100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
sociale psychologie deel 2 - samenvatting €7,16   In winkelwagen

Samenvatting

sociale psychologie deel 2 - samenvatting

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

een samenvatting van de slides van het vak sociale psychologie deel 2, aangevuld met eigen notities

Voorbeeld 4 van de 65  pagina's

  • 19 mei 2024
  • 65
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (22)
avatar-seller
lunathijssen
SOCIALE PSYCHOLOGIE: DEEL 2

LES 1: INLEIDING


SOCIALE PSYCHOLOGIE

Wat is sociale psychologie? Wetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop gedachten, gevoelens en
gedragingen worden beïnvloed door anderen
Invloed v anderen:

- Die fysiek aanwezig zijn
- Die in gedachten aanwezig zijn
- Die geïmpliceerd zijn


METHODEN

Psychologie gaat over

- Sociale invloed op gevoelens, gedachten en gedrag -> experimentele
methode kan causaliteit aantonen
- Hoe gevoelens, gedachten en gedrag sociaal gekleurd zijn -> steeds meer
aandacht voor andere methoden

Methoden in sociale psychologie:

1. Experimenten
• Kenmerken:
o Afhankelijke variabele (AV): uitkomstmaat
o Onafhankelijke variabele (OV): predictor in manipulatie, condities
o Storende variabelen zoveel mogelijk uitsluiten door de rest constant te houden
o Toevallige toewijzing v pp aan condities
• Vb experiment: worden mensen hulpvaardiger als ze zich goed voelen?
o OV: compliment of kritiek geven
o AV: hoeveel papieren rapen vrouwelijke psychologiestudenten op als een medewerker een
hele map papieren laat vallen bij het langslopen?
o # papieren opgeraapt:




• Interne validiteit: kan je het resultaat dat je meet, toeschrijven aan de OV?
o Zeker dat hulpvaardiger waren doordat ze zich goed voelen?
o Operationalisering:
▪ OV: zorgt compliment voor goed voelen? Effect v complement of kritiek? (neutrale
controleconditie)
▪ AV: is papieren oprapen hulpvaardigheid?
o Kritiek is niet afwezigheid ve compliment. Wat doet het tov je neutraal voelen?




☾ Luna Thijssen 1

, • Storende variabele: variabele die mee verandert met de OV, zodat het unieke effect vd OV
niet meer te bepalen is (bv geslacht medewerker) => belang v replicatie




• Externe validiteit: mate waarin de resultaten worden gegeneraliseerd en toegepast in andere
contexten
o Steekproef: resultaten vrouwelijke psychologiestudenten te veralgemenen naar
doelpopulatie?
o Situatie: zou hetzelfde gebeuren in een dagelijkse sit? (tov iemand die je kent)
o Belang v replicatie
• Laboratoriumexperimenten
o Hoge interne, lage externe validiteit
o Gevaar op demand karakteristieken: als je door hebt wat de bedoeling is, ga je je
gedragen zoals je denkt dat de onderzoeker zou willen => beperking v spontaan gedrag
(subject effects)
o Best dubbel blind onderzoek: niemand die mee werkt tijdens het onderzoek kent de
hypothese
o Bv Zimbardo prison exp
• Veldexperimenten
o Lagere interne, hoge externe validiteit
o Minder controle op storende factoren, want manipulatie in dagelijks leven
o Bv jeugdkamp Sherif, CILS volgorde vragenlijst (zie les vooroordelen)
2. Survey onderzoek
• Bv discriminatie ervaringen v moslims in Europese steden -> in welke mate ervaren zij
discriminatie en in hoeverre is dat op grond v hun religie?
• Ervaring, voorlopers en gevolgen v reële sit onderzoeken
• Discriminatie, gender en religie zijn niet zomaar te manipuleren
• Correlationeel
3. Archiefonderzoek
• = onderzoek naar culturele producten of naar maatschappelijke ontwikkelingen
o Of culturele producten samenhangen met gedrag, bv vormen/weerspiegelen kinderboeken
het emotionele repertoire?
o Of ontwikkelingen op grotere schaal samenhangen met gedrag, bv hangt
inkomensherverdeling samen met geluk?
• Laat toe om sociale context te bestuderen en mogelijke invloed ervan op mensen
4. Interviews en focusgroepen
• Bv wat is het discours v alledaags racisme? Hoe praten mensen uit een gemengde wijk in een
grote stad over etnische minderheden? Hoe construeren zij racisme in dagelijkse
conversaties?
• Diepgang en inhoud genereren, reële situaties
• Vaak kleine steekproef, invloed onderzoeker?
5. Case studies
• = volgen ve ind of een groep om een bep omstandigheid of gebeurtenis te beschrijven
• Bv wat beweegt mensen om zich aan te sluiten bij een fascistische beweging? Hoe denken zij
over de wereld?
• Reële situaties, diepgang, niche

Welke methode kiezen?

- Elke methode heeft sterktes en beperkingen
☾ Luna Thijssen 2

, - Keuze afhankelijk v onderzoeksvragen
- Bewust zijn v wat wel en niet te concluderen valt
- Combinatie v versch methoden om beperkingen op te vangen


ETHISCHE ASPECTEN VAN ONDERZOEK

Dataverzameling:

- Misleiding: zo weinig mogelijk, maar soms nodig
- Informed consent: soms opnieuw na misleiding
- Debriefing

Misleiding volledig uitleggen en verantwoorden, effecten v manipulatie ongedaan maken, aandacht welzijn
(begeleiding of waar kan iemand terecht?) -> richtlijnen APA en ethische commissie

Data rapporteren:

- Onderzoeksfraude: data uitvinden en/of veranderen
- Fout weergeven v procedures, resultaten


VERKLARINGSNIVEAUS

Versch verklaringsniveaus in de sociale psychologie:

1. Intrapersoonlijk (persoon in context): processen binnen de
persoon
• (reactie tegen) stereotypen of persoonlijke ervaring sturen
je oordeel
• Bv stereotype v man en vrouw
2. Intrapersoonlijk (relatie): interacties, relaties, situaties
• Een opmerking beïnvloed je keuze
• Bv iemand maakt seksistische opmerking voordat je moet kiezen tss man of vrouw
3. Positioneel (groepen): status vd persoon, groepslidmaatschap, groepsrelaties
• Samenstelling
• Bv in jonge startup zal een oudere kandidaat mogelijk minder kans maken of zelf afhaken
4. Ideologisch (cultureel): rol v algemene opvattingen en ideeën, culturele betekenissen en praktijken
• Rollen in samenleving
• Bv positie v vrouwen beter in samenlevingen met minder seksistische ideologie
o 2 maten voor positie vrouwen: gender empowerment (macht): deelname aan economie
en politiek en gender development (ontwikkeling): levensverwachting, scholing en
levensstandaard
 Zie vb studie in pwp

Alle niveaus v verklaring zijn waar en relevant -> gevaar voor reductionisme: als je probeert het hele
fenomeen terug te brengen tot 1 niveau

Alle niveaus hebben invloed op het gedrag -> vaak in studie wel kiezen welke je echt bekijkt. Opletten dat
je in je conclusie niet te sterk focust op 1 niveau => reductionisme




☾ Luna Thijssen 3

, LES 2: SOCIALE GROEPEN


WAT IS EEN GROEP?

Een groep is:

- 2 of meer personen
- In (face-to-face) interactie
- Bewust v hun lidmaatschap vd groep
- Bewust vd anderen die tot de groep behoren
- Bewust v hun pos afhankelijkheid terwijl ze naar gezamenlijke doelen streven

Groep: klas, artiesten duo …
Groep ≠ collectie ind’en -> groepsgevoel, afhankelijkheid en gezamenlijke doelen, bewustzijn
Is een categorie, zoals de Belgen, een groep? Ale kenmerken, behalve interactie (want niet in interactie
met alle leden) => veel discussie, maar is een groep, want betekenisvol

Types v groepen:

- Gemeenschappelijke band: vriendengroep waar je leuke dingen mee doet, normen en waarden
opgebouwd, relaties tss leden
- Gemeenschappelijke identiteit: meer als label, identiteit die je deelt, minder vanuit relaties tss
leden en meer vanuit gedeelde identiteit/interesse, bv fanclub


PSYCHOLOGISCH BELANG VAN GROEPEN

Waarom willen mensen bij groepen horen?

- Vervult need te belong
- Geeft een sociale identiteit
• Zelfvertrouwen en eigenwaarde
• Zekerheid over wie we zijn, hoe we ons moeten gedragen en hoe anderen ons zien en met ons
interageren
➔ Uncertainty-identity theory
- Evolutionair perspectief: veiligheid (bv als je in het donker met een groep over straat loopt, voel je
je veiliger dan als je alleen bent) en reproductie
- Angst voor dood reduceren: groepen geven gevoel v onsterfelijkheid
➔ Terror management theory

Mensen passen zich aan aan de norm ve bep groep, omdat ze willen dat anderen hun zien als lid v die
groep en je leidt groepslidmaatschap v anderen ook af aan hun gedrag

  group entitativity: hoe hoger, hoe duidelijker je en bep groep kan onderscheiden, bv uniform is
hoge entitativity


GROEPSNORMEN

Groepsnormen: expliciete en/of impliciete regels en standaarden voor groepsleden die gedrag leiden en/of
beperken -> hoe we ons wel of net niet mogen gedragen

- Prescriptieve norm: hoe zouden mensen zich moeten gedragen? Wat wordt verwacht? Wat zou je
wel/niet moeten doen? Bv zone 30km

☾ Luna Thijssen 4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lunathijssen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77858 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,16
  • (0)
  Kopen