100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting actuele pedagogische thema's - 3de bachelor orthopedagogie €6,46   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting actuele pedagogische thema's - 3de bachelor orthopedagogie

 14 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting gebaseerd op de lessen en de slides - met deze samenvatting van de eerste keer geslaagd.

Voorbeeld 10 van de 72  pagina's

  • 17 mei 2024
  • 72
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (20)
avatar-seller
Car2507
Actuele pedagogische thema’s
Actuele pedagogische thema’s.................................................................................1
Hoofdstuk 1: Wat is pedagogiek?.............................................................................2
1. Pedagogiek.....................................................................................................2
Hoofdstuk 2: Onderwijs...........................................................................................6
1. Samen opvoeden: meerwaarde van de orthopedagoog in onderwijs.......................6
2. Onderwijsstructuur: concepten en structuur........................................................9
3. Dualiteit cognitieve prestatie  welzijn/welbevinden /opvoeden/creativiteit? ............16
4. Methodescholen.............................................................................................16
Hoofdstuk 3: Opvoeden in een gekleurde samenleving..............................................20
1. Referentiekader.............................................................................................20
2. Diversiteit.....................................................................................................21
3. Privilege........................................................................................................23
4. Micro-agressie...............................................................................................25
5. Racisme bij jonge kinderen - STELLINGEN.........................................................26
6. Kleurenblindheid in onderwijs of andere opvoed-kundige settings houdt etnische
ongelijkheid in stand..........................................................................................29
Hoofdstuk 4: Adoptie (gastcollege).........................................................................30
1. Begrippen.....................................................................................................30
2. Adoptieprocedure...........................................................................................31
3. Wijzigend profiel van adoptiekinderen...............................................................32
4. Waarom hebben steeds minder kinderen nood aan adoptie?................................32
5. Steunpunt adoptie..........................................................................................32
6. A-buddy (adoptie-buddy)................................................................................32
7. De adoptiedriehoek........................................................................................33
8. Stellingen......................................................................................................34
Hoofdstuk 5: Film Zlata.........................................................................................35
1. Onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen (OKAN).........................................35
2. Welke emoties/noden hebben kinderen op de vlucht?.........................................36
3. Welke handvaten/tips neem je mee als opvoeder om met deze doelgroep van
jongeren om te gaan?........................................................................................36
4. Invalshoeken.................................................................................................36
5. Koppeling identiteit........................................................................................36
Hoofdstuk 6: (Traject)brugfiguren..........................................................................37
1. Brugfiguren...................................................................................................37
2. Ouderbetrokkenheid.......................................................................................41
3. Verduidelijking...............................................................................................49

1

,Hoofdstuk 7: Brede school.....................................................................................54
1. Brede School.................................................................................................54
Hoofdstuk 8: Gender- en seksuele diversiteit (gastcollege)........................................58
1. Genderstereotypen.........................................................................................58
2. Basis gender(diversiteit).................................................................................58
3. Belang genderinclusiviteit binnen onderwijs.......................................................59
4. Wat kan jij doen als bongenoot........................................................................60
Hoofdstuk 9: Mediaopvoeding................................................................................62
1. Kenmerken van de huidige samenleving...........................................................62
2. Generatie Z en digitalisering............................................................................63
3. Mediaopvoeding.............................................................................................66
4. De actualiteit en onderzoek?............................................................................71




Hoofdstuk 1: Wat is pedagogiek?
1. Pedagogiek
1.1 Begrip
‘Paidagōgós’ = ‘kind leiden’
- Pais = kind
- Agogen = leiden

Pedagogiek = studie van de opvoeding van kinderen en jongeren van 0-18 jaar
 Begeleiden van kinderen en jongeren in een context


1.2 Pedagogiek als handelingswetenschap
- Wil komen tot inzichten die bruikbaar zijn in de praktijk van opvoeding
- Handelen van opvoeders staat centraal


1.3 Pedagogiek als deelwetenschap
1.3.1 Studieobject

Agogiek




Pedagogiek Orthopedagogiek


Sociale Psychoagogiek
agogiek

- PEDagogiek: begeleiden kind en jongere
o Onderwijspedagogiek


2

, o Klinische pedagogiek (vb. scheiding)
o Gezinspedagogiek: hoe ouders omgaan met hun kinderen
o Forensische pedagogiek (recht)
o Historische pedagogiek
o Theoretische pedagogiek
o Sociale pedagogiek (vrije tijd en kind)
- SOCIALE agogiek: gericht op maatschappelijke problemen, sociaal/cultureel
welzijn
- PSYCHOagogiek: gericht op mensen in psychische nood
- ORTHOPEDagogiek: begeleiden van mensen in nood


1.4 Actuele discussies
Pedagogiek als maatschappelijke kwestie
 Eigenlijk zou de overheid zich daar mee moeten bezig houden
 Vaak geen antwoord, zelf zoeken waarin de maatschappij niet helpt
 Moet een maatschappelijke kwestie worden en geen individuele kwestie blijven
Maar: hoe moeten we handelen en wat moeten we doen?

1.4.1 Opleiden tot verbindend werken
Opleiden tot verbindend werken als pedagogen: samen de politieke en ethische
vraagstukken oplossen.
1.4.2 De onvoorspelbare aard van de pedagogiek
- Uithuisplaatsing van een kind (kinderrechten)
o Omwille van belang kind (recht op veiligheid) >< interveniëren in een
gezin (gezin ontwrichten)
o Wat is de wens van het kind? = in het gezin blijven
 Beslissing nemen in ‘belang’ van het kind, maar dit kind wil
(meestal) niets liever in het gezin blijven waar die opgegroeid is
 Vraag: wat primeert ?
o De stem van het kind of van ons die zeggen dat het
kind ontwricht moet worden
 Te weinig bij stil gestaan

- Onderwijsinstellingen in cijfers (PISA,…) maar gaan voorbij aan de vraag
waarover onderwijs eigenlijk moet gaan
o PISA: eindtermen die afgenomen worden bij 15-jarigen = wiskunde en
Nederlands (primeert)

Wetenschap als kwaliteitslabel dat garant staat voor de beste keuze (= evidence based).
Het probleem is het gebrek van ideologieën (Paulo Freire) in deze kwestie. Pedagogiek
wordt dan een marketingsinstrument.

1.4.3 De pedagogiek onder druk?
Antwoord: JA
- Vandaag: pedagogische wetenschappen met een pedagogische reflectie
- Pedagogiek als sociale en normatieve wetenschap
o Sociale wetenschap: kinderen en jongeren staan altijd in relatie van
anderen
 Kind zit in een context en reageert in deze context

3

, o Normatieve wetenschap: wat is juist? (zit altijd wel iets achter)
 Subjectieve wetenschap
 Iedereen heeft een andere mening/visie

Pedagogie is een waardengeladen discours!
- Filosofie als historische achtergrond
- Vertrekt vanuit een aantal aannames, kaders, waarden, normen, overtuigingen,…

1.4.4 Risico-reducerend werken
De overheid wil risico’s in kaart brengen en beheersen.

Vb. camera’s kinderdagverblijf (of is dit eerder een bedreiging?)
Vb. na WO II ontwikkelingspsychologie (wat is normaal?; reflectie naar inclusie)
- Lijsten psychische, fysieke en sociale stoornissen
o Labelen - diagnosticeren

Leidt tot meer etiketten en nieuwe categorieën risicokinderen.

1.4.5 Individualiserend werken
De overheid wil individualiserende interventies.

Vb. anderstalige nieuwkomers krijgen taalintegratietraject voor ze naar het 1 ste leerjaar
gaan, kinderen met ASS hebben aparte klassen, vormingscursussen VDAB voor jongeren,
opvoedingsondersteuning ouders in armoede.

Geen reflectie over de context of het systeem?

Vb. echte inclusie in het gewoon onderwijs zou meer haalbaar zijn als de klassen maar
15 kinderen bevatten, als we niet denken in tekorten en competenties,…. Willen we echt
inclusief onderwijs dan moeten we iets veranderen aan de invulling van het concept
‘school’.

Je moet maar binnen de lijntjes kleuren, uitval is een individuele mislukking
(meritocratie: inspanning wordt beloond).

Pedagogische kwesties moeten worden geformuleerd in maatschappelijke vragen in
plaats van in individualistisch disciplinerend denken. Uitdaging hierbij is de waarde van
de vrijheid (zelf een eigen levenspad te kiezen) en de waarde van de solidariteit (kansen
zijn niet gelijk verdeeld).

1.4.6 De wereld is pedagogiek en pedagogiek is de wereld
- Opvoeding is meer dan stimuleren van ontwikkelingsdomeinen
o In de pedagogische relatie wordt ‘de wereld’ binnengebracht
(Ramaekers, 2020)
o Hanna Arendt zegt dat je via taal de verantwoordelijkheid hebt als
opvoeder de wereld zoals die nu is, uit te leggen zodat de nieuwe generatie
die kan veranderen
- Opvoeden vindt plaats tussen generatie



4

, o De nieuwe generatie zoekt hoe de oude generatie haar heeft voorgedaan.
Opvoeden is kinderen uitnodigen om deel te nemen
o Opvoeden is een plek waar kinderen kunnen spreken met opvoeders
- Opvoeding gaat om twee dingen: de voorzetting en de vernieuwing van de wereld
o Vb. de klimaatprocessen


1.4.7 Fundament van de pedagogiek
- De kindertijd krijgt pas vorm in relatie tot andere personen (leerkrachten, ouders,
opvoeders, leeftijdsgenoten,…) en in relatie tot de brede maatschappelijke context
en deze is veranderlijk

Als de betekenis van het kind-zijn een menselijk en relationeel construct is, dan betekent
ook dat ze door mensen en in relaties verander kan worden en dat is het fundament van
de pedagogiek!

We kunnen dan kiezen om een bepaald kindbeeld ons handelen te laten bepalen  dus
we moeten er van bewust zijn dat ze vervat zitten in ons handelen.

1.4.8 Kindbeelden doorheen de verschillende thema’s
- Het voorspelbare kind: wetenschap voorspelt
- Het kind als burger: als burgers benaderen
- Het witte kind: omgaan met diversiteit
- Het kind als risico: beschermen van kinderen maar ook de maatschappij
beschermen van risk-kinderen
- Het kind als held: reformpedagogiek
- Het kind als kapitaal: investeren in het kind




5

, Hoofdstuk 2: Onderwijs
1. Samen opvoeden: meerwaarde van de
orthopedagoog in onderwijs
1.1 ‘It takes a village to raise a child.’
Het is belangrijk om verbindend te werken, mensen (terug) in relatie brengen met hun
omgeving en die van de bredere samenleving  je voedt een kind niet alleen op.

Doel onderwijs: kinderen ondersteunen in hun leerproces.




- Grondrechten = kinderrechten
o Vb. recht op voeding
- Brug slaan tussen welzijnsveld en onderwijs
o Taak orthopedagoog: bezig zijn met welzijn, welbevinden, thuissituatie,…


6

,Vanuit die gedeelde verantwoordelijkheid om in te spelen op de noden van kinderen dient een
leraar het maatschappelijke werkveld te verkennen en erin te participeren om te begrijpen
wat er leeft en welke impact dit heeft op kinderen in de klas. Een orthopedagoog kan de leerkracht
hier sterk ondersteunen.

Een leerkracht die zich alleen bezig houdt met didactiek gaat voorbij aan de persoon van het kind.
Een kind komt niet tot leren als het zich niet gezien en erkend voelt. Een orthopedagoog kan door
observatie en gesprekken met kinderen meer zicht krijgen op wat er achter het gedrag zit en de
individuele nood (niet cognitief) in kaart brengen.

Denk ook aan ouderschoolwerking. Niet elke ouder zijn even vertrouwd met de onderwijscultuur.
Sommige ouders hebben zelf een rugzak waardoor de stap naar vragen stellen aan de leerkracht
groot is

We willen hierbij niet aangeven dat de leerkracht een sociaal werker is maar wel sociaalvoelend is
en in gesprek kan gaan met ouders, zich openstelt en samen op zoek gaat naar kansen en
toegangswegen binnen de hulpverlening.

Dit kan formeel of informeel zijn. Informeel kan bijv. zijn koffiemomenten in het buurthuis, samen
met de ouders van de klas naar spelotheek gaan,…. Formeel betekent dan de stap zetten naar bijv.
het OCMW, samenlevingsopbouw, erkende organisaties die terug te vinden zijn in de Sociale kaart.
(cf. project Spelewijs)

Dit wil zeggen dat je als leerkracht ook op de hoogte dient te zijn wat er buiten de school gebeurt
(cf. buurtonderzoek), en hoe het netwerk van een gezin er kan uitzien. Hier heeft ook de
orthopedagoog de ondersteunende taak om het netwerk van een gezin in kaart te brengen, de
buurt in kaart te brengen, samen in gesprek te gaan met ouders,….

Het is als leerkracht en als orthopedagoog belangrijk om stil te staan bij de leefwereld en het
netwerk van kinderen uit maatschappelijk kwetsbare situaties. Dit is niet om ze te zeggen hoe ze
zaken dan wel moeten doen maar om samen met hen te kijken wat de mogelijkheden zijn of als
school een aanspreekpunt te zijn. Dit vraagt het bewustzijn van eigen referentiekaders en
vooroordelen maar ook een inlevingsvermogen en open houding ten aanzien van anderen.


1.2 Vertrekpunt: de noden van het kind/de jongere
- Observeren  kijken achter het gedrag  zicht krijgen op de individuele noden
(niet cognitief) steeds vertrekkend vanuit mogelijkheden
- Op maat gaan handelen  doelgericht/bewust handelen  verschillende zaken
uitproberen
- Deze observatie en acties bespreekbaar maken (delen met anderen) 
bruggenbouwer  letterlijk de ander meenemen in het kijken vanuit die andere
bril  samen in gesprek gaan

Typerend student ortho: het vertrekpunt bij een student ortho is steeds het kind/de jongere.
Vertrekkend vanuit het kind zijn of haar noden om te kunnen participeren in de klas. Ortho’s leren
om te observeren en heel gericht te gaan kijken wat er achter het gedrag zit om zo te achterhalen
wat de noden zijn. Zoals de kleuren op de foto weergeven zijn die in elke situatie verschillend:
kenmerkend ortho: zoekend en op maat gaan handelen vertrekkend vanuit de competenties/vanuit
de mogelijkheden.

Het kind = de basis: geleerd als ortho om goed te observeren en na te gaan wat dit kind nodig
heeft.




7

,Die noden zijn heel verschillend, elke inclusiesituatie is anders. Kenmerkend voor een ortho:
zoekend en op maat!


1.3 Bril ortho + bril leerkracht  met co-creatie bereik je
meer
Co-creatie: je bereikt meer als je samen gaat gaan handelen, samen gaat creëren.
Co-creatie: vorm van samenwerking waarbij alle deelnemers invloed hebben op het
proces en het resultaat van dit proces.

Verschil ortho - leerkracht:
- Leerkrachten gaan vanuit leerplandoelen/ontwikkelingsdoelen volledige klas/groep
meenemen
- Ortho vertrekt vanuit de individuele noden van het kind: vanuit de diversiteit

De ortho doet er toe
- Recht op inclusie
- Co-creatie
- Denken in mogelijkheden
- Begrip lerarenberoep
1.4 Concreet
- Groepen begeleiden
- Rust brengen in een klas met veel gedragsproblemen
- Individuele gesprekken doen
- Conflicthantering, herstelgesprekken, …
- Aanpassingen uitwerken: schema’s maken (visueel)
- Speelplaatswerking
- Hulpmiddelen voorzien
- De brug slaan tussen
- …


1.5 Conclusie: een ortho in het onderwijs…
- Heeft geen pasklare antwoorden, dé gouden tip en/of is didactisch opgeleid
- Vertrekt wél vertrekt vanuit de individuele noden van het kind (die steeds divers
zijn) en denkt vanuit mogelijkheden
- Kijkt achter het gedrag en brengt kwaliteiten en competenties van het kind en
zijn netwerk in kaart
- Om zo de brug te slaan tussen de noden van het kind en de verwachtingen
van de omgeving via allerlei acties op verschillende domeinen (leerkrachten,
ouders, buurt, netwerkondersteuning,…)
- Dit is een continu zoekend proces waarbij de kracht van de ortho ligt in zijn
of haar vermogen tot flexibiliteit en het vertrouwen in mogelijkheden in plaats
van beperkingen en doorzet om steeds opnieuw te blijven proberen

CONCLUSIE: als ortho geen pasklare antwoorden of dé gouden tip  wél op zoek gaan naar de
kwaliteiten, sterktes, competenties die al aanwezig zijn, die in het kind, de leerkracht, de ouder,
ligt en die zichtbaar maken om van daaruit de vertaling te maken naar de noden van het kind en
zo tot acties te komen: praktisch,… op de verschillende domeinen.


1.6 Ondersteunende kaders
Onderwijs Orthopedagogie


8

,  Zorgbeleid van de school  Handelingsplanmatig werken
 Zorgcontinuüm  inzetten op  OMI
brede basiszorg  Gespreksmodellen
 Redelijke aanpassingen  Ondersteuningsdenken tegenover
 UDL stoornisdenken
 Nieuw leersteundecreet  Denken vanuit mogelijkheden
 Reflecteren
 Orthopedagogische grondhouding
(10 krachtlijnen)


2. Onderwijsstructuur: concepten en structuur
2.1 Vrijheid van onderwijs
Artikel 24, §1 van de Grondwet vormt de verankering van twee aspecten van de
onderwijsvrijheid:
A. De actieve onderwijsvrijheid:
o Vrijheid van onderwijsverstrekkers - verenigingen of particulieren - om
onderwijs te organiseren en er inhoudelijk vorm aan te geven (sinds 1831)
B. De passieve onderwijsvrijheid:
o Vrijheid van onderwijsgebruikers - ouders, leerlingen en studenten - om
onderwijs te kiezen dat aansluit bij de eigen overtuigingen
 ‘De gemeenschap waarborgt de keuzevrijheid van de ouders. […]
De scholen ingericht door openbare besturen bieden, tot het einde
van de leerplicht, de keuze aan tussen onderricht in een der
erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer.’

2.1.1 De actieve onderwijsvrijheid
Binnen de actieve vrijheid van onderwijs worden in Vlaanderen drie componenten
onderscheiden: de vrijheid van oprichting, de vrijheid van inrichting en de vrijheid van
richting.

A. De vrijheid van oprichting overlapt in sterke mate met het verbod op preventieve
maatregelen dat expliciet in de Grondwet is opgenomen: zij omvat het recht om,
zonder voorafgaande toestemming en onder voorbehoud van de eerbiediging van
de fundamentele rechten en vrijheden, onderwijsinstellingen op te richten en er
onderwijs te verstrekken
o Iedereen mag een school oprichten, maar bijv. niet in een kraakpand

B. De vrijheid van inrichting omvat het recht van het schoolbestuur of de inrichtende
macht om de organisatie van het onderwijs en van de instelling te bepalen. Het
gaat daarbij niet alleen om praktische aspecten zoals de grootte van de klassen,
maar ook om personeels-en inschrijvingsbeleid, beleidsstructuren en participatie;
de vrijheid van oprichting en van inrichting vertonen een zekere verwevenheid, in
die zin dat zij beide organisatorische elementen omvatten

C. De vrijheid van richting omvat tot slot het recht van de inrichtende macht of van
het schoolbestuur om het onderwijs naar eigen levensbeschouwelijke, filosofische
of pedagogische overtuiging te verstrekken; het gaat daarbij zowel om de te
onderwijzen inhoud als om de aangewende pedagogische methode


9

, 2.2 Leerplicht
In België geldt voor alle kinderen van 5 tot 18 jaar de leerplicht, geen schoolplicht
 Ouders moeten hun kinderen dus laten leren
 Geen schoolplicht: mogen dus wel thuisonderwijs krijgen

Een kind wordt leerplichtig op 1 september van het kalenderjaar dat het 5 jaar
wordt.

Einddatum
- De leerplicht loopt tot 18 jaar:
o Voor jongeren die voor 1 juli 18 jaar worden, loopt de leerplicht tot de
dag van hun 18de verjaardag
o Voor jongeren die na 30 juni 18 jaar worden, loopt de leerplicht tot 30
juni van het jaar waarin ze 18 worden
o Een jongere die een diploma secundair onderwijs heeft behaald is niet
langer leerplichtig

Casus:
Inja zit in haar laatste jaar van het secundair onderwijs en stopt haar leerproces op 24
april wanneer ze 18 jaar wordt. Kan dit?
 JA, op haar 18 jaar kan ze gewoon zeggen dat ze stopt  zal wel geen diploma
hebben

Stel dat Inja op 28 oktober 18 jaar wordt en wil stoppen met school, moet ze dan nog tot
28 oktober naar school?
 NEE, want ze heeft haar diploma al ontvangen

Irma wordt 5 jaar in december 2024. Moet ze dan al starten in september 2024?
 JA, een kind wordt leerplichtig op 1 september van het kalenderjaar dat het 5 jaar
wordt


2.3 Eindtermen (ET) en ontwikkelingsdoelen (OD)
Eindtermen moet je BEREIKEN en ontwikkelingsdoelen moet je NASTREVEN.

- Controle van kwaliteit en gelijkwaardigheid door de overheid:
o De ontwikkelingsdoelen zijn doelstellingen waar scholen bij hun
leerlingen naar streven in het kleuteronderwijs en het buitengewoon
onderwijs
 Ontwikkelingsdoelen in kleuteronderwijs aangezien ze nog niet
leerplichtig zijn
 Ontwikkelingsdoelen in buitengewoon onderwijs aangezien het
kinderen met een beperking zijn en je dit niet bij elk kind kan
bereiken
o De eindtermen zijn de basiskennis die u moet verwerven in het gewoon
lager onderwijs, gewoon secundair onderwijs, de basiseducatie en het
secundair volwassenenonderwijs
 Eindtermen in lager onderwijs moeten pas behaald worden op het
einde van het 6de leerjaar


10

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Car2507. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,46. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,46
  • (0)
  Kopen