In deze samenvatting vind je H2 tot en met H10 uit het boek Muziekmeester. Het is puntgewijs samengevat, alle belangrijkste informatie staat er in. Goed te gebruiken bij de toets kunstzinnige oriëntatie.
Bij de repertoirekeuze moet je rekening houden met
o Sluit het lied aan bij de belevingswereld?
o Sluit het lied aan bij de mogelijkheden?
o Heeft het lied voldoende gebruiksmogelijkheden?
o Zijn er hulpmiddelen beschikbaar?
o Vind je het lied zelf leuk?
2.6.2 Karaoke
Van veel liedjes zijn ook karaokeversies beschikbaar
Timing en zuiverheid is belangrijk
Leer het lied aan zonder begeleiding
Door met de kinderen naar de opname met zang te luisteren geef je hen een idee van het karakter van de
begeleiding
Laat de kinderen gericht luisteren: Luisteropdrachten
De kinderen zingen als beloning het lied karaoke mee
2.7 Een nieuw lied aanleren
In drie fases
o Introductie: Maak de kinderen nieuwsgierig
o Aanleren: In een vrij korte periode waarin je intensief werkt (max 10 minuten)
Een aantal keer het lied laten horen + voorzingen
Tekstvragen stellen
Luistervragen en luisteropdrachten geven
Zing het lied in zijn geheel voor
Geleidelijk nemen de kinderen het lied over
Wisselmomenten
Herhalingen in het lied geef je als eerste weg
o Afsluiten
Voer een gesprek over de kwaliteit van het zingen
Zing het lied nog eens
Zing het lied in wisselzang
Beeld het lied uit
Eenvoudige liedbegeleiding
2.8 Gebruik van het digibord
Liedjes kunnen met noten heel eenvoudig worden gepresenteerd
Je kunt het digibord gebruiken om het lied op een afwisselende, interessante manier te presenteren
2.9 Canons zingen
Meerstemmigheid laten ervaren
Complexe vorm van meerstemmigheid
Zingen en luisteren tegelijk
Jonge kinderen kunnen dit nog niet
2.9.1 Canon aanleren
Wordt als lied aangeleerd, herhaal regelmatig zodat de kinderen het echt goed kennen
2.9.2 Voorbereidende oefeningen
Eerst als spreekcanon
, Ritmisch en klappend
Inzetten na elkaar
Melodisch ostinaat : één zin uit de canon wordt voortdurend herhaald
Zing met twee partijen
Oefen het gelijktijdig afsluiten
2.9.3 Een canon leiden
Deel de groepen in
Spreek duidelijk af welke groep wat zingt en hoevaak herhaalt wordt
2.10 Doorlopende leerlijn
De ontwikkeling van eenvoudige tot complexere liedjes
De omvang wordt beschreven
De liedjes zijn afkomstig uit een breed liedrepertoire
De liedjes worden ritmisch en melodisch steeds moeilijker
Liedjes worden langer
Meer aandacht voor articulatie, dynamische verschillen, zuiverheid en voordracht
2.11 Achtergronden bij zingen
Je kunt een stem vergelijken met een instrument. Er is een klankbron (de stembanden) die in trillen worden
gebracht (door de adem). De klank wordt beïnvloed door de klankkast (de diverse holtes in je hoofd en je
borstkas).
2.11.1 Ademhaling
Ademhalen doe je met je longen, maar je longen zijn heel passief
o Het middenrif
o Tussenribspieren
o Allerlei spieren aan de bovenkant van je borstkas via je nek en hals
borstademhaling
buikademhaling
ademhalingstechniek
o houding
o de juiste ademhaling in het lied: De juiste plaats om adem te halen in een lied is aan het eind van
een frase
2.11.3 Resonantie
de stembanden produceren een klank die in je hoofd en borstkas wordt versterkt en gekleurd Resonantie
2.11.4 Articulatie
articuleren is de manier waarop spraakklanken worden gevormd. Dat doe je met behulp van je tong,
onderkaak, lippen, tanden, zachte gehemelte en je wangen.
2.11.5 Stemgebruik
het stemgebruik is het resultaat van de ademhaling, stembanden, articulatie en resonantie
H3 Luisteren
3.3 Het belang van luisteren voor de muzikale ontwikkeling
Luisteren als culturele activiteit
o Luisteren naar muziek is een belangrijke culturele activiteit voor mensen
, o Bij het zingen spelen dynamische verschillen niet zo’n belangrijke rol, klankkleurverschillen zijn
beperkt en samenklanken (akkoorden) zijn bij het eenstemmig zingen nauwelijks aan de orde.
Luisteren, niet alleen horen
o Op school willen we kinderen leren om gericht te luisteren in tegenstelling tot het ongericht horen.
o Daarbij ontwikkelen ze hun auditieve onderscheidingsvermogen en hun muzikale geheugen
Open staan voor diverse soorten muziek
o Met gerichte luisterdidactiek leer je kinderen de muziek eerst te ervaren en pas daarna een mening
te vormen.
Muzikaal gehoor en muzikaal geheugen ontwikkelen
o Hoe meer muziek ze beluisteren, hoe beter ze de muziektaal begrijpen
o ook het muzikaal geheugen moet ontwikkeld worden
o het muzikaal geheugen kan betrekking hebben op de verschillende klankeigenschappen, op de vorm
en op de betekenis van de muziek
3.4 Van globaal horen naar gericht luisteren
De zeven aspecten als fasen in een les (maar ook leeftijdfasen)
1. Kinderen moeten bereid zijn om stil te zijn
2. Kinderen moeten bereid zijn om naar iets of iemand te luisteren
3. Kinderen moeten bereid zijn om gericht te luisteren
4. Kinderen moeten het vermogen hebben om structuren te onderscheiden
5. Kinderen moeten bereid zijn om ook andere dan de eigen muziek te waarderen
6. Kinderen moeten bereid zijn om een te snelle en onkritische afwijzing van muziek in twijfel te trekken.
7. Kinderen moeten bereid zijn het vermogen te ontwikkelen om na te denken over de maatschappelijke
en economische voorwaarden van muziek en deze kritisch te willen analyseren
3.5 Inspelen op de muzikale leefwereld van kinderen
Bij elke context kan een andere muzieksoort horen
3.5.1 Belevingswereld en luisterrepertoire
Het aansluiten bij de belevingswereld van kinderen is een voorwaarde voor de effectiviteit van het onderwijs
De aansluiting bij de belevingswereld moet in elk geval tot stand komen bij de werkvormen (didactiek) die je
bij muziek beluisteren gebruikt.
Het luisterrepertoire op de basisschool is divers van samenstelling: het bestaat uit oude en nieuwe muziek,
afkomstig uit diverse culturen. De muziek krijgt voor de kinderen betekenis door de toegepaste werkvormen
en is gericht op hun muzikale en culturele/kunstzinnige ontwikkeling.
Dit standpunt is:
o Richtinggevend voor het totale aanbod
o Verbonden met de didactiek
o Gericht op de muzikale en culturele/kunstzinnige ontwikkeling van kinderen
3.6 Met jonge kinderen luisteren naar muziek
Alle kinderen moeten leren om actief te luisteren
Om hun auditieve onderscheidingsvermogen verder te ontwikkelen is het stimuleren van een actieve en
gerichte luisterhouding tijdens deze activiteiten van groot belang.
Kinderen reageren snel met bewegingen op muziek
3.7 Kinderen leren luisteren naar muziek
3.7.1 De inhoud: muziek uitkiezen
Stel jezelf de volgende vragen bij muziek kiezen
o Past de muziek bij dat wat de kinderen moeten leren?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chantalgroeneveld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.