerd
op de steden en omringende dorpen. De ganse cultuur leefde op ritme van de
seizoenen.
o Chronologische kloof: hangt samen met de vele eeuwen die verstreken zijn
tussen het ontstaan van de bijbelse teksten. Het is geen geschiedenisboek maar
een religieus geschrift, dus moeten de gebeurtenissen met veel argwaan worden
geïnterpreteerd.
o Een veelheid aan teksten: Tekstkritiek is een belangrijk aandachtspunt voor de
exegeet.
o Heilige geschrift voor joden en christenen: het is een geschrift dat op de een of
andere wijze autoriteit heeft binnen een groep mensen → vandaar ‘Het Heilige
geschrift’.
o Het bijbelse godsbeeld: Spreekt niet theoretisch over God, maar in verhalen. Er
staan zeer uiteenlopende godsbeelden in en deze zijn ook zeer tegenstrijdig.
B) Samenstelling van het Oude Testament
Oude Testament = verzameling van joodse geschriften, die de hele joodse Bijbel vormen.
→ geschreven, aangevuld en herhaaldelijk herwerkt. Oorspronkelijk op perkamenten
rollen.
Boek = bublos of biblion (Grieks) = biblia (Latijn) → ons woord Bijbel is hiervan afgeleid.
Verschillen Joodse bijbel en Oud Testament voor de rooms katholieken.
De Joodse Bijbel bestaat uit drie delen
De Tora = de wet
3