Letterlijke uitwerking van de videocolleges Jeugdrecht 2024
10 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Jeugdrecht, jeugdbescherming en jeugdbeleid II
Instelling
Tilburg University (UVT)
In dit document zijn alle videocolleges van het vak Jeugdrecht uitgetypt. De eerste 4 videocolleges gaan over het civiele jeugdrecht en de laatste 4 videocolleges gaan in op jeugdstrafrecht. De videocolleges zijn bekeken in 2024 dus alle updates van het vak zijn er in opgenomen.
Jeugdrecht, jeugdbescherming en jeugdbeleid II
Alle documenten voor dit vak (16)
Verkoper
Volgen
Eef02
Voorbeeld van de inhoud
Videocolleges Jeugdrecht
Week 1
Videocollege 1a: inleiding in het jeugdrecht en het internationale kader
Wat is het jeugdrecht?
Het jeugdrecht is een heel omvangrijk rechtsgebied. Het gaat om alle wettelijke bepalingen die
betrekking hebben op de jeugd. Onder jeugdigen vallen alle kinderen van 0-18 jaar. Maar let op: de
onder- en bovengrens is flexibel. -> bijv. rechten van ongeboren kinderen of een 19 jarige die een
strafbaar feit pleegt.
Het jeugdrecht is een samenstelsel van verschillende wetten; er is niet sprake van 1 afgebakend
rechtsgebied. Het spreidt zich uit over meerdere rechtsgebieden. In hoofdlijnen wordt het jeugdrecht
wel onderverdeeld in het civiele jeugdrecht en jeugdstrafrecht. Het jeugdstrafrecht behandelt de
positie van jeugdige verdachten en slachtoffers. Het civiele recht focust zich op de rechtspositie van
het kind zelf én het jeugdbeschermingsrecht.
Onderwerpen van jeugdrecht
-rechtspositie en procespositie; welke juridische positie een kind inneemt in het Nederlandse
privaatrecht. Het gaat ook om wat een kind wel en niet mag doen + welke rechten een kind heeft.
Hoe zit het als een kind betrokken raakt in een juridische procedure? Mag een kind zelf handelen in
de procedure? Wordt er geluisterd naar een mening van een kind?
-jeugdbeschermingsrecht; denk aan kinderbeschermingsmaatregelen, bijv. ondertoezichtstelling en
uithuisplaatsing. Het gaat er dan om situaties dat een overheid ingrijpt in het leven van een kind en
het gezin waartoe dat kind behoort. Het gaat vaak om heftige middelen met veel impact op het kind
en ouders en daarom zijn die instrumenten met veel juridische waarborgen bekleed.
-jeugdstrafrecht; dit speelt als een minderjarige een strafbaar feit pleegt of slachtoffer is van een
strafbaar feit. Focus in dit vak ligt op de positie van de minderjarige verdachte. Wordt een
minderjarige anders behandeld dan een volwassene? Kan het volwassene strafrecht worden
toegepast op een minderjarige?
-jeugdhulprecht; regelt hulp aan een kind + gezin met vrijwillige, civielrechtelijke of strafrechtelijke
kader. Deze hulp wordt georganiseerd vanuit gemeentes. De gemeente bepaalt + betaalt de hulp aan
een kind.
-overig; jeugdrecht is ook op andere plekken terug te vinden. Denk bijv. aan het onderwijs (wat
gebeurt er als een minderjarige spijbelt?), gezondheidszorg, sociale zekerheidsrecht,
vreemdelingenrecht.
Dit vak focust op het jeugd civiele recht, jeugdbeschermingsrecht, jeugdstrafrecht en jeugdhulprecht.
Let op: het jeugdrecht is nauw verbonden met het personen- en familierecht. -> geboorte, naam,
nationaliteit, afstamming, adoptie etc. raken ook het jeugdrecht. Ook bijv. ouderlijk gezag, omdat een
kinderbeschermingsmaatregel daar inbreuk op kan maken.
IVRK
IVRK is de belangrijkste internationale bron in het jeugdrecht. IVRK = internationaal verdrag inzake
rechten van het kind. Het IVRK is het meest geratificeerde verdrag ter wereld. Alleen de VS heeft het
IVRK niet geratificeerd uit angst om de soevereiniteit op bepaalde gebieden te verliezen. Er zijn 3
protocollen: seksuele exploitatie, gewapende conflicten en klachtrecht over kinderrechten. NL heeft
de eerste 2 protocollen geratificeerd, maar het 3 e protocol nog niet. NL heeft in 2023 wel besloten om
ook het 3e protocol te ratificeren.
Het IVRK richt zich volledig op het kind en bundelt alle kinderrechten. Niet alleen burgerlijke en
politieke rechten, maar ook economische, sociale en culturele rechten.
Het IVRK is iig van toepassing op alle kinderen tot 18 jaar, maar eigenlijk heeft het IVRK een groter
bereik. Het verdrag is bijvoorbeeld ook van toepassing op ongeboren kinderen en adolescenten.
1
,De bepalingen uit het IVRK die naar hun inhoud eenieder kunnen verbinden, kunnen op grond van
art. 93 en 94 Gw rechtstreeks ten overstaande van de rechter kunnen ingeroepen en gaan dan dus
voor nationaal recht. De rechter is degene die bepaalt of er aan een bepaling ook daadwerkelijk
rechtstreeks werking toekomt. -> hierover is eerder bepaalt dat aan art. 9 en 12 (het recht van een
kind om in beginsel niet gescheiden te worden van zijn ouders en het recht op vrije meningsuiting) in
ieder geval rechtstreekse werking toekomt.
De artikelen 3, 5, 7, 8, 9, 12, 13, 14, 37, en 40 kunnen volgens de literatuur ook voor rechtstreekse
werking in aanmerking kunnen komen. In art. 3 is opgenomen dat het belang van het kind een eerste
overweging hoort te zijn bij alle maatregelen betreffende de kinderen. In art. 5 is bepaalt dat ouders
de primaire verantwoordelijkheid hebben voor de zorgbegeleiding en opvoeding van de kinderen en
dat de overheid dit moet respecteren en ondersteunen.
De art. 37 en 40 zijn vooral van belang in het jeugdstrafrecht en gaan over vrijheidsbeneming en de
basisvoorwaarde van het jeugdstrafrechtsysteem waarin re-integratie voorop moet staan. Let op: de
verdragsbepalingen die en instructienorm bevatten, worden niet een ieder verbindend geacht. In dat
geval dient de wetgever maatregelen te treffen. Voorbeeld: art. 18 IVRK waarin de overheid de
opdracht krijgt om ervoor te zorgen dat de primaire verantwoordelijkheid van de ouders voor de
opvoeding wordt gerespecteerd en dat ze passende hulp en bijstand biedt waar dat nodig is.
In het jeugdrecht vindt je in de jurisprudentie regelmatig verwijzingen terug naar het IVRK. Bij
kinderbeschermingsmaatregelen wordt er vaak verwezen naar art. 3 (belang van het kind), art. 9
(geen scheiding tussen ouder en kind) en art. 20 IVRK (het recht op bescherming en bijstand van de
overheid indien het kind tijdelijk niet in het gezin kan blijven). Daarbij moet rekening worden
gehouden met de wenselijkheid van de continuïteit in de opvoeding van het kind én met de
achtergrond van het kind (bijv. op gebied van cultuur en religie).
Let op: voor een geslaagd beroep op het IVRK moet niet alleen het juiste artikel worden genoemd.
Het beroep moet echt onderbouwd worden met feiten en omstandigheden in een specifiek geval.
Kinderrechtencomité
Op grond van art. 43 IVRK is er een comité voor de rechten van het kind van de verenigde naties. Ook
wel het kinderrechtencomité. Dit comité is de internationale waakhond voor kinderrechten. In dit
comité zitten 18 deskundigen met een specialisatie op het gebied van het verdrag. Zij zien toe op de
naleving van het verdrag en doen dit in beginsel elke 5 jaar door middel van een rapportage. Let op:
het comité kan geen maatregelen nemen tegen staten, maar er kan wel druk worden uitgeoefend op
basis van conclusie en aanbevelingen. Voorbeeld: introductie kinderombudsman, wijziging
gezagsartikel 247. Naast adviezen publiceert het kinderrechtencomité regelmatig General Comments.
-> zijn commentaren waarin wordt uitgewerkt hoe een of meerdere artikelen uit het IVRK moeten
worden geïnterpreteerd. De General Comments kan je terugvinden op kinderrechten.nl. Let op: de
General Comments zijn niet bindend, maar worden wel als zeer gezaghebbend beschouwd en geven
de lidstaten houvast bij de naleving van het IVRK.
3 P’s IVRK
Het IVRK is gebaseerd op 3 P’s.
-Provisions: provisierechten -> voorzieningen (art. 28/29). Een kind heeft recht op voorzieningen die
noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Voorzieningen om goed te kunnen leven, te
ontwikkelen en op te groeien. Denk bijv. aan gezondheid, onderwijs (28, 29), speelmogelijkheden,
rust, vrije tijd (art. 39).
-Protection: protectierechten -> bescherming (art. 19,32, 35, 37). Een kind heeft recht op
bescherming tegen gevaar en risico’s. Zoals bijv. bescherming tegen mishandeling, verwaarlozing en
vormen van geweld (art. 19), kinderarbeid (art. 32), voltering en mensonterende behandelingen (art.
37), ontvoering en handel in kinderen (art. 35).
2
,-Participation: participatierechten -> participatie /deelneming (art. 12, 13, 14, 17). Een kind heeft
recht op participatie. Het gaat om het betrekken van kinderen. Kinderen moeten worden
geïnformeerd + er moet worden geluisterd naar kinderen. Voorbeelden: vrijheid van meningsuiting,
hoorrecht (art. 12 en 13), vrijheid van godsdienst (art. 14), recht op informatie (art. 17).
Kernbeginselen
-non-discriminatiebeginsel (art. 2 IVRK); er mag bijv. bij strafvervolging geen onderscheid worden
gemaakt op basis van geslacht of etniciteit.
-belang van het kind (art. 3 IVRK); het belang van het kind moet in iedere procedure leidend zijn.
-recht op leven en ontwikkeling (art. 6 IVRK); straf of kinderbeschermingsmaatregel mag de
ontwikkeling van het kind niet schaden.
-recht om gehoord te worden (art. 12 IVRK); een jeugdige moet zijn mening kunnen geven over zaken
die hem aangaan. -> het hoorrecht wordt als een van de leidende beginselen van het IVRK gezien. Op
grond van art. 12 IVRK hebben kinderen het recht om hun mening vrij te uiten in alle
aangelegenheden die hen aangaan. De kinderen hebben dus een stem. Vervolgens moet deze mening
gehoord worden en moet daar een passend belang aan worden gehecht. Die stem moet dus ook
gehoord worden. (art. 12 IVRK is opgenomen in art. 809 Rv). Op grond van art. 809 Rv worden
kinderen vanaf 12 jaar standaard gehoord in zaken die over hen gaan. Bij alimentatie geldt dit recht
vanaf 16 jaar. Let op: kinderen onder de 12 jaar kunnen ook in de gelegenheid worden gesteld om
gehoord te worden als de rechter daartoe besluit.
deze beginselen zijn door het Kinderrechtencomité bestempeld als kernbeginselen. Deze rechten
liggen aan de basis van de samenleving. Ze lijken heel erg vanzelfsprekend, maar zijn dat niet altijd in
alle landen.
De beginselen vinden we terug in het Nederlandse civiele recht en het jeugdstrafrecht. Overal zijn de
beginselen verweven in nationale wet en regelgeving. Landen dienen het IVRK te implementeren in
hun nationale recht.
Naast deze algemene beginselen biedt het IVRK nog specifieke bescherming aan kinderen die nog
speciale zorg nodig hebben. Denk aan kinderen die niet door hun ouders verzorgd kunnen worden,
adoptiekinderen, vluchtelingen, kinderen met een beperking, uit huis geplaatste kinderen, kinderen
in minderheidsgroepen, kinderen in gevangenissen, kinderen die slachtoffer zijn door haat en geweld,
kinderen die in aanraking komen met officier van justitie. Het IVRK heeft voor deze groepen speciale
regels.
Normatieve begrippen
Het IVRK kent 2 normatieve begrippen:
-belang van het kind (art. 3 IVRK); bij alle maatregelen van het kind, ongeacht of deze worden
genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechtelijke
instanties, bestuurlijke autoriteit of wetgevende lichamen, de belangen van het kind de eerste
overweging moet zijn. Het artikel wordt verder toegelicht in General Comment 14. Let op: dit
betekent niet dat het belang van het kind altijd zwaarder weegt dan andere belangen. De rechter
moet bij zijn beslissing namelijk alle omstandigheden in acht nemen. Dit kan ertoe leiden dat andere
belangen zwaarder wegen dan de belangen van het kind. Het is dus een belangenafweging.
Het belang van het kind is een normatief begrip dat verder ingevuld moet worden. Het is afhankelijk
van de feiten en omstandigheden en de ontwikkelingen van het kind en de cultuur. ->De invulling van
dit begrip kan dus per land, maar ook per kind verschillen.
-zich ontwikkelde vermogens (art. 5 IVRK); dit begrip krijgt een andere invulling bij een kind van 3 in
vergelijking met een kind van 12 jaar. Ook hier geldt dat het ene kind het andere kind niet is. Per kind
moet er worden gekeken wat wel en niet gevraagd kan worden van het kind en hoe de uitingen van
het kind bijvoorbeeld een rol dienen te spelen.
3
, Overige internationale bronnen
Het IVRK is veruit het belangrijkste verdrag voor het jeugdrecht. Dit verdrag werkt ook door in andere
regelingen en richtlijnen over jeugdigen zoals the European Convention on the Exercise of Childrens
Rights. Denk ook aan Beijng Rules, Havana Rules, Rijadh Guidelines en the United Nations Guidelines
for the Alternative Care of Children. De Raad van Europa heeft de Guideline on child friendly justice
vervaardigd die van belang is in het jeugdstrafrecht. Internationale kinderrechten moeten ook
worden geplaatst in het licht van andere nationale verdragen, denk bijv. aan EVRM. -> het EVRM ziet
niet specifiek op kinderen, maar het Hof heeft wel al vaker bepalingen uitgelegd en bepalingen
toegepast op de situatie van een kind. Zo is art. 8 EVRM van doorslaggevende betekenis geweest op
het gebied van omgangsrecht en afstammingsrecht. Ook een minderjarige kan familylife and
privatelife aan dit artikel ontlenen. Het EVRM werkt dus ook door in de kinderrechten. Dit geldt ook
voor het IVBPR en IVESC.
Nationale bronnen
-jeugdwet/ Burgerlijk Wetboek (boek 1)
-Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) (3 e en 6e titel; verzoekschriftprocedure + bepalingen
over rechtspleging inzake personen en familierecht)
-Wetboek van Strafrecht (titel 8a boek 1) en Wetboek van Strafvordering (titel 2 boek 4) en
Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen
-Jurisprudentie
het jeugdrecht valt dus onder verschillende bronnen. Idee erachter: de zorg en regelgeving dient
geïntegreerd te zijn in de bestaande verbanden en structuren van de maatschappij en de daarop
ziende regelgeving. Nadeel: niet echt overzichtelijk.
Videocollege 1b: de rechtspositie en procespositie van de jeugdige
De kinderen tussen 0-18 jaar zijn minderjarig en zijn dus jeugdigen in de zin van het jeugdrecht. Dit
wil niet zeggen dat de rechtspositie en procespositie op elke leeftijd gelijk is. -> rechtspositie en
procespositie verandert door de jaren heen.
Minderjarigen
Wie zijn er precies minderjarig?
Art. 1:233 BW
Een minderjarige is een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en géén
meerderjarigverklaring heeft (dus niet meerderjarig is verklaard) -> art. 1:253h BW.
Meerderjarigheidsverklaring: een middel om iemand jonger dan 18 jaar toch als juridisch
meerderjarig te beschouwen. Bijv. een minderjarige moeder die meerderjarig wordt verklaard (art.
1:253ha). -> voor de wet ben je dan dus meerderjarig, terwijl je eigenlijk nog minderjarig bent. De
minderjarige kan dit verzoek doen (dmv advocaat) of Raad van Kinderbescherming kan verzoek doen.
Op grond van lid 3 kan dit verzoek ook al voor de bevalling gebeuren. Op verzoek zelf wordt pas
beoordeeld als kind is bevallen + moeder 16 jaar is geworden. Let op: meerderjarigverklaring zorgt er
niet voor dat je een huwelijk of GP aan kan gaan.
Art. 1:245 BW
Een minderjarige staat onder gezag. Gezag ziet op de persoon, het bewind onder zijn vermogen en
zijn vertegenwoordiging in burgerlijke rechtshandeling zowel in als buiten rechte (lid 4).
Art. 1:234 BW
Een minderjarige is in beginsel handelingsbekwaam. Handelingsbekwaam, mits hij handelt met
toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger, voor zover de wet niet anders bepaalt. -> de
minderjarige heeft dus toestemming nodig van zijn wettelijk vertegenwoordiger om
rechtshandelingen te verrichten. Let op: de vertegenwoordiger kan geen algemene toestemming
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Eef02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,66. Je zit daarna nergens aan vast.