Samenvatting inleiding tot het recht
Prof Debersaques
DEEL 1 - HET RECHT EN ZIJN BRONNEN
MODULE 1 : HET BEGRIP “RECHT”
A. Definitie: wat is recht?
Recht = verzameling regels die gelden voor bepaalde samenleving en op bepaald ogenblik
➔ Geen eenvormige definitie, want recht is context-, tijd- en plaatsgebonden
◆ vb. kauwgom eten is strafbaar in Singapore maar niet in België
◆ vb. homohuwelijk is strafbaar in Iran maar niet in België
➔ Recht onderscheid zich van andere normensystemen (moraal, godsdienst,
beleefdheid) ⇒ Soms in wet en geen morele norm, soms morele norm en geen wet
◆ vb. liegen is morele norm, geen juridische norm (alleen niet liegen onder eed)
➔ Conclusie: “het” recht bestaat niet MAAR in het algemeen: bevat 3 elementen
B. Gemeenschappelijke elementen: de kern van het recht
I. Geheel van bindende regels (= Wat?)
Iedereen moet zich eraan houden / geen suggesties of keuze
4 categorieën:
● Gebods-, verbods- en verlofbepalingen
= algemeen toepasselijke rechtsregels van toepassing op elk rechtssubject
○ Gebodsbepalingen: leggen verplicht gedrag op
■ positief: u zal (trouw zijn bij huwelijk)
■ negatief: als u het niet doet, volgt er straf (schuldig verzuim)
○ Verbodsbepalingen: verbieden bepaald gedrag of stellen van
bepaalde handeling (doodslag)
○ Verlofbepalingen: laten toe bepaalde handeling te stellen, maar
rechtssubj is niet verplicht (verdachte heeft het recht op advocaat)
● Rechtsregels toepasbaar na keuze en Wilsaanvullende regels
○ Rechtsregel toepasselijk na keuze = gelden als rechtssubj in
bepaalde toestand keuze maakte voor bepaald gedrag (testament)
■ Recht laat keuze vrij, maar eens gemaakt is keuze bindend
■ vb. keuze om te huwen, dan huwelijksplichten
○ Wilsaanvullende rechtsregels = gelden als rechtssubjecten geen
eigen regeling voorzien (dus niet als er eigen regeling is)
■ vb. koop tussen 2 partijen is voltrokken zodra er overeenkomst is
over zaak en prijs, ook al is zaak nog niet geleverd of prijs betaald
1
, ● Ondersteunende regels
= geen eigenlijke gedragsregels, maar ondersteunen de gedragsregels door
instellingen te organiseren, werking in de tijd en ruimte regelen, handhaving
conflictenrecht
○ vb. organisatie en sanctionering GAS-boetes
○ vb. oprichting en samenstelling RvS + procedure RvS
● Technische regels en formalisme
= Rechtshandelingen worden soms aan bepaalde vorm- en
procedurevoorschriften onderworpen zodat ze rechtsgeldig zijn
➔ vaak verregaande gevolgen, bv.:
◆ nietigheid: handeling wordt geacht nooit te hebben bestaan
(bv. huwelijk nietig verklaard → heeft nooit bestaan)
➔ Formalisme van belang in:
◆ het recht: procedurevoorschriften = bepaalde duur/manier om
iets te doen
◆ wilsuiting = het kenbaar maken van de eigen wil door iets te
zeggen of te doen
◆ bescherming van personen (bv. minderjarigen: spaarrekening
geen toegang aan -18)
II. Samenleving ordenen/in stand houden (= Waarom?)
1) Orde scheppen en instandhouden door:
a) Bestaande toestanden/handelingen tot juridische norm verheffen
= gesanctioneerde feitelijkheid (vb. meerderjarig in België vanaf 18 jaar)
b) Onwenselijk gedrag vermijden/tenietdoen:
= gedrag dat schadelijk wordt geacht in samenleving (schijnhuwelijken)
2) Orde scheppen en instandhouden door recht hanteren als
Beleidsinstrument: (= instrumentele visie van het recht):
a) Recht om bepaalde levensvisie/politiek systeem te bekrachtigen EN
vernieuwen (vb.verhogen pensioenleeftijd, ‘green deal’, betonstop)
b) Belangrijke trends:
● Juridisering vd samenleving: burger kwalificeert probleem
steeds vaker als een juridisch geschil
● Evolutie van nachtwakersstaat naar welvaartsstaat =>
toename van aantal rechtsregels
● Probleem van “overregulering”
III. Uitoefenen van gezag (= Hoe?)
● Gezag bij uitvaardigen van recht:
1. ↳ gebeurt door regelgevende organen vd samenleving
Betrokkenheid Staat bij ontstaan regelgeving:
■ Rechtstreeks: via (democratisch) verkozen organen vd staat
(parlement, gemeenteraad, ….)
■ Onrechtstreeks: gedragingen, principes die worden erkend /
gerespecteerd door staatsorganen
2
, 2. “Rechtsgeldig”: respect voor bevoegdheid, voor 3 aspecten respect:
- Hiërarchie van de normen (vb. wet moet Grondwet respecteren)
- Bevoegdheidsverdelende regels (vb. Vl Gewest mag geen zaken
regelen van Fed staat)
- Procedureregels (vb. advies Raad van State nodig bij besluit koning)
● Gezag bij het doen naleven van recht:
1. Opleggen van sanctie als middel tot afdwingbaarheid vh recht
➢ Soorten sancties:
○ penale (vrijheidsberoving, geldboete)
○ administratieve (GAS-boete, stillegging)
○ civiele (schadevergoeding, dwanguitvoering, dwangsom)
➢ Morele sancties niet relevant voor recht (afkeurende blikken, …)
2. Handhaving vh recht door:
● Rechtscolleges (hof, rechtbank, administratieve rechtscollege)
● Arbitrage en bemiddeling
● Door het bestuur → toezicht rechter
● MAAR NIET eigenrichting door burger
C. Conclusie
Recht = geheel v regels uitgevaardigd en afgedwongen door daartoe bevoegde organen op
gezag vd gemeenschap waarvoor ze gelden, doel: samenleving ordenen en in stand houden
Recht ⇔ normensystemen zoals godsdienst en moraal:
➔ 4 verschillen:
◆ Oorsprong recht : recht is heteronoom (uitwendige macht) ⇔ godsdienst-moraal is
autonoom (openbaring of menselijk geweten)
◆ Voorwerp : recht = verhouding tussen mensen ⇔ godsdienst moraal: verhouding
met God of individueel welzijn
◆ Inhoud: recht = rechten en plichten ⇔ godsdienst-moraal; wijze waarop van die
rechten gebruik mag worden gemaakt
◆ Sanctie: recht met geweld afgedwongen ⇔ godsdienst-moraal: wroeging/goddelijke
bestraffing
➔ 2 raakvlakken:
◆ Beiden organiseren samenleving
◆ Regels in het recht zijn vaak ook morele regels
3
, MODULE 2: DE INDELING VAN HET RECHT
A. Klassieke indeling in rechtstakken: plattegrond vh nationale
recht
➢ Indeling vanuit functie vd rechtstak (publiek recht tov privaat recht)
PUBLIEK RECHT PRIVAAT RECHT
● Relatie tussen burger - overheid ● Relatie tussen burger – burger
● Algemeen belang centraal (overheid speelt geen rol)
● Ongelijkheid (voorrang algemeen ● Particulier belang centraal
belang op particulier belang) ● Gelijkheid (partijen zijn juridisch
● Openbare Orde → dwingend gelijk, niet altijd feitelijk gelijk)
recht (kan niet van afwijken) ● Aanvullend recht (leidraad)
➢ Vervaging vd grenzen
○ 1° Soms geen scherpe grens: door verwevenheid tussen publieke en private
belangen: “gerechtelijk privaatrecht”
○ 2° Vervaging door toenemende rol overheid op 2 wijzen (door wisselwerking
vh ene op het andere + andere op het ene):
■ Rechtsvormen publiekrecht toepasbaar in privaat recht
● vb. openbaarheid in ondernemingsrecht/financieel recht
■ Gebruik privaatrechtelijke technieken voor algemeen belang
● “Privatisering” – PPS – autonome overheidsbedrijven (NMBS)
➢ Belang vd indeling in rechtstakken?
○ Rechtstak geeft bepaling over al dan niet dwingend karakter ve rechtsregel
○ Kenmerken en begrippen zijn eigen aan rechtstak (zelfde concept op andere
wijze invullen naargelang rechtstak)
■ Vb 1: begrip “woonplaats” in strafrecht ≠ in burgerlijk recht
- strafrecht: plaats waar onschendbaarheid vd woning wordt
gegarandeerd
- burgerlijk recht: plaats waar persoon zijn belangen heeft
■ Vb 2: analogische interpretatie is verboden in strafrecht en fiscaal
recht, wel toegestaan in burgerlijk recht
4